Rechtbank Gelderland, 14-01-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:76, AWB - 14 _ 4832, 14_4834 en 14_4839
Rechtbank Gelderland, 14-01-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:76, AWB - 14 _ 4832, 14_4834 en 14_4839
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 14 januari 2016
- Datum publicatie
- 14 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2016:76
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 4832, 14_4834 en 14_4839
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Voorkoming dubbele belasting. Brunei. Naar het oordeel van de rechtbank is geen sprake van een nieuw feit met betrekking tot het jaar 2008. In de aangifte heeft eiser 'XXX' geselecteerd en het adres van zijn werkgever in Brunei vermeld. Van verweerder mag worden verwacht dat hij over een basiskennis beschikt van belastingstelsels van landen waarvan bekend is dat daar regelmatig Nederlands belastingplichtigen werken. Door zich niet te vergewissen van de juistheid van de geclaimde aftrek en geen nader onderzoek naar het Bruneise belastingstelsel te doen, heeft verweerder een ambtelijk verzuim begaan. De navorderingsaanslag IB/PVV 2008 wordt vernietigd. Ten aanzien van de aanslag IB/PVV 2009 oordeelt dat de rechtbank dat uit de Bruneise belastingwetgeving duidelijk volgt dat het door natuurlijke personen genoten loon is vrijgesteld van belastingheffing, zodat eiser ten onrechte voorkoming van dubbele belasting heeft geclaimd. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummers: AWB 14/4832, AWB 14/4834 en AWB 14/4839
in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft ten aanzien van eiser de volgende belastingaanslagen en beschikkingen opgelegd:
- -
-
voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [000] .H.87) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 104.806 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.976. Tevens is bij beschikking € 4.003 aan heffingsrente in rekening gebracht;
- -
-
een beschikking krachtens artikel 11 van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, waarbij de te verrekenen aftrek per 31 december 2008 is vastgesteld op nihil (de stallingsbeschikking);
- -
-
voor het jaar 2009 een aanslag (aanslagnummer [000] .H.96) IB/PVV, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 84.064 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.957. Tevens is bij beschikking € 966 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar van 10 juni 2014 de navorderingsaanslag IB/PVV 2008, de aanslag IB/PVV 2009, de beschikkingen heffingsrente en de stallingsbeschikking gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen bij brief van 21 juli 2014, ontvangen door de rechtbank op dezelfde dag, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2015. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens verweerder is verschenen [gemachtigde] .
Overwegingen
Feiten
1. Eiser is in de onderhavige jaren inwoner van Nederland en als ingenieur werkzaam voor [A] in de wateren van Brunei. Eiser wordt betaald door het payrollbedrijf [B] .
2. In de aangiften IB/PVV 2008 en 2009 heeft eiser als buitenlandse inkomsten uit tegenwoordige arbeid als ontvangen fiscaal loon (omgerekend vanuit Amerikaanse dollars) bedragen opgegeven van € 130.030 respectievelijk € 105.060. Daarbij heeft eiser als werkgever ingevuld " [C] Brunei". Omdat Brunei in die jaren in het elektronische aangifteprogramma niet als land kon worden geselecteerd, staat als code in de aangiften "XXX" vermeld bij de vraag of aftrek ter voorkoming van dubbele belasting wordt gevraagd.
3. De aanslag IB/PVV 2008 is met dagtekening 2 september 2011 opgelegd overeenkomstig de aangifte.
4. Naar aanleiding van een aselecte steekproef heeft verweerder bij brieven van 6 november en 10 december 2012 vragen gesteld over de door eiser opgegeven buitenlandse looninkomsten en de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Bij brief van 5 februari 2013 heeft verweerder aangekondigd voornemens te zijn van de aangifte IB/PVV 2009 af te wijken, op de grond dat geen sprake is van onderworpenheid aan inkomstenbelasting in Brunei. Bij brief van 11 maart 2013 heeft verweerder aangekondigd op dezelfde grond een navorderingsaanslag IB/PVV 2008 op te leggen.
5. Verweerder heeft overeenkomstig zijn voornemens met dagtekening 24 mei 2013 de aanslag IB/PVV 2009 opgelegd en met dagtekening 28 mei 2013 de navorderingsaanslag IB/PVV 2008. Met dagtekening 26 april 2013 is de stallingsbeschikking 2008 vastgesteld, waarbij de te verrekenen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting per 31 december 2008 is vastgesteld op nihil.
6. Tussen Nederland en Brunei Darussalam (Brunei) bestaat geen verdrag ter voorkoming van dubbele belasting. In de desbetreffende fiscale wetgeving van Brunei staat onder meer het volgende vermeld: