Rechtbank Den Haag, 02-03-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:2197, 21 _ 1136
Rechtbank Den Haag, 02-03-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:2197, 21 _ 1136
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 2 maart 2022
- Datum publicatie
- 8 juni 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2022:2197
- Zaaknummer
- 21 _ 1136
Inhoudsindicatie
Eiser is in beroep gegaan tegen de naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm). De rechtbank heeft geen reden gezien om aan de professionaliteit en onafhankelijkheid van de hertaxateur te twijfelen. Zoals eiser heeft gesteld, volgt uit het rapport “Stand van de uitvoering, Rapport 2021” dat de Belastingdienst in het verleden, afwijkend van de wettelijke bepalingen, in sommige gevallen heeft toegestaan een waardevermindering toe te staan op basis van een taxatierapport. In de onderhavige zaak ziet de rechtbank geen aanleiding om anders te oordelen. Ten aanzien van de correctiefactoren markt- en dealersituatie van de Eurotaxglass’s Koerslijst oordeelt de rechtbank, in overeenstemming met het Gerechtshof Den Haag, dat geen gronden zijn aangevoerd voor het moeten toepassen van deze factoren in dit individuele geval. Het door eiser gestelde hogere percentage ten aanzien van de waardevermindering als gevolg van schade heeft eiser niet aannemelijk gemaakt. Ook is niet gebleken dat deelherstel heeft plaatsgevonden waarvoor een waardevermindering in aanmerking dient te worden genomen noch dat een correctie wegen ex-schade dient te worden toegepast. Beroep gegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 21/1136
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: mr. S.M. Bothof),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder,
en