Rechtbank Gelderland, 13-10-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6178, AWB - 15 _ 1596
Rechtbank Gelderland, 13-10-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6178, AWB - 15 _ 1596
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 13 oktober 2015
- Datum publicatie
- 13 oktober 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2015:6178
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 1596
Inhoudsindicatie
Publicatie op verzoek, geen samenvatting.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 15/1596
in de zaak tussen
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2006 een aanslag (aanslagnummer [000] .H.66) inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 244.775, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 314.878 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.929. Tevens is bij beschikking € 30.879 aan heffingsrente in rekening gebracht. Voorts is een verzuimboete van € 113 opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 10 februari 2015 de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.275, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 99.877 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.929. De beschikking heffingsrente is verminderd tot € 4.242. De boetebeschikking is gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen bij brief van 20 maart 2015, ontvangen door de rechtbank op 23 maart 2015, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2015.
Namens eiser is verschenen [A] en zijn gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] en [B] .
Verweerder heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan de rechtbank. Een exemplaar hiervan is ter zitting overgelegd aan de wederpartij die tevens de gelegenheid is geboden kennis te nemen van en te reageren op deze pleitnota.
Overwegingen
1. Tussen partijen is niet langer in geschil dat eiser geen recht heeft op vergoeding van de in de bezwaarfase gemaakte kosten.
2. Eiser heeft ter zitting verklaard dat de opgelegde boete niet in geschil is.
3. Partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt en wel in die zin dat het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang moet worden vastgesteld op € 58.131 en dat het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen moet worden vastgesteld op € 2.529. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen. De rechtbank zal tevens de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderen.
4. De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 980 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 490 en een wegingsfactor 1).
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover deze ziet op de aanslag IB/PVV en beschikking heffingsrente;
- vermindert de belastingaanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.275, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 58.131 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.529;
- vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser ten bedrage van € 980;
- gelast dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 45 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.I. van Amsterdam, rechter, in tegenwoordigheid van mr. L.L. van Benthem, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 13 oktober 2015 |
||
griffier |
rechter |
|
Afschrift verzonden aan partijen op: |
||
Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld; d. de gronden van het hoger beroep. |