Home

Rechtbank Gelderland, 26-11-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7274, AWB - 15 _ 132

Rechtbank Gelderland, 26-11-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7274, AWB - 15 _ 132

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
26 november 2015
Datum publicatie
26 november 2015
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2015:7274
Zaaknummer
AWB - 15 _ 132

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. Gemeente Nijmegen. Koopzondagen. Onderzoeksplicht.

De winkels in Nijmegen zijn op zondagen minder vaak open dan zij open mogen zijn volgens de geldende regeling. Voor parkeren op een zondag is ook parkeerbelasting verschuldigd als de winkels niet feitelijk open zijn, maar wel open hadden mogen zijn. Onderzoeksplicht van degene die gaat parkeren. Informatie op de parkeermeter is in beginsel doorslaggevend, maar er kunnen omstandigheden zijn die dat anders maken, zoals informatie op de website van de gemeente en/of informatie op een bord dat bij de parkeerplaats staat. In dit geval heeft eiseres de website van de gemeente bekeken, waaruit bleek dat het geen koopzondag was in de zin dat de winkels feitelijk open waren. Op het bord bij de parkeerplaats stond dat betaald moet worden op koopzondagen. Begrip koopzondag volgens het spraakgebruik; bord misleidend. In de omstandigheden van dit geval is voldaan aan de onderzoeksplicht, hoewel niet op de parkeermeter is gekeken. Vernietiging naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Uitspraak

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummer: AWB 15/132

in de zaak tussen

en

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres op 11 mei 2014 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [000] ) parkeerbelasting opgelegd, ten bedrage van € 60,50.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 november 2014 de naheffingsaanslag gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen bij brief van 2 januari 2015, ontvangen door de rechtbank op 8 januari 2015, beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2015.

Eiseres is verschenen vergezeld door de heer [gemachtigde] . Namens verweerder is verschenen [gemachtigde] .

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres is eigenaar van een grijze Volkswagen Golf met kenteken [AAA-BB000] (hierna: de auto). Op zondag 11 mei 2014 heeft eiseres de auto geparkeerd op een parkeerplaats in de [A-straat 1] te [Q] .

2. Op het bord dat vlak bij de betreffende parkeerplaats stond opgesteld, was op 11 mei 2014 (voor zover van belang) het volgende vermeld: “Zone P herhaling betaald parkeren; ma t/m za 9-21 h; koopzondag 12-18 h”. Op enig moment nadien heeft de gemeente het bord aangepast, in die zin dat bij het woord “koopzondag” het stuk “koop” is afgeplakt, zodat thans alleen nog het woord “zondag” zichtbaar is.

3. Op de website van de gemeente Nijmegen kan in de categorie “Winkelen” worden geklikt op een link met de naam: “Koopzondagen ( [Q] )”. Indien op die link wordt geklikt, komt de website Koopzondagen.net tevoorschijn, met daarop de data van de zondagen waarop de winkels in [Q] geopend zijn. De datum 11 mei 2014 stond op die website niet vermeld als een koopzondag.

4. Op zondag 11 mei 2014 heeft de parkeercontroleur om 16.56 uur vastgesteld dat de auto geparkeerd stond op voormelde plaats en dat voor de auto van eiseres geen parkeerbelasting was betaald. Naar aanleiding hiervan is aan eiseres een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van € 60,50 (parkeerbelasting € 2,50 en kosten naheffingsaanslag € 58).

Geschil

5. In geschil is of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan eiseres is opgelegd. Meer in bijzonder is in geschil of het voor eiseres voldoende kenbaar was dat op zondag 11 mei 2014 parkeerbelasting verschuldigd was.

Beoordeling van het geschil

6. Verweerder heeft erop gewezen dat sinds 2013 de regeling is veranderd. De regeling die sindsdien geldt, is voor het jaar 2014 neergelegd in de gemeentelijke Verordening Parkeerbelastingen 2014, het daarop gebaseerde Aanwijzingsbesluit Betaald parkeren 2014 en het Uitwerkingsbesluit Parkeren 2014. Op basis van deze regeling moet op de aangewezen plaatsen, en ook in de [A-straat 1] , tussen 12 en 18 uur betaald worden voor parkeren op de zon- en feestdagen waarop de winkels voor het publiek geopend mogen zijn. In de Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013 is geregeld op welke dagen en tijden de winkels op zondag geopend mogen zijn. Daaruit volgt dat de winkels op alle zondagen open mogen zijn, met uitzondering van 1e Paasdag, 1e Pinksterdag, 1e Kerstdag en Nieuwjaarsdag.

7. Verweerder heeft uitgelegd dat op grond van deze regeling er dus betaald parkeren geldt op alle zondagen, met uitzondering van die vier genoemde zondagen. Daarbij is niet van belang of de winkels ook daadwerkelijk open zijn. De winkeliers beslissen zelf, in gezamenlijk overleg, op welke zondagen zij open zullen zijn. De informatie over die beslissing van de winkeliers is te vinden op de website Koopzondagen.net. Of een zondag een koopzondag is in de zin dat de winkeliers hebben besloten om open te zijn, is volgens verweerder dus niet van belang voor de vraag of parkeerbelasting verschuldigd is. Het gaat erom of de winkels open mogen zijn. Al die dagen duidt verweerder aan als een koopzondag. Als je op de website van de gemeente niet klikt op de categorie winkelen maar op informatie over parkeren, dan is volgens verweerder de juiste informatie zichtbaar.

8. Voorts heeft verweerder betoogd dat eiseres een onderzoeksplicht had en daarom op de parkeermeter had moeten kijken. Als zij dat had gedaan, dan zou zij gezien hebben dat op die zondag parkeerbelasting verschuldigd was. Op de parkeermeters in [Q] staat namelijk altijd de juiste informatie, omdat de meters centraal en digitaal up to date worden gehouden. In zoverre is de parkeermeter volgens verweerder dan ook de enige goede informatiebron om aan de onderzoeksplicht te voldoen en is de tekst op het bord niet doorslaggevend, omdat de informatie op een bord naar zijn aard beperkt is en niet gemakkelijk veranderd kan worden. Verweerder is van mening dat eiseres onvoldoende heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplicht.

9. Eiseres heeft gesteld dat zij voor vertrek vanuit Duitsland naar [Q] op de website van de gemeente Nijmegen heeft gekeken om te controleren of 11 mei 2014 een koopzondag was of niet. Daaruit bleek dat het geen koopzondag was. Dit was voor haar van belang omdat zij - door haar contact met de heer [gemachtigde] met wie zij samen naar de bioscoop ging en die in [Q] werkt - wist dat je op koopzondagen in [Q] centrum moet betalen voor het parkeren. Zij trok daarom de conclusie dat zij die zondag gratis kon parkeren in de [A-straat 1] . Zij heeft voorts aangevoerd dat zij in de parkeergarage [A] bij de bioscoop zou zijn gaan staan als zij had geweten dat het op die dag betaald parkeren was. Die parkeergarage is immers dichterbij de bioscoop. Door de tekst op het bord bij de parkeerplaats werd haar conclusie dat zij niet hoefde te betalen, bevestigd, omdat op het bord stond dat je op koopzondagen moet betalen en zij wist dat het geen koopzondag was. Daarom heeft zij niet meer op de parkeermeter gekeken. Eiseres stelt dat zij niet kon weten dat ook parkeerbelasting verschuldigd is als het geen koopzondag is in de zin dat de winkeliers de winkels feitelijk open doen. Zij is daarom van mening dat het voor haar niet kenbaar was dat parkeerbelasting moest worden betaald en dat zij heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht.

10. De rechtbank is het met verweerder eens dat op een persoon die gaat parkeren de plicht rust om te onderzoeken of parkeerbelasting moet worden voldaan. Ook is de rechtbank van oordeel dat de informatie op de parkeermeter in beginsel daarvoor doorslaggevend dient te zijn, omdat aannemelijk is dat daarop - in elk geval in [Q] - de meest juiste en recente informatie te vinden is als gevolg van de digitale display van de parkeermeters en de digitale koppeling van de parkeermeters aan een centraal beheerd systeem. Dit neemt echter niet weg dat andere informatie die door of namens de gemeente is gegeven, zoals informatie op de gemeentelijke website en/of een bord bij de parkeerplaats, ertoe kan leiden dat iemand er vanaf ziet om de parkeermeter te raadplegen. De beoordeling of aan de onderzoeksplicht is voldaan, is dan afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

11. In de omstandigheden van dit geval was het naar het oordeel van de rechtbank voor eiseres onvoldoende kenbaar dat zij op zondag 11 mei 2014 parkeerbelasting had moeten betalen. Zij heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht, hoewel zij niet op de parkeermeter heeft gekeken. Daarbij weegt ten eerste mee dat de rechtbank aannemelijk acht dat eiseres van tevoren op de website van de gemeente heeft opgezocht of het op die zondag koopzondag was, omdat zij meende te weten dat zij op koopzondagen wel moest betalen voor het parkeren en op andere zondagen niet, zoals het tot 2013 ook was. Ten tweede is van belang dat in het spraakgebruik een koopzondag een zondag is waarop de winkels (of in elk geval een belangrijk deel daarvan) feitelijk open zijn. Van een burger mag niet worden verwacht dat hij of zij het woord koopzondag zo begrijpt als verweerder het op basis van de toepasselijke regeling bepleit, namelijk een zondag waarop de winkels open mogen zijn. Een burger kent de tekst van de gemeentelijke regeling immers doorgaans niet. Ten derde is de tekst op het bord bij de parkeerplaats, waarop toen nog het woord “koopzondag” voorkwam, naar het oordeel van de rechtbank misleidend in het licht van wat volgens het spraakgebruik wordt bedoeld met het begrip koopzondag. Daarom kan in dit geval niet aan eiseres worden tegengeworpen dat zij niet op de parkeermeter heeft gekeken.

12. Gelet op het voorgaande dient het beroep gegrond te worden verklaard. De rechtbank zal de naheffingsaanslag parkeerbelasting vernietigen.

13. De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn bepaald met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Eiseres heeft voor reiskosten een bedrag van € 55,50 gevraagd voor autokosten vanuit Duitsland en parkeerkosten. Deze kosten komen voor toewijzing in aanmerking, omdat de autokosten in dit geval lager zijn dan de kosten voor openbaar vervoer. Verder heeft eiseres een bedrag van € 45 gevraagd voor verletkosten in verband met 4 uur reistijd naar en van de zitting (Duitsland-Arnhem) en de tijd voor het bijwonen van de zitting. De rechtbank acht ook dit bedrag toewijsbaar, gelet op het lage bedrag per uur en het overgelegde loonstrookje.

14. Het gevraagde bedrag van € 17,10 aan verschotten komt op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht niet voor toewijzing in aanmerking, omdat het gaat om portokosten voor de verstuurde brieven, terwijl dergelijke kosten volgens het besluit niet worden vergoed. Ook de gevraagde kosten voor getuige/tolk ad € 100 in verband met de aanwezigheid van de heer [gemachtigde] , die in het Nederlands het woord namens eiseres heeft gevoerd, zullen worden afgewezen. Voor iemand die niet zelf partij is maar die een partij bijstaat bij een zitting zonder beroepsmatig rechtsbijstand te verlenen, zoals de heer [gemachtigde] , bestaat geen recht op vergoeding van verletkosten. Ook is geen aanleiding om een vergoeding als getuige of tolk toe te kennen, omdat niet gesteld of gebleken is dat eiseres de heer [gemachtigde] voor zijn bijstand moet betalen. Het vertalen op de zitting betreft een - ook door de rechtbank gewaardeerde - vriendendienst, die volgens de regels van het besluit niet voor vergoeding in aanmerking komt.

15. Totaal komt de proceskostenvergoeding uit op een bedrag van € 100,50 (€ 55,50 + € 45). Verder zal verweerder het griffierecht van € 45 aan eiseres moeten vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 100,50;

- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 45 vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. F.M. Smit, rechter, in tegenwoordigheid van M.I.M. Geraerts, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 26 november 2015

griffier

rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.