Home

Rechtbank Gelderland, 17-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3001, AWB-13_131

Rechtbank Gelderland, 17-09-2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:3001, AWB-13_131

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
17 september 2013
Datum publicatie
24 september 2013
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2013:3001
Zaaknummer
AWB-13_131

Inhoudsindicatie

Artikelen: 6:15 en 7:1a Awb, 3.146 en 9.6 Wet IB, 13a Wet LB

Afwijzing verzoek ambtshalve vermindering aanslag IB/PVV 2011 ten onrechte niet voorzien van bezwaarclausule. Eiser komt in beroep. De rechtbank besluit de bepaling voor rechtstreeks beroep niet toe te passen, nu er te veel onduidelijkheid is over de feiten. Eiser had vanaf 2 november 2010 recht op een WW-uitkering. Deze is in 2011 uitbetaald. Verweerder dient nader vast te stellen in hoeverre de uitkering in 2010 reeds vorderbaar en tevens inbaar was.

Uitspraak

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummer: AWB 13/131

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 17 september 2013

inzake

[X] , wonende te [Z], eiser,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/Rivierenland, kantoor Arnhem, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2011 een aanslag (aanslagnummer [000].H.16) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.882.

Bij brief van 15 november 2012 heeft eiser verzocht om ambtshalve vermindering van de aanslag. Verweerder heeft die brief mede als bezwaarschrift aangemerkt en bij uitspraak op bezwaar van 30 november 2012 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Daarbij is de brief van eiser tevens aangemerkt om een verzoek om ambtshalve herziening, welk verzoek is afgewezen en waarbij is meegedeeld dat eiser tegen die beslissing niet in beroep kan gaan.

Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar bij faxbericht van 9 januari 2013, ontvangen door de rechtbank op diezelfde dag, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juni 2013. Namens eiser is daar verschenen mr. [gemachtigde], advocaat te [Q]. Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigde] en mr. [A].

2 Feiten

2.1

Eiser lijdt sinds 2007 aan een bipolaire stoornis.

2.2 Eiser heeft over het jaar 2011 een aangifte IB/PVV ingediend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.882. In dit belastbaar inkomen is een van het UWV ontvangen WW-uitkering van € 13.080 opgenomen, waarop € 3.169 aan loonheffing is ingehouden. Daarnaast is een Ziektewetuitkering van het UWV van € 9.802 opgenomen, waarop € 1.592 aan loonheffing is ingehouden.

2.3

De WW-uitkering heeft deels betrekking op een nabetaling over de periode 15 november 2010 tot en met 9 januari 2011. Deze nabetaling is door het UWV, blijkens een betaalspecificatie WW gedateerd 20 januari 2011, in januari 2011 uitbetaald. Het betreft een nabetalingen uitkering (bruto) van € 2.115,40, waarop een bedrag van € 532,91 aan loonheffing is ingehouden.

2.4

Blijkens een betaalspecificatie WW van 21 januari 2011 is aan eiser voorts over de periode 1 november 2011 tot en met 14 november 2011 een uitkering (bruto) van € 712,40 betaald, waarop een bedrag van € 194,85 aan loonheffing is ingehouden. Op de bruto-uitkering over de periode 15 november 2010 tot en met 9 januari 2011 is een bedrag van € 712,40 ingehouden vanwege een terugvordering.

2.5

Met dagtekening 26 mei 2012 is een voorlopige aanslag opgelegd overeenkomstig de ingediende aangifte. De (definitieve) aanslag is met dagtekening 1 augustus 2012 opgelegd.

2.6

De Belastingdienst/Toeslagen heeft eiser bij brief van 22 oktober 2012 medegedeeld dat hij, gezien zijn belastbaar inkomen uit werk en woning over 2011, huur- en zorgtoeslag moet terugbetalen tot een bedrag van respectievelijk € 2.895 en € 151.

2.7

Eiser heeft verweerder met dagtekening 15 november 2012, door verweerder ontvangen op 20 november 2012, een brief geschreven. Daarin staat onder andere het volgende vermeld:

“Ambtshalve vermindering

(…)

Betreft: Verzoek Ambtshalve vermindering belastingjaar 2011(…)Geachte heer/mevrouw,

Met deze brief wil ik graag een verzoek indienen voor ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting van het jaar 2011 (…).

De reden van dit verzoek is dat de uitkeringsinstantie het UWV twee maanden aan WW-uitkering op de jaaropgaaf van 2011 heeft geplaatst terwijl het een uitkering betreft van het jaar 2010 resulterend in een hoger belastbaar inkomen voor 2011. Vanaf 31 oktober 2010 ben ik werkloos geworden en heb ik, vanaf 2 november 2010, recht op een WW-uitkering (…) Door een fout van het UWV, heeft de betaling van de WW-uitkering pas plaatsgevonden in 2011 (…). Het UWV heeft vervolgens deze betaling opgeteld bij de jaaropgaaf 2011 terwijl het hier inkomen betreft uit het inkomensjaar 2010. (…) Volgens mijn berekening (…) zou er € 3077,60 bruto in mindering moeten worden gebracht op de belastingaangifte van 2011. Dit bedrag dient vervolgens in meerdering te worden gebracht bij het belastbaar inkomen voor 2010.

(…)Op grond van het besluit d.d. 10 december 2009 met kenmerk CPP2009/2461M, ben ik van mening dat ik aan de voorwaarden voor een teruggave voldoe.”

2.8

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 30 november 2012 de hiervoor in onderdeel 2.7 genoemde brief van eiser als een bezwaarschrift aangemerkt en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Verweerder heeft de brief van eiser vervolgens aangemerkt als een verzoek om ambtshalve herziening van de aanslagen IB/PVV 2010 en 2011 en dit verzoek op inhoudelijke gronden afgewezen.

2.9

Gemachtigde van eiser heeft bij faxbericht van 9 januari 2013 beroep ingesteld.

3 Geschil

In geschil is het antwoord op de vraag:

-

of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard;

-

of het verzoek om ambtshalve herziening terecht is afgewezen, waarbij meer in het bijzonder de vraag speelt of de nabetaling van het UWV terecht tot het belastbaar inkomen uit werk en woning over 2011 is gerekend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing