Home

Rechtbank Gelderland, 30-07-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4963, AWB - 14 _ 4204

Rechtbank Gelderland, 30-07-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4963, AWB - 14 _ 4204

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
30 juli 2015
Datum publicatie
30 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2015:4963
Zaaknummer
AWB - 14 _ 4204

Inhoudsindicatie

ANBI. Eiseres is een stichting die aangepaste watersportactiviteiten aanbiedt voor mensen met één of meer beperkingen. Haar ANBI-beschikking is ingetrokken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres, onder meer door overlegging van verschillende verklaringen van ter zake deskundige instanties, aannemelijk gemaakt dat het dienen van het welzijn van de doelgroep voorop staat en dat de watersportactiviteiten het middel zijn. De enkele stelling van verweerder, dat hij niet is overtuigd van het feit dat mensen met een beperking op een andere wijze worden gediend door zelf actief te watersporten dan mensen zonder beperking, is niet onderbouwd. Voorts blijkt uit de financiële stukken dat de watersportactiviteiten worden aangeboden tegen een tarief dat slechts de helft van de kosten dekt. Gelet hierop, is geen sprake van een min of meer commercieel tarief. Beroep gegrond.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummer: AWB 14/4204

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 30 juli 2015

in de zaak tussen

Stichting [X] ( [Y] ), te [Z] , eiseres

(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor ’s-Hertogenbosch, verweerder.

Procesverloop

Bij beschikking van 24 september 2013 heeft verweerder met terugwerkende kracht vanaf 3 september 2013 de status van eiseres als algemeen nut beogende instelling (ANBI) ingetrokken (de intrekkingsbeschikking).

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 april 2014 de intrekkingsbeschikking gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 12 mei 2014, ontvangen door de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 13 mei 2014 en op 23 juni 2014 doorgezonden naar de rechtbank Gelderland, beroep ingesteld. Bij brief van 17 juni 2014 heeft eiseres het beroep nader gemotiveerd.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.

Eiseres heeft bij brief van 30 april 2015 nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2015. Namens eiseres zijn verschenen [A] , directeur, en [B] , directeur, bijgestaan door mr. [gemachtigde] en mr. [C] , beiden advocaat te [Q] . Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigde] en [D] .

Overwegingen

Feiten

  1. Eiseres is een stichting, opgericht op [1974] . Eiseres organiseert watersportactiviteiten voor mensen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking. Bij beschikking met dagtekening 20 september 2007 is de rechtsvoorgangster van eiseres, Stichting [E] , per 1 januari 2008 aangemerkt als ANBI. Eiseres maakte destijds onderdeel uit van het overkoepelende orgaan Stichting [F] . Vanaf 1 januari 2013 valt eiseres niet langer onder de koepelstichting en opereert zij zelfstandig.

  2. Op 18 juni 2013 zijn de statuten van eiseres gewijzigd. Artikel 2 en 3 van de statuten luiden, na wijziging, als volgt:

" Artikel 2

De stichting heeft ten doel:

- het bevorderen van het maatschappelijk welzijn, de fysieke en mentale onafhankelijkheid en de integratie van mensen met een handicap middels (het aanbieden van) faciliteiten op het gebied van watersport; en

- het bevorderen van deelname van mensen met een handicap aan watersportactiviteiten;

alles in de ruimste zin van het woord.

Artikel 3

De stichting tracht dit doel onder meer te bereiken door:

- het (doen) organiseren en/of aanbieden van aangepaste watersportactiviteiten en actieve vakanties op, om of gelieerd aan het water; tegen een zodanige kostprijs waardoor deze activiteiten en vakanties mogelijk worden, zijn en blijven voor mensen met een handicap;

- het (doen) organiseren en/of aanbieden van activiteiten op het gebied van zorg, hulpverlening en begeleiding om deelname van mensen met een handicap aan watersportactiviteiten en actieve vakanties mogelijk te maken;

- het (doen) werven van gelden door subsidie of anderszins ten behoeve van de doelstelling en daaraan gekoppelde activiteiten;

- het uitdragen van de meerwaarde van watersport voor mensen met een handicap;

- het beheren, het exploiteren, het verhuren en vervreemden van (aangepaste) schepen en (aangepaste) accommodaties ten behoeve van de watersport door mensen met een handicap;

- al datgene te doen dat met het voorstaande verband houdt of daartoe dienstig kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. "

3. Bij akte van 11 februari 2014 is artikel 2 van de statuten opnieuw gewijzigd. Dit artikel luidt als volgt:

" 1. De stichting heeft ten doel:

- het bevorderen van het maatschappelijk welzijn, de fysieke en mentale onafhankelijkheid, het voorkomen van sociaal isolement en de integratie van mensen met een handicap middels (het aanbieden van) faciliteiten op het gebied van de watersport; en

- het bevorderen van deelname van mensen met een handicap aan watersportactiviteiten,

alles in de ruimste zin van het woord.

2. De stichting beoogd niet het maken van winst. "

4. Tot de gedingstukken behoren onder meer de jaarplannen over de jaren 2012, 2013 en 2014. Het jaarplan 2013 van eiseres vermeldt onder meer het volgende:

" 1. Inleiding

(…)

Deelnemen aan de activiteiten van [Y] is meer dan watersporten alleen. Watersport is een ideaal middel dat mensen met een handicap de kans geeft te ontsnappen aan een sociaal isolement, te integreren en volwaardig mee te draaien (de wind maakt immers geen onderscheid) en om grenzen te ontdekken en verleggen. Het is niet voor niets dat revalidatiecentra en mytylscholen steeds vaker de faciliteiten van [Y] inzetten in het kader van revalidatie en ontwikkeling.

(…)

Zorg en begeleiding op maat

Naast de aanpassingen op de schepen en accommodaties voorziet [Y] ook in alle noodzakelijke begeleiding, ADL-hulp en zorg die onontbeerlijk is voor de doelgroep om deel te kunnen nemen. Want ook bij een watersportactiviteit/vakantie moet worden voorzien in alle voor de deelnemers noodzakelijke randvoorwaarden. Zorg op maat is hierbij het credo. Variërend van het extra handje om het zeilpak aan te trekken tot en met de inzet van BIG-geregistreerde verpleegkundigen.

Vrijwillig maar niet vrijblijvend

[Y] is een vrijwilligersorganisatie. Alleen met de enthousiaste inzet van veel deskundige vrijwilligers zijn de activiteiten mogelijk. Zonder de inzet van de vrijwilligers zouden de activiteiten onbetaalbaar en dus onbereikbaar worden voor de doelgroep. De vrijwilligers worden goed voorbereid op hun taak en begeleid door een professionele bemanning die zorg draagt voor de continuïteit en veiligheid. Jaarlijks zijn ruim 230 vrijwilligers actief (gemiddeld 10 dagen p.p.)

Toenemende behoefte

Jaarlijks maken zo'n 1400 gasten meerdere dagen gebruik van de activiteiten van [Y] . En het aantal stijgt nog ieder jaar. Inmiddels hebben wij in ons 35-jarig bestaan maar liefst ruim 35.000 mensen met een handicap mogen ontvangen op een van onze accomodaties. Met de inzet van ruim 2600 vrijwilligersmensdagen werden in 2012 in totaal meer dan 5500 'watersportmensdagen' aangeboden.

[Y] voorziet daarmee in een maatschappelijke behoefte, waar reguliere marktpartijen niet in zullen of kunnen voorzien.

(…)

2 Filosofie en uitgangspunt

(…)

Visie : Actief en zelfstandig watersporten draagt bij aan fysieke en mentale onafhankelijkheid van mensen met een handicap.

Missie : mensen (met een handicap) helpen hun mogelijkheden te ervaren en vergroten ( [G] ) door middel van toegankelijke watersportactiviteiten in een ontspannen en veilige omgeving voor iedereen ( [H] ).

(…)

7 Financiën

(…)

[Y]

begroting 2015

begroting 2014

begroting

2013

raming 2012

BATEN

bijdragen deelnemers (en materialen)

(…)

(…)

508.295

(…)

netto extra opbrengst [I]

0

bijdrage Fonds Gehandicaptensport

222.200

overige structurele fondsen/ maatschappelijke partners

55.000

projectsubsidies

99.000

Ministerie van VWS

0

exportsubsidie

0

overige fondsen

30.000

donateurs

42.800

sponsors

20.000

giften/acties

47.000

bijdrage convenant [J] / [K]

4.700

verkoop diverse materialen

4.000

doelgiften groot onderhoud (op projectbasis)

99.950

overige bijdrage

2.500

bijdrage lipsfonds verhuizing

25.000

inkomsten leer/werktraject

0

Totaal baten

1.150.607

1.123.516

1.160.445

1.038.115

LASTEN

personeel accommodaties

(…)

(…)

426.650

(…)

personeel algemeen

212.727

personeel werkplaats

15.380

algemene kosten

126.565

deelnemerswerving en communicatie algemeen

42.800

vrijwilligerswerving en –behoud

17.500

financieringswerving en –behoud

15.000

activiteiten en beheer [L]

55.300

activiteiten en beheer [M]

82.149

activiteiten en beheer [N]

67.777

werkplaats

3.485

groot onderhoud (op projectbasis)

94.000

[O] tijdelijke verbouwing

0

uitgaven leerwerktraject

0

Totaal lasten

1.127.573

1.111.036

1.159.333

1.056.291

Saldo van baten en lasten

23.033

12.481

1.113

-18.176

5. In 2012 heeft verweerder bij eiseres een bedrijfsonderzoek ingesteld om de ANBI-status te beoordelen. Bij de intrekkingsbeschikking is de ANBI-status met terugwerkende kracht ingetrokken met ingang van 3 september 2013. Eiseres heeft tijdig bezwaar gemaakt tegen de beschikking. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 april 2014 het bezwaar afgewezen en de intrekkingsbeschikking gehandhaafd.

6. Tot de gedingstukken behoren door eiseres overgelegde verklaringen van [P] , [a] , [b] B.V., de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK), het Fonds Gehandicaptensport, [c] , het Nationaal MS Fonds en [d] . Daarnaast heeft eiseres een drietal artikelen overgelegd waarin ervaringen van deelnemers zijn beschreven.

7. In geschil is het antwoord op de vraag of eiseres is aan te merken als een ANBI. Eiseres beantwoordt deze vraag bevestigend en verweerder ontkennend.

8. In artikel 5b, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) is, voor zover hier van belang, vermeld dat een algemeen nut beogende instelling een instelling is die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt, voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden en door de inspecteur als zodanig is aangemerkt. In het derde lid, onder a respectievelijk e, is bepaald dat als algemeen nut in de zin van dit artikel onder meer wordt beschouwd welzijn respectievelijk gezondheidszorg.

9. Blijkens de parlementaire geschiedenis bij dit artikel wordt onder welzijn begrepen een toestand waarbij men in materieel en geestelijk opzicht voorspoedig, gelukkig is. Instellingen die actief zijn in het bevorderen van welzijn van eenieder, kunnen kwalificeren. Eenieder moet hier worden opgevat als een ruime kring, die openstaat voor iedereen en niet beperkt is tot een kleine groep, qua omvang of qua locatie. Daarnaast zullen instellingen die zich met de gezondheidszorg bezighouden en zorgtaken verrichten, doorgaans kwalificeren, waaronder ook verenigingen en stichtingen vallen die door middel van sportbeoefening als doel beogen de gezondheidstoestand te verbeteren van mensen met een beperking of daardoor hun ziekte draaglijker te maken (Kamerstukken II, 2011-2012, 33006, nr. 3, p. 24 en 25).

10. Met de invoering van voormelde wettelijke bepalingen is geen wijziging van de inhoud van het ANBI-begrip beoogd. De in de jurisprudentie ontwikkelde eis dat uit de regelgeving en de feitelijke werkzaamheden moet blijken dat de instelling het algemeen nut dient is daarmee wettelijk vastgelegd. Sinds de invoering van voormelde wettelijke bepalingen moet de instelling uitsluitend of nagenoeg uitsluitend – dit is voor meer dan 90% – het algemeen nut beogen.

11. De bewijslast voor de feiten en omstandigheden die tot het oordeel kunnen leiden dat eiseres voldoet aan de voorwaarden om als ANBI te kunnen worden aangemerkt, rust op eiseres. Eiseres dient aannemelijk te maken dat zij zowel statutair als feitelijk voor meer dan 90% het algemeen nut dient (vgl. Hoge Raad 22 juni 2012, nr. 11/03215, ECLI:NL:HR:2012:BW9055 en Hoge Raad 13 januari 2012, nr. 10/03464, ECLI:NL:HR:2012:BQ0525).

12. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij voldoet aan de voorwaarden van artikel 5b, eerste lid, onderdeel a, van de AWR. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres, zakelijk weergegeven, in de eerste plaats aangevoerd dat het doel van de door haar georganiseerde watersportactiviteiten is om het welzijn van mensen met een (meervoudige) beperking te verbeteren door hen uit te dagen om zo zelfstandig mogelijk te watersporten en daarmee de in het dagelijkse leven ervaren fysieke en mentale drempels als gevolg van één of meer beperkingen te verlagen. Daarnaast dragen de aangeboden watersportactiviteiten bij aan het bestrijden van een sociaal isolement van mensen met een beperking, hetgeen volgens eiseres iets anders is dan het bieden van ontspanning of gezellig verkeer; het beleven van plezier is een zijdelings effect van haar activiteiten. Om dit mogelijk te maken wordt voor iedere deelnemer hulp of zorg op maat geboden, zowel voor aanpassingen aan de boten en accommodaties als voor persoonlijke begeleiding door vrijwilligers. Eiseres biedt haar activiteiten nagenoeg uitsluitend aan aan mensen met een beperking. Voorts heeft eiseres erop gewezen dat zij weliswaar de watersportactiviteiten aanbiedt tegen een "marktconform" tarief, maar daarmee bedoelt zij een tarief dat ongeveer gelijk is aan vergelijkbare activiteiten maar dan voor mensen zonder beperkingen. Dat tarief ligt echter ver beneden een prijsniveau dat de werkelijke kosten zou weerspiegelen, zoals blijkt uit de begroting van de baten en de lasten. Ongeveer 50% van de kosten wordt gedekt uit de deelnemersbijdragen en de overige 50% uit giften en subsidies. Daarbij komt nog de inzet van vrijwilligers, die in het seizoen ongeveer neerkomt op 15 fte aan professionele zorgverleners.

13. Met hetgeen eiseres heeft aangevoerd heeft zij aannemelijk gemaakt dat zij met haar statutaire doelstelling en feitelijke activiteiten voor meer dan 90% het algemeen belang dient. Ter zitting is gebleken dat tussen partijen niet in geschil is dat, ondanks de wijziging in de tekst van de statuten, de visie, missie en feitelijke werkzaamheden de afgelopen jaren hetzelfde zijn geweest en dat dit ook op die manier in de statuten is bedoeld tot uitdrukking te brengen. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt daaruit, gelezen in het licht van de visie en de missie uit het jaarplan 2013, dat het bevorderen van het welzijn van mensen met een beperking als doel voorop staat en dat de watersportactiviteiten het middel zijn. Dit wordt ook bevestigd door de verschillende verklaringen die eiseres heeft overgelegd en die afkomstig zijn van revalidatiecentra en organisaties die actief zijn voor mensen met beperkingen. Uit die verklaringen blijkt naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam dat de watersportactiviteiten van eiseres in sterke mate bijdragen aan de revalidatie, de zelfredzaamheid, het zelfvertrouwen, de sociale integratie en het algeheel welbevinden van de deelnemers en dat deze verbetering van het welzijn in het bijzonder is geboden voor mensen die moeten (leren) leven met een beperking. Daarnaast blijkt uit die verklaringen dat de activiteiten uniek in Nederland zijn.

14. Verweerder heeft gesteld dat het aanbieden van watersportactiviteiten en vakanties voorop staat bij eiseres en dat de verklaringen hem niet overtuigen van het feit dat de watersportactiviteiten het welzijn van mensen met een beperking op een andere wijze bevorderen dan dat sporten of vakanties in het algemeen bij mensen bijdraagt aan het welzijn. Nu verweerder dit standpunt niet nader heeft onderbouwd en ook overigens geen blijk heeft gegeven over bijzondere kennis of expertise te beschikken over mensen met een beperking, ziet de rechtbank in die enkele stelling geen aanleiding om aan de juistheid van de inhoud van de verklaringen van ter zake deskundige instanties te twijfelen. Verweerder heeft tegenover deze verklaringen ook niet onderbouwd dat of waarom er geen verschillen zijn in kwaliteit van leven tussen mensen met en zonder (meervoudige) beperking en waarom het niet van wezenlijk belang is voor mensen met een beperking om – met behulp van aangepaste faciliteiten – te ervaren hoe het is om zelf actief te kunnen watersporten. Evenmin heeft verweerder gemotiveerd waarom mensen met een beperking niet op een andere wijze dan mensen zonder beperkingen het nodig hebben om te werken aan (herstel van) het zelfvertrouwen en geloof in eigen mogelijkheden om zo zelfstandig als mogelijk hun leven vorm te geven en waarom dit in het licht van de onderhavige toets van ondergeschikt belang zou zijn. In dit verband hecht de rechtbank ook belang aan de – door verweerder niet weerlegde – stelling van eiseres, dat de door haar aangeboden watersportactiviteiten op geen enkele wijze vergelijkbaar zijn met andere in Nederland aangeboden watersportvakanties voor mensen met een beperking, omdat die vakanties alleen een passieve ervaring bieden, namelijk het meereizen op een zeilboot. Anders dan verweerder heeft gesteld, is dan ook de conclusie gerechtvaardigd dat het bevorderen van het welzijn van de doelgroep die eiseres bedient voorop staat en dat de aangeboden watersportactiviteiten het middel vormen.

15. Verweerder heeft voorts gesteld dat eiseres haar activiteiten tegen min of meer commerciële tarieven aanbiedt, waaruit moet worden afgeleid dat eiseres met haar werkzaamheden primair de particuliere belangen van de deelnemers dient (vgl. Hoge Raad 12 december 2014, nr. 13/05820, ECLI:NL:HR:2014:3565, Scientology II-arrest). De rechtbank volgt verweerder hierin niet. Weliswaar staat in het jaarplan 2013 van eiseres dat zij de activiteiten aanbiedt tegen een tarief dat ongeveer gelijk is aan markttarieven, maar daarmee worden – naar de rechtbank begrijpt – kennelijk bedoeld de tarieven die gelden voor niet-aangepaste watersportactiviteiten, die dus niet geschikt zijn voor mensen met een beperking om actief aan deel te nemen. Uit de begroting volgt immers dat de deelnemers een tarief betalen waarmee de kosten voor minder dan 50% worden gedekt, zelfs zonder dat rekening is gehouden met de waarde van de uren die de vrijwilligers invullen. Gelet hierop, zou onder een "min of meer commercieel tarief" voor een watersportactiviteit voor mensen met een beperking veeleer moeten worden verstaan een tarief dat minstens twee keer zo hoog ligt als de commerciële tarieven die gelden voor niet-aangepaste watersportactiviteiten. Eiseres biedt haar activiteiten niet aan voor een dergelijk tarief omdat mensen met een beperking vaak ook financiële drempels kennen waardoor het vragen van een commercieel tarief de activiteiten onbereikbaar zou maken voor de doelgroep. Dit wordt ook bevestigd in de verklaring van [d] die eiseres heeft overgelegd. De rechtbank ziet geen aanleiding aan de juistheid van die verklaring te twijfelen. De conclusie moet daarom zijn dat feitelijk geen sprake is van min of meer commerciële tarieven, dat wil zeggen tarieven conform de markt voor actieve watersportactiviteiten voor mensen met een beperking. De rechtbank merkt ten overvloede op dat dit een andere markt is dan de markt voor actieve watersportactiviteiten voor mensen zonder een beperking omdat mensen met een beperking niet kunnen substitueren naar watersportactiviteiten zonder aangepaste faciliteiten zonder in te boeten op de mogelijkheid om zelf actief deel te nemen.

16. Niet is in geschil dat alle feitelijke werkzaamheden van eiseres vallen onder de doelstelling, met uitzondering van sporadisch georganiseerde boottochten voor sponsors. Dit betekent dat eiseres' werkzaamheden voor meer dan 90% het algemeen nut dienen.

17. Uit het vorenoverwogene volgt dat verweerder ten onrechte de beschikking ANBI-status heeft ingetrokken, omdat eiseres als een algemeen nut beogende instelling dient te worden aangemerkt.

18. De rechtbank ziet aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het bezwaar en beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.713 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het bijwonen van de hoorzitting met een waarde per punt van € 244, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor het indienen van repliek, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 490 en wegingsfactor 1 voor het gewicht van de zaak).

Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart het beroep gegrond;

-

vernietigt de uitspraak op bezwaar;

-

vernietigt de beschikking van 24 september 2013 waarbij de ANBI-status van eiseres is ingetrokken;

-

bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;

-

veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.713;

-

gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 328 vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.W. van de Sande, voorzitter, mr. A.I. van Amsterdam en

mr. M. Dondorp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.R. Richardson, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 30 juli 2015

griffier

voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.