Rechtbank Den Haag, 28-04-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:4099, 21 _ 4525
Rechtbank Den Haag, 28-04-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:4099, 21 _ 4525
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 april 2022
- Datum publicatie
- 27 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2022:4099
- Zaaknummer
- 21 _ 4525
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft de waarde van de woning op waardepeildatum 1 januari 2020 vastgesteld op € 460.000. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de waarde aannemelijk heeft gemaakt en voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woning en de referentieobjecten. Dat de gemachtigde van eiser niet beschikt over de in de bezwaarfase overgelegde stukken aan eiser toenmalige gemachtigde, komt voor rekening en risico van eiser. Daarbij overweegt de rechtbank nog dat verweerder slechts de gegevens die ten grondslag liggen aan de waardebepaling voor eiser ter inzage dient te leggen. Een in de beroepsfase opgemaakte waardematrix behoort daar niet bij. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 21/4525
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 april 2022 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser(gemachtigde: mr. A. Bakker),
en