Home

Rechtbank Gelderland, 15-04-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2503, AWB-13_1829

Rechtbank Gelderland, 15-04-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2503, AWB-13_1829

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
15 april 2014
Datum publicatie
16 april 2014
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2014:2503
Formele relaties
Zaaknummer
AWB-13_1829

Inhoudsindicatie

Nieuwe landbouwvrijstelling is van toepassing. Uit de koopovereenkomst volgt dat het belang bij de waardeverandering van de landbouwgronden vanaf de koopovereenkomst eiser niet meer is aangegaan.

Uitspraak

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummer: AWB 13/1829

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 15 april 2014

inzake

[X] , wonende te [Z], eiser,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zwolle, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2008 een aanslag (aanslagnummer [000].H.86) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 130.717. Tevens is bij beschikking € 5.213 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 25 februari 2013 de aanslag gehandhaafd. Op 26 februari 2013 heeft verweerder de heffingsrente verminderd tot een bedrag van € 2.734.

Eiser heeft daartegen bij brief van 2 april 2013, ontvangen door de rechtbank op 3 april 2013, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 januari 2014 te Arnhem.

Namens eiser zijn verschenen mr. [gemachtigde] FB en mr. [A]. Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigde] en mr. [B].

2 Feiten

2.1

Eiser exploiteerde tot 1 mei 2000 tezamen met zijn moeder, mevrouw [C], een melkveehouderij in maatschapsverband.

2.2

Vanaf 1 mei 2000 heeft eiser de exploitatie van de melkveehouderij in de vorm van een eenmanszaak voortgezet.

2.3

Tot het ondernemingsvermogen van de melkveehouderij behoorden onder meer 2.10.00 hectare landbouwgronden.

2.4

Op 20 februari 1998 hebben eiser en zijn moeder een “koopakte” ondertekend waarbij de onder 2.3 genoemde landbouwgronden zijn verkocht aan [D] B.V. De koopakte luidt, voor zover van belang, als volgt:

“KOOPAKTE

(…)

KOOPPRIJS

De koopprijs van het verkochte bedraagt twintig gulden (ƒ 20,00) per centiare.

De koop is gesloten onder de volgende:

BEDINGEN

notariële akte van levering

Artikel 1

De voor de overdracht vereiste akte van levering zal worden verleden (…) binnen 3 maanden nadat de bestemming van het verkochte onherroepelijk is gewijzigd, zodanig dat koper het verkochte kan gebruiken als hierna in artikel 5 lid 6 bedoeld en er gestart kan worden met de bouw van bedrijfsgebouwen c.q. kantoren op het verkochte of zoveel eerder of later als partijen nader zullen overeenkomen.

(…)

betaling

Artikel 3

1. De betaling van de koopprijs en van de overige kosten, rechten, belastingen en verrekening van zakelijke lasten, vindt plaats via het kantoor van de notaris bij het ondertekenen van de akte van levering.

(…)

feitelijke levering, staat van het verkochte

Artikel 5

1. De feitelijke levering (aflevering) van het verkochte aan koper zal geschieden in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt.

Verkoper verplicht zich voor het verkochte zorg te dragen als een zorgvuldig schuldenaar tot aan het tijdstip van feitelijke levering, alles behoudens het bepaalde in artikel 12.

2. Het registergoed zal bij de feitelijke levering de eigenschappen bezitten die voor het gebruik als in lid 6 van dit artikel omschreven, nodig zijn. Aan koper kenbare gebreken die daaraan in de weg zouden kunnen staan, komen voor diens risico.

3. De feitelijke levering van het verkochte zal in beginsel geschieden bij de ondertekening van de notariële akte van levering. Indien de feitelijke levering plaatsvindt op een ander tijdstip dan bij de ondertekening van de notariële akte van levering, eindigt de zorgplicht van de verkoper per het tijdstip van feitelijke levering tenzij anders overeen te komen.

(…)

5. Koper heeft het recht het verkochte vóór de feitelijke levering in- en uitwendig te inspecteren. Dit houdt mede in dat koper zich op het verkochte mag begeven om onderzoeken te doen, voor de datum van overdracht.

6. Koper is voornemens het verkochte te gebruiken als bouwgrond ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen c.q. kantoren, zulks in het kader van het/de in ontwikkeling zijnde/komende bestemmingsplan(nen) ter plaatse.

(…)

risico-overgang, beschadiging

Artikel 12

1. Het verkochte komt eerst voor risico van koper, zodra de notariële akte van levering is ondertekend, tenzij de feitelijke levering eerder plaatsvindt, in welk geval het risico met ingang van die dag overgaat op koper. Tot dat moment is verkoper verplicht het verkochte ten genoegen van koper naar herbouwwaarde casu quo nieuwwaarde verzekerd te houden.

2. Indien het verkochte vóór het tijdstip van risico-overgang anders dan door toedoen van de koper, geheel of gedeeltelijk verloren gaat of in meer dan geringe mate wordt beschadigd, is verkoper verplicht koper daarvan onverwijld in kennis te stellen en is deze overeenkomst van rechtswege ontbonden, tenzij binnen vier weken nadat het onheil is geschied, maar in ieder geval vóór de in artikel 1 genoemde datum van levering:

- a. koper niettemin uitvoering van de onderhavige overeenkomst verlangt, in welk geval verkoper aan koper zal overdragen:

(…)

of,

- b. verkoper verklaart de schade vóór de in artikel 1 genoemde datum van levering dan wel binnen vier weken nadat deze is ontstaan voor zijn rekening te zullen herstellen. (…)

(…)

ontbindende voorwaarde

Artikel 18

1. De koop is ontbonden, zonder dat één der partijen tot schadevergoeding gehouden zal zijn als er tussen het tijdstip van het sluiten van de koopovereenkomst en het tijdstip van de juridische levering ten aanzien van gemeld registergoed een aanwijzing op grond van de artikelen 2 of 8 van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten of een voorstel op grond van artikel 6 van die wet is geschied, tenzij:

(…)

2. Deze koop kan door verkoper worden ontbonden, zonder dat één der partijen tot schadevergoeding gehouden zal zijn, wanneer de gemeente niet binnen 10 jaar na heden een bestemmingsplan ter inzage heeft gelegd, met dien verstande dat binnen 10 jaar na heden aannemelijk moet worden geacht dat bedoeld bestemmingsplan, binnen een redelijke termijn daarna in procedure wordt gebracht, deze koop niet ontbonden is en de termijn voor ontbinding automatisch met 2 jaar wordt verlengd.

(…)

Artikel 20

1. Verkoper zal geen activiteiten op het verkochte uitoefenen, die de waarde nadelig kunnen beïnvloeden.

(…)

3. Verkoper geeft bij deze aan koper onherroepelijk volmacht om voor en namens verkoper de aanvragen in te dienen om het bestemmingsplan te wijzigen en de bijbehorende vergunningen aan te vragen voor het beoogde gebruik, zoals in artikel 5 lid 6 omschreven.

(…)

7. De koopsom zal met ingang van 1 januari 1999 geïndexeerd worden, conform de jaarindexcijfers volgens de consumentenprijsindex (CPI-reeks werknemers laag) (1=100), zoals gepubliceerd door het CBS.

(…)”.

2.5

Bij notariële akte van 19 februari 2008 zijn de landbouwgronden geleverd aan de rechtsopvolger van [D] B.V., te weten [E] B.V. De koopprijs bij levering bedraagt € 234.041,68.

2.6

De waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB) van de landbouwgronden per 20 februari 1998 bedraagt € 47.250. De WEVAB van de landbouwgronden op 19 februari 2008 bedraagt € 84.000.

2.7

De boekwinst die eiser met de verkoop van de landbouwgronden heeft behaald, is door hem als volgt berekend:

Verkoopopbrengst: € 234.042

Boekwaarde: € 18.730

Boekwinst: € 215.312

2.8

In de aangifte IB/PVV voor het jaar 2008 heeft eiser deze boekwinst verantwoord als een vrijgesteld winstbestanddeel omdat deze winst volgens eiser in zijn geheel onder de (tot 27 juni 2000 geldende) landbouwvrijstelling valt.

2.9

Bij de aanslagregeling heeft verweerder het standpunt ingenomen dat ter zake van de verkoop van de landbouwgronden een belastbare winst is behaald van € 186.792. Deze winst is door verweerder (met toepassing van de sinds 27 juni 2000 geldende landbouwvrijstelling) als volgt berekend:

Verkoopopbrengst: € 234.042

WEVAB per 20 februari 1998: € 47.250

Winst: € 186.792

Verhoging MKB-vrijstelling: € 18.680 -/-

Winstcorrectie: € 168.112

2.10

Dienovereenkomstig heeft verweerder het belastbaar inkomen uit werk en woning met deze winstcorrectie, en met een niet in geschil zijnde correctie van de persoonsgebonden aftrek, verhoogd.

3 Geschil

3.1 In geschil is of de aanslag tot het juiste bedrag is vastgesteld. Het geschil spitst zich toe op de toepassing van de landbouwvrijstelling. In het bijzonder is in geschil of de tot 27 juni 2000 geldende landbouwvrijstelling (hierna: de oude landbouwvrijstelling) of de vanaf 27 juni 2000 geldende landbouwvrijstelling (hierna: de nieuwe landbouwvrijstelling) van toepassing is. Tevens is in geschil of de WEVAB per verkoopdatum of de WEVAB per leveringsdatum van toepassing is.

3.2

Eiser stelt zich primair op het standpunt dat de oude landbouwvrijstelling van toepassing is op de winst die is behaald met de verkoop van de landbouwgronden omdat de koopakte van 20 februari 1998 kan worden aangemerkt als een obligatoire verkoopovereenkomst. Daartoe heeft eiser aangevoerd dat hij bij de verkoop van de gronden in 1998 de winst had mogen nemen. Nu eiser in 1998 heeft gekozen voor uitstel van winstneming brengt een redelijke toepassing van de Wijzigingswet (artikel XII van de Wet van 14 december 2000, Stb. 567) mee dat de oude landbouwvrijstelling van toepassing is. Volgens eiser kan dit ook worden gebaseerd op het uitgangspunt dat een binnen de grenzen van goed koopmansgebruik gemaakte keuze voor het tijdstip van winstneming geen invloed mag hebben op de totaalwinst. Volgens eiser is de boekwinst met toepassing van de oude landbouwvrijstelling in zijn geheel vrijgesteld.

3.3

Subsidiair stelt eiser dat de nieuwe landbouwvrijstelling van toepassing is op de winst die is behaald met de verkoop van de landbouwgronden en dat uitgegaan moet worden van de WEVAB per 19 februari 2008 omdat het economische belang van de landbouwgronden pas op die datum is overgegaan naar de koper.

3.4

Ter zitting heeft eiser zijn stelling inzake het toevoegen van € 45.000 aan de herinvesteringsreserve ingetrokken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing