Home

Rechtbank Gelderland, 13-02-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:852, AWB-13_4119

Rechtbank Gelderland, 13-02-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:852, AWB-13_4119

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
13 februari 2014
Datum publicatie
5 augustus 2014
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2014:852
Zaaknummer
AWB-13_4119

Inhoudsindicatie

Samenvatting: Naheffingsaanslag BPM. Bij de aangifte dient een keuze te worden gemaakt voor ofwel de tabel, ofwel de koerslijst, ofwel een taxatierapport. Wanneer wordt gekozen voor een taxatierapport, wordt niet toegekomen aan de waarde volgens de koerslijst.

Uitspraak

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummer: AWB 13/4119

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 13 februari 2014

inzake

[X] BV, gevestigd te [Z], eiseres,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Doetinchem, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiseres een naheffingsaanslag (aanslagnummer [000]) belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd van € 1.041.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 9 juli 2013 de naheffingsaanslag BPM verminderd met € 472.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 15 juli 2013, ontvangen door de rechtbank op dezelfde datum, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan eiseres.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2013. Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde mr. [gemachtigde], werkzaam bij [A] B.V., vergezeld van [B]. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde], mr. [C], [D] en [E] (taxateur).

2 Feiten

2.1

Eiseres heeft op 23 juli 2012 in Duitsland een personenauto van het merk Volkswagen, type [F] (hierna: de auto) gekocht voor een bedrag van € 20.100 exclusief BTW. De cataloguswaarde van de auto bedraagt € 57.180.

2.2

Op 26 juli 2012 heeft eiseres aangifte voor de BPM gedaan ter zake van de auto. Bij de aangifte is een rapport van 26 juli 2012, opgemaakt door [G] b.v., overgelegd waarin de handelsinkoopwaarde en de verschuldigde BPM zijn vastgesteld op respectievelijk € 12.555 en €2.417. In dit rapport is de handelsinkoopwaarde berekend door op de koerslijstwaarde van X-Ray van € 17.986 een schadecalculatie ten bedrage van €5.431 in mindering te brengen. Eiseres heeft € 2.422 aan verschuldigde BPM betaald.

2.3

Met dagtekening 27 maart 2013 is aan eiseres de naheffingsaanslag BPM ten bedrage van € 1.041 opgelegd op grond van artikel 20, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Hierbij is de inkoopwaarde van de auto vastgesteld op de koerslijstwaarde van X-Ray van € 17.986 en is de naheffingsaanslag BPM als volgt berekend:

Bruto BPM € 11.010

Werkelijk afschrijvingspercentage 68,54%

Verschuldigde BPM € 3.463

Bedrag naheffingsaanslag € 1.041

2.4

De naheffingsaanslag vermeldt onder meer dat een hertaxatie van de auto heeft plaatsgevonden door [H] B.V. en dat verweerder de resultaten hiervan (hierna: het expertiserapport) op 2 augustus 2012 heeft ontvangen.

2.5

Eiseres heeft tegen de naheffingsaanslag BPM tijdig bezwaar gemaakt. In haar bezwaarschrift heeft eiseres verzocht om toepassing van artikel 10b van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: Wet BPM), het tussentijdse tarief, alsmede om toepassing van een extra leeftijdsafschrijving tussen het moment waarop de verschuldigde BPM wordt vastgesteld en het moment waarop de registratie wordt toegestaan (hierna: de leeftijdskorting). Tevens heeft zij verzocht om toekenning van een proceskostenvergoeding.

2.6

Bij uitspraak op bezwaar van 9 juli 2013 heeft verweerder de naheffingsaanslag BPM verminderd met € 472 en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. Voor de vermindering heeft verweerder ter zake van de naheffing met het tussentijds tarief rekening gehouden.

3 Geschil

In geschil is of de naheffingsaanslag BPM terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd en deugdelijk is gemotiveerd. Meer in het bijzonder is in geschil of er sprake is van schade die in mindering mag worden gebracht op de koerslijstwaarde van X-Ray, op welke wijze de leeftijdskorting kan worden toegepast, en of voor de bezwaarfase een proceskosten-vergoeding toegekend dient te worden.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing