Rechtbank Gelderland, 07-07-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:4348, 263733
Rechtbank Gelderland, 07-07-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:4348, 263733
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 7 juli 2014
- Datum publicatie
- 14 juli 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2014:4348
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:5016, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 263733
Inhoudsindicatie
Veroordeling tot het verstrekken van informatie aan de Belastingdienst over de bij een Luxemburgse bank aangehouden bankrekeningen op straffe van een dwangsom. Het verkregen materiaal mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de belastingheffing.
Uitspraak
vonnis
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/263733 / KG ZA 14-218
Vonnis in kort geding van 7 juli 2014
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
(Ministerie van Financiën, Directoraat-Generaal Belastingdienst),
zetelend te 's-Gravenhage,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.M.L. van Duin te ‘s-Gravenhage,
tegen
1 [gedaagde sub 1],
wonende te [plaats],
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [plaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J.M.H. Römkens te Maastricht.
Partijen zullen hierna de Belastingdienst en [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding
- -
-
de eis in reconventie
- -
-
de (eerste, algemene) pleitnota van de Belastingdienst
- -
-
de mondelinge behandeling
- -
-
de (tweede) pleitnota van de Belastingdienst
- -
-
de pleitnota van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2].
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
In het jaar 2000 kreeg de Belastingdienst via de Belgische autoriteiten de beschikking over een grote hoeveelheid gegevens van Nederlandse rekeninghouders bij de KB Luxbank te Luxemburg. Het betreft fotokopieën van afgedrukte microfiches die afkomstig zijn uit de interne administratie van deze Luxemburgse bank. De microfiches vermelden saldi op rekeningen bij deze bank per 31 januari 1994. De fotokopieën zijn in het kader van internationale gegevensuitwisseling bij brief van 27 oktober 2000 door de Belgische autoriteiten aan de Belastingdienst verstrekt.
Het onderzoek van de Belastingdienst aan de hand van de verkregen fotokopieën staat bekend als het Rekeningenproject.
Aan de hand van deze fotokopieën heeft de Belastingdienst onderzoek gedaan naar de identiteit van de rekeninghouders. Op de fotokopieën die de Belastingdienst in zijn bezit heeft, staan als rekeninghouders van enkele rekeningen [naam 1] en [naam 3] genoemd. De rekeningen betreffen “vue-rekeningen” (rekening-courantrekeningen) met een saldo van respectievelijk fl -123,43 en fl -222,75 en termijndeposito’s met een saldo van respectievelijk fl 412.310,65 en
fl 490.505,75.
De Belastingdienst heeft [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] (die overigens broers zijn) in 2002 voor het eerst aangeschreven met vragen over de bankrekeningen, aangezien de omvang, en onder omstandigheden ook de herkomst van de in het buitenland aangehouden tegoeden, voor de belastingheffing van belang kunnen zijn. Vervolgens zijn er in de jaren daarna meerdere vragenbrieven toegezonden met het verzoek om informatie te verstrekken over het vermogen in het buitenland.
[gedaagde sub 1] is door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Arnhem bij vonnis van 23 september 2004 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, het verrichten van een werkstraf gedurende 40 uur en het betalen van een geldboete van € 8.750,00 wegens – kort gezegd – het opzettelijk doen van onjuiste of onvolledige belastingaangifte voor de inkomstenbelasting voor de jaren 1995 t/m 1997 door de bankrekening(en) bij de KB Luxbank niet bij de aangifte te betrekken. De rechtbank heeft daartoe onder meer overwogen:
2b. De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Het is niet aannemelijk geworden dat het Openbaar Ministerie (OM) of de FIOD, wetende van die
onrechtmatigheid, (mede) de hand gehad heeft in een eventuele onrechtmatige verkrijging van de
microfiches. De stelling dat van een regisseren in samenspanning met de Belgische autoriteiten sprake
is, is niet aannemelijk geworden. Concrete, niet louter hypothetische, aanknopingspunten voor een
onderzoek op dat punt ontbreken, zijn door de verdediging niet aangedragen. Er is daarom geen reden
om het OM niet-ontvankelijk te verklaren of om het van de Belgische fiscale autoriteiten verkregen
materiaal van het bewijs uit te sluiten.
(…)