Home

Rechtbank Gelderland, 14-01-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:90, AWB-13_1236

Rechtbank Gelderland, 14-01-2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:90, AWB-13_1236

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
14 januari 2014
Datum publicatie
14 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2014:90
Zaaknummer
AWB-13_1236

Inhoudsindicatie

Rechtbank Gelderland is van oordeel dat de informatiebeschikking terecht is vastgesteld. Eiser heeft niet voldaan aan zijn wettelijke informatieplicht en het opvragen van de betreffende informatie was in het kader van de belastingheffing redelijkerwijs noodzakelijk. Ook wanneer de uitspraken waarin de rechtbank heeft geoordeeld dat eiser een bankrekening in het buitenland heeft aangehouden nog niet onherroepelijk vaststaan moet eiser de vragen beantwoorden. Verder ontslaat artikel 6 EVRM eiser niet van de verplichting om de vragen te beantwoorden aangezien, zelfs indien sprake is van wilsafhankelijk materiaal, informatie mag worden afgedwongen voor heffingsdoeleinden.

Uitspraak

Team belastingrecht

Zittingsplaats Arnhem

registratienummer: AWB 13/1236

uitspraak van de meervoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

van 14 januari 2014

inzake

[X] , wonende te [Z], eiser,

tegen

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Gorinchem, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 5 oktober 2012 een informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) afgegeven.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 februari 2013 de informatiebeschikking gehandhaafd.

Eiser heeft daartegen bij brief van 1 maart 2013, ontvangen door de rechtbank op 4 maart 2013, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft voor de zitting nadere stukken ingediend, welke stukken in afschrift zijn verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 december 2013 te Arnhem. Namens eiser is daar verschenen zijn gemachtigde mr. [gemachtigde], verbonden aan [A] te [Q]. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] en [B].

Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan elkaar.

2 Feiten

2.1

Eiser heeft op 9 november 2011 aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2008 gedaan.

2.2

Verweerder heeft naar aanleiding daarvan bij brief van 12 september 2012 om informatie verzocht. In de brief is onder meer het volgende vermeld:

“Ik verwijs naar de navorderingen over eerdere jaren betreffende het buitenlands vermogen van u. Ik verwijs ook naar de nog in behandeling zijnde beroepschriften 1996 tot en met 2007 en de tussenuitspraak van de Rechtbank Arnhem van 22 maart 2012. Bij deze tussenuitspraak is vast komen te staan dat u rekeninghouder bent of bent geweest van een rekening bij Van Lanschot Bankiers te Luxemburg.

(…)

Onder verwijzing naar het tussenvonnis van 22 maart 2012 verzoek ik u mij een opgave te verstrekken van de saldi per 1 januari en per 31 december 2008 van deze rekening te Luxemburg en/of de (gedeeltelijke) voortzetting hiervan in een andere rekening of vermogensbestanddeel.

Ik verzoek u schriftelijke bewijsstukken hiervan te overleggen.”

2.3

De gemachtigde van eiser heeft daarop gereageerd bij brief van 28 september 2012. Daarin is onder meer het volgende vermeld:

“Ik kan omtrent uw verzoek om informatie vrij kort zijn. De heer [X] heeft geen aanleiding om een ander standpunt in te nemen in deze kwestie dan in de eerdere aanslagfase, bezwaarfase en beroepsfase is ingenomen. Aan uw verzoek kan ook geen gehoor worden gegeven.”

2.4

Verweerder heeft vervolgens op 5 oktober 2012 de informatiebeschikking afgegeven. Daarin is onder meer het volgende vermeld:

“U hebt niet of niet geheel aan deze informatieverzoeken voldaan.

Het gaat om de volgende vragen en verzoeken:

- overzicht van de banksaldi per 1 januari 2008 en 31 december 2008 van de bankrekening met nummer [000] bij Van Lanschot bankiers (Luxembourg) SA

- overzicht van banksaldi overige spaarrekeningen en/of beleggingsrekeningen bij bovengenoemde bank per 1 januari en 31 december

- overzicht van saldi spaarrekeningen en/of beleggingsrekeningen bij overige banken in het buitenland (uitgezonderd de aangegeven bankrekening aangehouden bij Unicaja Bank te Spanje) per 1 januari en 31 december

- overige vermogensbestanddelen in het buitenland per 1 januari en 31 december (uitgezonderd uw aangegeven belang van 50% in een woning in Spanje)

(…).”

2.5

Eiser heeft bij brief van 13 november 2012, ontvangen door verweerder op 14 november 2012, tegen de informatiebeschikking bezwaar gemaakt.

2.6

Verweerder heeft bij de uitspraak op bezwaar van 6 februari 2013 het bezwaar afgewezen.

2.7

In de uitspraken van de rechtbank Oost-Nederland van 21 februari 2013 met de registratienummers AWB 08/3105 en 12/982 (IB/PVV 1995 en IB/PVV 2002) en met de registratienummers AWB 11/5507 tot en met 11/5521 (IB/PVV 1996 tot en met 2001, IB/PVV 2003 tot en met 2007 en VB 1997 tot en met 2000) heeft de rechtbank onder meer overwogen dat eiser de beschikking heeft gehad over een bankrekening bij Van Lanschot Bankiers te Luxemburg. Tegen deze uitspraken heeft eiser hoger beroep aangetekend.

3 Geschil

In geschil is het antwoord op de vraag of de informatiebeschikking terecht aan eiser is afgegeven.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing