Rechtbank Gelderland, 27-03-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2042, AWB-13_1538
Rechtbank Gelderland, 27-03-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2042, AWB-13_1538
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 27 maart 2014
- Datum publicatie
- 27 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2014:2042
- Zaaknummer
- AWB-13_1538
Inhoudsindicatie
Loonheffingen. Eigenrisicodrager voor de Ziektewet. Geen eigenrisicodrager bij ontbreken vereiste beschikking van verweerder. Beroep vertrouwensbeginsel faalt.
Uitspraak
Team belastingrecht
Zittingsplaats Arnhem
registratienummers: AWB 13/1538 en 13/1539
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 27 maart 2014
inzake
[X] , gevestigd te [Z], eiseres,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren, kantoor Apeldoorn, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres de volgende belastingaanslagen opgelegd:
over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [000].A.02.1500) loonheffingen van € 1.933.551. Tevens is bij beschikking € 148.793 aan heffingsrente in rekening gebracht;
over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [000].A.05.1500) loonheffingen van € 12.541, alsmede bij beschikking een boete van € 627. Tevens is bij beschikking € 950 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 12 februari 2013 de naheffingsaanslagen, de beschikkingen heffingsrente en de boetebeschikking gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brieven van 14 maart 2013, ontvangen door de rechtbank op 15 maart 2013, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2013 te Arnhem. Eiseres is daar vertegenwoordigd door mr. [gemachtigde], mr. [A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] en [C].
Eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.
Na de zitting hebben partijen bij brieven van 22 januari 2014 aan de rechtbank aanvullende informatie toegezonden.
De rechtbank heeft het onderzoek op 27 januari 2014 heropend.
Verweerder heeft bij brief van 29 januari 2014 gereageerd op de brief van eiseres van 22 januari 2014.
Nadat partijen de rechtbank toestemming hebben gegeven voor het achterwege laten van een nadere zitting, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Eiseres is een publiekrechtelijke rechtspersoon en voert namens de gemeenten Apeldoorn, Epe en Heerde de Wet sociale werkvoorziening (WSW) uit.
Onder loonbelastingnummer [000].L.02 (hierna: L02) worden ongeveer 1425 WSW-werknemers verloond. Onder loonbelastingnummer [000].L.05 (hierna: L05) worden ongeveer 110 werknemers met een ambtelijke status (hierna: overige werknemers) verloond.
Eiseres heeft over de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2011 geen premies ingehouden en afgedragen voor de WSW-werknemers en de verlaagde premie voor eigenrisicodragers voor de Ziektewet voor de overige werknemers afgedragen. Eiseres heeft in haar aangiften loonheffingen aangegeven dat zij eigenrisicodrager is voor de Ziektewet.
Verweerder heeft in het kader van een onderzoek naar het zijn van eigenrisicodrager voor de Ziektewet bij instellingen in het kader van de WSW op 19 mei 2011 een bespreking met eiseres gehad. In de notities van deze bespreking is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
Zij (eiseres en haar gemachtigde) zijn tot de conclusie gekomen dat zij verzuimd hebben een beschikking voor ERD (eigenrisicodrager voor de Ziektewet) aan te vragen en dat zij in feite dus de verkeerde tabel voor de sectorpremie hebben toegepast. Zij blijven overigens wel van mening dat zij juist hebben gehandeld, echter dat alleen de beschikking ontbreekt.
(…)
Wij hebben aangegeven dat er inderdaad een beschikking nodig is om ERD toe te mogen passen. Tevens hebben we aangegeven dat ERD bij BD Maastricht moet worden aangevraagd. De toekenning van beschikkingen, afhandeling bezwaar enzovoort zijn namelijk toegewezen aan ktr Maastricht. Inhpl. gaat ERD aanvragen met terugwerkende kracht en zal dit uitvoerig motiveren.
(…)
Vooruitlopend op een negatieve (voor IHP zeer onwenselijke) beslissing, gaat inhoudingsplichtige veiligheidshalve vanaf 1-1-2011 alvast de premie voldoen/afdragen.
(…)
Aanvullende aantekening n.a.v. telefoon mw. [D] d.d. 26 mei 2011:
(…)
Verder gaan zij er nog steeds vanuit (cq. hopen zij) dat het verzoek gehonoreerd zal worden. Om hun eigen positie niet te ondermijnen, zullen zij dan ook geen sectorpremie gaan afdragen vanaf 1 januari 2011. Dit om de bestendige gedragslijn vanaf 2007 voort te zetten. Dit in tegenstelling tot onze afspraak tijdens de bespreking. (…)”
Bij brief van 27 juni 2011 heeft eiseres bij verweerder een verzoek ingediend om met ingang van 1 januari 2007 als eigenrisicodrager voor de Ziektewet te worden aangemerkt. Bij beschikking van 14 november 2011 heeft verweerder het verzoek afgewezen omdat het verzoek niet ten minste 13 weken voor 1 januari 2007 is ingediend. Eiseres heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt, waardoor deze beschikking onherroepelijk vaststaat.
Bij beschikking van 19 december 2011 heeft verweerder eiseres medegedeeld dat zij met ingang van 1 januari 2012 als eigenrisicodrager voor de Ziektewet wordt aangemerkt.
Bij brief van 30 maart 2012 heeft verweerder eiseres medegedeeld dat voor de WSW-werknemers en de overige werknemers een vervangende respectievelijk een hogere premie had moeten worden afgedragen, dat hij correcties zal gaan opleggen en dat hij voornemens is de correcties ten aanzien van de overige werknemers met een vergrijpboete van 5% op te leggen. Bij brief van 12 april 2012 heeft verweerder eiseres een kennisgeving van het voorgenomen boetebesluit gezonden.
Met dagtekening van 20 augustus 2012 heeft verweerder aan eiseres de onderhavige naheffingsaanslagen loonheffingen, beschikkingen heffingsrente en boetebeschikking opgelegd.
3 Geschil
In geschil zijn de antwoorden op de volgende vragen:
- zijn de naheffingsaanslagen loonheffingen terecht en tot de juiste bedragen opgelegd;
- is tot de juiste bedragen heffingsrente in rekening gebracht;
- is terecht en tot een juist bedrag een vergrijpboete opgelegd.