Rechtbank Gelderland, 15-10-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6269, AWB - 13 _ 3182
Rechtbank Gelderland, 15-10-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6269, AWB - 13 _ 3182
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 15 oktober 2015
- Datum publicatie
- 10 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2015:6269
- Zaaknummer
- AWB - 13 _ 3182
Inhoudsindicatie
Voor zover de gemeente op grond van de overeenkomsten gehouden is de aanwezigheid van de onderhavige elektriciteitsleidingen te gedogen, kan geen precariobelasting worden geheven. Aanslag precariobelasting in zoverre in strijd met artikel 4, aanhef en onder c, van de Verordening. Tarief van
€ 2,24 per strekkende meter acht de rechtbank op zichzelf niet disproportioneel of willekeurig.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 13/3182
in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het tijdvak 1 juni 2011 tot en met 31 december 2011 op 30 september 2012 een aanslag (aanslagnummer [000] ) precariobelasting opgelegd ten bedrage van € 956.480.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 1 mei 2013 de aanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij fax van 10 juni 2013, ontvangen door de rechtbank op dezelfde dag, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 februari 2014.
Namens eiseres is, met kennisgeving aan de rechtbank, niemand verschenen. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] en [A] .
Verweerder heeft de rechtbank bij faxbericht van 26 maart 2014 nadere stukken doen toekomen.
De rechtbank heeft het onderzoek heropend, eiseres in de gelegenheid gesteld om te reageren en verweerder gevraagd om een overzicht van de lengte van het netwerk van de kernen [Q] , [R] , [S] , [T] , [U] en [V] .
Eiseres heeft bij brief van 22 april 2014 gereageerd op de nagekomen stukken van verweerder.
Verweerder heeft bij brief van 6 mei 2014 de door de rechtbank gevraagde informatie verstrekt.
Nadat partijen over en weer hebben gereageerd, heeft de rechtbank partijen toestemming verzocht tot afdoening zonder nadere zitting. Deze toestemming hebben partijen gegeven, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is netbeheerder van elektriciteitsleidingen in de gemeente Maasdriel (hierna: de gemeente). Deze leidingen bevinden zich deels in grond die eigendom is van de gemeente. Eigenaar van de leidingen is [B] N.V., een 100% dochter van eiseres.
2. De gemeente is uit verschillende samenvoegingen ontstaan. De gemeente is in 1999 gevormd door samenvoeging van de voormalige gemeenten Ammerzoden, Hedel , Heerewaarden , Maasdriel en Rossum. In 1958 is [Q] als gevolg van een provinciale grenscorrectie toegevoegd aan de gemeente Maasdriel. In 1955 zijn de voormalige gemeenten Rossum en Hurwenen gefuseerd tot de nieuwe gemeente Rossum.
3. Tot 27 maart 1984 vond de exploitatie van elektriciteitsleidingen in het grondgebied dat thans de gemeente omvat plaats door N.V. [C] (hierna: [C] ). Blijkens akte van 27 maart 1984 is de naam van [C] met ingang van die datum gewijzigd in N.V. [D] . Blijkens akte van 29 maart 1990 is deze naam vervolgens gewijzigd in N.V. [E] (hierna: N.V. [E] ).
4. Blijkens akte van fusie van 31 december 1993 zijn N.V. [E] en N.V. [F] opgegaan in N.V. [G] . Blijkens akte van fusie van 31 mei 2001 is onder meer N.V. [G] opgegaan in N.V. [H] .
5. Blijkens akte van 15 december 2011 is de naam van N.V. [H] gewijzigd in [B] N.V. (hierna: [B] ).
6. In het besluit van de raad van de gemeente Ammerzoden van 10 augustus 1923 is het volgende opgenomen:
“DE RAAD DER GEMEENTE AMMERZODEN;
(…)
heeft besloten:
“1ͤ aan de N.V. [C] te [W] kosteloos het recht te verleenen werken tot geleiding, transformeering, verdeeling en levering van electriciteit of daarmede in verband staande beveiligings- en ondersteuningswerken te hebben, aan te brengen, in stand te houden te wijzigen en te verwijderen in, op, aan, door of boven gemeentelijke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen der gemeente, zulks onder voorwaarde, dat de vennootschap voornoemd (…)”.
7. In een overeenkomst, ondertekend door de [C] op 16 april 1986 en door de gemeente Ammerzoden op 5 februari 1987, is het volgende opgenomen:
“in aanmerking nemende dat:
- Bij raadsbesluit d.d. 10 augustus 1923 door de gemeente aan de [C] vergunning is verleend tot het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in enz. eigendommen der gemeente;
- partijen een nadere regeling met betrekking tot het aanbrengen enz. van bovengrondse en ondergrondse 10 kV- en laagspanningsleidingen in, enz. eigendommen der gemeente wensen te treffen, welke regeling geacht wordt deel uit te maken van voormeld raadsbesluit,
komen overeen als volgt:
I De thans tussen partijen op grond van genoemd raadsbesluit geldende regeling, betreffende het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in, enz. eigendommen der gemeente komt te vervallen voorzover het 10 kV- en laagspanningsleidingen betreft.
II In plaats van het te vervallen gedeelte van de regeling komt de volgende regeling:
1. De gemeente verleent hiermede de voor het in, op of boven gemeentelijke eigendommen, voorzover deze zich daartoe lenen, aanbrengen, leggen, hebben, onderhouden, verkleinen, verzwaren, vervangen, uitbreiden en wijzigen van de onder- en bovengrondse leidingen ten behoeve van en in verband met de levering van elektrische energie door de [C] met toebehoren en van aansluitleidingen met toebehoren, waarbij zowel de werkzaamheden als het toebehoren in de ruimste zin moeten worden genomen, vereiste burgerrechtelijke en publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen (…).
(…)
3. De gemeente verbindt zich, indien krachtens enige gemeenteverordening rechten op het aanwezig zijn van leidingnet met toebehoren in, op of boven gemeentegronden, -wateren, enz. worden geheven, binnen redelijke tijd deze verordening zodanig te herzien dat na wijziging de [C] geen rechten zal zijn verschuldigd, dan wel de [C] jaarlijks een bedrag, gelijk aan de door haar betaalde rechten, uit te keren.
Het laatste geldt evenzo voor het geval in de toekomst een verordening als bovenbedoeld van kracht mocht worden.
(…)”.
8. De overeenkomst, ondertekend door de [C] op 16 april 1986 en door de gemeente Hedel op 9 december 1986, bevat een nagenoeg gelijke inhoud als de overeenkomst hierboven onder 7. opgenomen.
9. Bij besluit van de raad van de gemeente Hurwenen van 20 mei 1930 heeft de raad aan de N.V. [D] kosteloos het uitsluitend recht verleend werken tot geleiding, transformering, verdeling en levering aan elektriciteit te hebben, aan te brengen, in stand te houden, te wijzigen en te verwijderen in, op, aan, door of boven gemeentelijke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen van de gemeente.
10. In een overeenkomst, ondertekend door de [C] op 23 januari 1923 en door de gemeente Rossum op 17 januari 1923, heeft de gemeente kosteloos het uitsluitend recht verleend werken tot geleiding, transformering, verdeling en levering van elektriciteit te hebben, aan te brengen, in stand te houden en te verwijderen in, op, aan, door of boven gemeentelijke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen van de gemeente.
11. De overeenkomst, ondertekend door de [C] op 23 januari 1987 en door de gemeente Rossum op 23 januari 1987, bevat een nagenoeg gelijke inhoud als de overeenkomst hierboven onder 7. opgenomen.
12. Met ingang van 29 mei 2011 geldt in de gemeente Maasdriel de Verordening op de heffing van en inning van precariobelasting 2011 (hierna: de Verordening). De inhoud van de Verordening luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
“(…)
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
-
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
-
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.