Rechtbank Den Haag, 25-05-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:7140, 20/3311
Rechtbank Den Haag, 25-05-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:7140, 20/3311
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 25 mei 2021
- Datum publicatie
- 14 september 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:7140
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2022:792, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 20/3311
Inhoudsindicatie
X heeft geen aangifte gedaan; er is sprake van omkering van de bewijslast. X toont niet aan dat de uitspraak op bezwaar onjuist is.
De schatting van verweerder van het inkomen is redelijk. De opgelegde verzuimboete blijft in stand. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 20/3311
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de EK kamer van 25 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. L. Rijsdam)
en
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 7 april 2020 op het bezwaar van eiser tegen de door verweerder voor het jaar 2016 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) alsmede de opgelegde aanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (ZVW), boetebeschikking en belastingrentebeschikkingen.