Rechtbank Gelderland, 21-07-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4558, AWB - 14 _ 8505
Rechtbank Gelderland, 21-07-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4558, AWB - 14 _ 8505
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 21 juli 2015
- Datum publicatie
- 21 juli 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2015:4558
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 8505
Inhoudsindicatie
Belasting zware motorrijtuigen (bzm). Aan eiseres zijn 23 verzuimboetes opgelegd ter zake van het niet voldoen van bzm. Jaarbetaling en incidentele vergissing vormen aanleiding om boetes te matigen tot € 160 per verzuim.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummers: AWB 14/8505, AWB 14/8506, AWB 14/8508 tot en met AWB 14/8528
in de zaken tussen
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres de volgende naheffingsaanslagen belasting zware motorvoertuigen (hierna: BZM) en verzuimboetes opgelegd:
met dagtekening 1 juli 2014:
- aanslagnummer [000].Z.40001.8;
- aanslagnummer [000].Z.40002.8;
- aanslagnummer [000].Z.40003.8;
- aanslagnummer [000].Z.40004.8;
- aanslagnummer [000].Z.40005.8;
- aanslagnummer [000].Z.40006.8;
met dagtekening 4 augustus 2014:
- aanslagnummer [000].Z.40007.8;
- aanslagnummer [000].Z.40008.8;
- aanslagnummer [000].Z.40009.8;
- aanslagnummer [000].Z.40010.8;
- aanslagnummer [000].Z.40011.8;
- aanslagnummer [000].Z.40012.8;
- aanslagnummer [000].Z.40013.8;
- aanslagnummer [000].Z.40014.8;
- aanslagnummer [000].Z.40015.8;
- aanslagnummer [000].Z.40016.8;
met dagtekening 2 september 2014:
- aanslagnummer [000].Z.40017.8;
- aanslagnummer [000].Z.40018.8;
- aanslagnummer [000].Z.40019.8;
- aanslagnummer [000].Z.40020.8;
- aanslagnummer [000].Z.40021.8;
- aanslagnummer [000].Z.40022.8;
- aanslagnummer [000].Z.40023.8;
telkens een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246.
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 10 november 2014 de naheffingsaanslagen en de boetebeschikkingen gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 5 december 2014, ontvangen door de rechtbank op 8 december 2014, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juni 2015.
Namens eiseres zijn verschenen [gemachtigde], [A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigde] en [C].
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres exploiteert een transportbedrijf met ongeveer 97 eigen vrachtauto’s.
2. Eiseres doet voor alle eigen vrachtauto’s aangifte BZM voor tijdvakken van telkens een jaar. Slechts voor de door haar gehuurde vrachtauto’s doet zij aangifte voor een korter tijdvak.
3. Voor het aanvragen en verlengen van de eurovignetten (aangifte BZM) maakt eiseres gebruik van een extern bedrijf ([D]).
4. Op 28, 29 en 30 april 2014 is tijdens controles geconstateerd dat met drie vrachtauto’s met kentekens [AA-BB-01], [00-AAA-1] en [00-AAA-2] waarvan eiseres op dat moment volgens de kentekenregistratie houder was, in Nederland op drie verschillende dagen gebruik is gemaakt van de autosnelweg. Eiseres heeft niet vóór aanvang van het gebruik van de autosnelweg de verschuldigde BZM op aangifte voldaan.
5. Op 27, 28, 29 en 30 mei 2014 is tijdens controles geconstateerd dat met drie vrachtauto’s met kentekens [AA-BB-01], [00-AAA-1] en [00-AAA-2] waarvan eiseres op dat moment volgens de kentekenregistratie houder was, in Nederland op vier verschillende dagen gebruik is gemaakt van de autosnelweg. Eiseres heeft niet vóór aanvang van het gebruik van de autosnelweg de verschuldigde BZM op aangifte voldaan.
6. Op 26, 27 en 30 juni 2014 is tijdens controles geconstateerd dat met drie vrachtauto’s met kentekens [AA-BB-01], [00-AAA-1] en [00-AAA-2] waarvan eiseres op dat moment volgens de kentekenregistratie houder was, in Nederland op drie verschillende dagen gebruik is gemaakt van de autosnelweg. Eiseres heeft niet vóór aanvang van het gebruik van de autosnelweg de verschuldigde BZM op aangifte voldaan.
7. Verweerder heeft met dagtekening 1 juli 2014, 4 augustus 2014 en 2 september 2014 de onderhavige naheffingsaanslagen opgelegd.
8. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen. In de bezwaarschriften heeft [B] (hierna: [B]), voor zover hier van belang, het volgende ten aanzien van de gang van zaken rond de aanvraag van de eurovignetten van de vrachtauto’s met de kentekens [AA-BB-01], [00-AAA-1] en [00-AAA-2] verklaard:
“Op 18 Maart jl. heb ik, [B] in dienst als wagenparkbeheerder, middels mail een herinnering gekregen van [D] om eurovignetten te verlengen van de kentekens; [00-AAA-2], [AA-BB-02], [AA-BB-01] en [00-AAA-1]. Ik was echter die dag vrij en heb de fout gemaakt om op mijn telefoon deze mail te openen en deze niet weer als ongelezen te markeren.
Ik heb op 18 Maart ook voor twee andere kentekens die wij huurden een eurovignet aangevraagd. Hiervan heb ik de bevestiging gekregen en deze op mijn telefoon bekeken. Toen ik vervolgens nog een mail kreeg van [D] zag ik dat dit een aanvraag was en heb ik gedacht deze de volgende dag te bestellen. Helaas heb ik daarbij vergeten de mail als ongelezen te markeren en is deze mail uit het zicht geraakt.
(…)
Meteen na het ontdekken van deze fout heb ik alsnog eurovignetten aangevraagd voor deze kentekens.
(…)”
9. Tot de stukken van het geding behoren een afdruk van een e-mail van 18 maart 2014, 11.25 uur, waarin [D] [B] de bestelling van elektronische eurovignetten voor de kentekens [AA-BB-03] en [AA-BB-04] bevestigd en een afdruk van een e-mail van diezelfde datum, 14.31 uur, waarbij [D] aan [B] een overzicht verstrekt van de eurovignetten die binnenkort verlopen met het verzoek het bijgevoegde formulier in te vullen en te faxen. Op het formulier staan 4 kentekens, waaronder [AA-BB-01], [00-AAA-1] en [00-AAA-2]. Voorts heeft eiseres een afschrift van een e-mail van [D] van 8 juli 2014 overgelegd waarin deze de bestelling van eurovignetten voor onder meer de 3 hiervoor genoemde kentekens bevestigd.
10. In 2009 zijn door verweerder aan eiseres 2 naheffingsaanslagen met boetes opgelegd. In 2010 heeft verweerder 3 naheffingsaanslagen met boetes aan eiseres opgelegd. In 2013 heeft verweerder 23 naheffingsaanslagen met boetes aan eiseres opgelegd, waarvan er 13 zijn vernietigd wegens vermelding van een onjuist kenteken.
Geschil
11. In geschil is of verweerder de verzuimboetes terecht aan eiseres heeft opgelegd en zo dit het geval is, of verweerder de boete terecht heeft gesteld op € 246 per verzuim.
Beoordeling van het geschil
12. Ingevolge artikel 2 van de Wet BZM wordt ter zake van het gebruik van de autosnelweg met een zwaar motorrijtuig in Nederland ‘belasting zware motorrijtuigen’ geheven.
13. Ingevolge artikel 9 van de Wet BZM is het tijdvak waarover de belasting moet worden betaald een dag, een week, een maand of een jaar.
14. Ingevolge artikel 11, eerste en tweede lid, van de Wet BZM moet de belasting, in afwijking van artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR), op aangifte worden voldaan en moet de belasting worden betaald vóór aanvang van het gebruik van de autosnelweg.
15. Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Wet BZM kan de inspecteur, indien wordt geconstateerd dat de verschuldigde belasting niet, niet tijdig of niet geheel is betaald, in afwijking van de artikelen 67b, 67c en 67f van de AWR, een bestuurlijke boete van ten hoogste € 4.920 opleggen aan de houder.
16. Paragraaf 36, derde lid, van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (hierna: BBBB) bepaalt dat, indien wordt geconstateerd dat de verschuldigde belasting inzake de Wet BZM niet, gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn is betaald, dit een verzuim vormt ter zake waarvan de inspecteur een verzuimboete kan opleggen van 5 procent van het wettelijk maximum van artikel 13 van de Wet BZM (€ 246).
17. Eiseres heeft aangevoerd dat zij voor het verlengen van de eurovignetten gebruik maakt van een extern bedrijf ([D]). In maart 2014 is een e‑mailbericht van [D], waarin eiseres erop wordt geattendeerd dat de eurovignetten voor een aantal kentekens binnenkort verlopen aan de aandacht van de wagenparkbeheerder ontsnapt. De fout is volgens eiseres een menselijke vergissing. Van opzet of schuld is geen sprake, aldus eiseres. Eiseres heeft direct na ontvangst van de eerste naheffingsaanslagen alsnog de eurovignetten aangevraagd. Om in de toekomst soortgelijke problemen te voorkomen doet eiseres de aangifte voortaan via internet, na het sluiten van een daartoe strekkende overeenkomst met verweerder. Eiseres heeft voorts gesteld dat er een (te) ruime tijd zit tussen de overtredingen en het opleggen van de naheffingsaanslagen en verzuimboetes.
18. De rechtbank overweegt als volgt. Voor het opleggen van de onderhavige boetes is niet vereist dat sprake is van schuld of opzet bij eiseres. De enkele constatering van het verzuim om de verschuldigde belasting te betalen, is voldoende. Dat is slechts anders indien sprake is van afwezigheid van alle schuld. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan geen sprake. Eiseres mag als transportondernemer bekend worden verondersteld met (het systeem van heffing van) de BZM. Ook over eerdere jaren zijn meerdere naheffingsaanslagen met verzuimboetes aan haar opgelegd. Desondanks heeft zij verzuimd de verschuldigde belasting op aangifte te voldoen. Dat door een incidentele fout als gevolg van het uit het oog raken van een e-mail waarin wordt gesignaleerd dat de eurovignetten binnenkort verlopen, niet alle benodigde eurovignetten zijn aangevraagd, doet aan het voorgaande niet af. Het is immers de verantwoordelijkheid van eiseres om zo nodig dagelijks te controleren of alle benodigde papieren bij de vrachtauto’s in orde zijn, zodat de verschuldigde BZM tijdig wordt afgedragen. De boetes zijn derhalve terecht aan eiseres opgelegd.
19. Gelet op de expliciete keuze van de wetgever voor een gering tarief per dag en de mogelijkheid om per dag te betalen, is een relatief hoge boete gerechtvaardigd om de nakoming van die fiscale verplichtingen af te dwingen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van een boete van € 246 per verzuim niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.
20. Aan het voorgaande doet niet af dat er enige tijd tussen de overtredingen en het opleggen van de naheffingsaanslagen en verzuimboetes zit. De BZM is een belasting die eiseres op eigen initiatief dient aan te geven en te betalen. De naheffingsaanslagen en boetes zijn niet bedoeld als signaleringssysteem.
21. De rechtbank zal evenwel moeten beoordelen of de opgelegde boetes passend en geboden zijn en of sprake is van omstandigheden die dienen te leiden tot matiging van de boetes.
22. Naar het oordeel van de rechtbank zijn 23 boetes van € 246 in dit geval disproportioneel in verhouding tot de ernst van de overtreding. Eiseres heeft aannemelijk gemaakt dat zij middels het uitbesteden van het aanvragen en verlengen van de eurovignetten doorgaans nauwgezet en op tijd aangifte doet. Voorts heeft eiseres aannemelijk gemaakt dat de wagenparkbeheerder tijdens een beursdag een e-mail heeft gelezen die daarna bij hem uit het oog is geraakt. In die e-mail wordt eiseres door het externe bedrijf gewezen op het feit dat de eurovignetten binnenkort verlopen. De rechtbank acht aannemelijk dat sprake is van een incidentele vergissing, waardoor de betreffende aangiften niet werden gedaan. De rechtbank neemt hierbij tevens in aanmerking dat eiseres over een groot wagenpark beschikt en voor alle eigen vrachtauto’s aangiften BZM doet voor tijdvakken van telkens een jaar. Eiseres maakt derhalve voor die vrachtauto’s geen gebruik van de mogelijkheid om de aangiften te doen voor een korter tijdvak, zoals een tijdvak van een dag. Eiseres heeft derhalve niet op tien verschillende dagen verzuimd aangifte te doen, maar heeft slechts op één dag, te weten op 18 maart 2014 een verzuim begaan. Eiseres heeft tevens binnen redelijke tijd na het ontvangen van de eerste naheffingsaanslag alsnog voor de onderhavige kentekens eurovignetten aangevraagd. Voorts heeft eiseres aangegeven dat zij, ter voorkoming van soortgelijke problemen in de toekomst, besloten heeft de aangiften BZM voortaan via internet te doen, na het sluiten van een daartoe strekkende overeenkomst met verweerder. Gelet op deze omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding de boetes van € 5.658 (zijnde 23 maal € 246) te verminderen tot € 3.680 (23 maal € 160). De rechtbank ziet geen aanleiding tot vernietiging of verdere vermindering van de boetes, nu aan eiseres reeds in eerdere jaren naheffingsaanslagen BZM zijn opgelegd.
23. Gelet op het voorgaande dienen de beroepen gegrond te worden verklaard.
24. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is gesteld of gebleken dat eiseres kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.
Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart de beroepen gegrond;
- -
-
vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover het betreft de verzuimboetes;
- -
-
vermindert de opgelegde verzuimboetes tot € 3.680 (23 maal € 160);
- -
-
gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 328 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Tikken, rechter, in tegenwoordigheid van mr. T.J.P. Wientjens, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 21 juli 2015 |
||
griffier |
rechter |
|
Afschrift verzonden aan partijen op: |
||
Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld; d. de gronden van het hoger beroep. |