Rechtbank Gelderland, 11-08-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4225, AWB - 15 _ 7588
Rechtbank Gelderland, 11-08-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4225, AWB - 15 _ 7588
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 11 augustus 2017
- Datum publicatie
- 14 augustus 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2017:4225
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 7588
Inhoudsindicatie
Vennootschapsbelasting. Onroerend goedtransacties met aandeelhouder. Winstuitdeling? Bewustheid bevoordeling?
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 15/7588
in de zaak tussen
(gemachtigden: [gemachtigde] , mr. [A] en mr.drs. [B] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2007 met dagtekening 29 oktober 2011 een aanslag (aanslagnummer [000] .V.76.0112) vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 896.657. Tevens is bij beschikking € 31.534 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 24 januari 2013 het bezwaar niet‑ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van de gronden van het bezwaar.
Eiseres heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld. De rechtbank heeft bij uitspraak van 12 mei 2015 (zaaknummer AWB 13/1072) het beroep gegrond verklaard en de zaak teruggewezen naar verweerder om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 4 november 2015 de aanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 11 december 2015, ontvangen door de rechtbank op 16 december 2015, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 juni 2017. De zaken met nrs. AWB 15/7585 en AWB 15/7586 zijn gelijktijdig behandeld.
Namens eiseres is [C] verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigden. Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] en mr. [D] .
Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan elkaar.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres houdt zich onder andere bezig met het houden van deelnemingen en het uitvoeren van pensioen- en stamrechtovereenkomsten.
2. [C] (hierna: [C] ) bezit alle aandelen in eiseres.
3. Bij overeenkomst van 6 februari 2007 heeft eiseres – kort gezegd – twee onroerende zaken verworven: een woonhuis aan het [A-straat 1] te [Q] en een villa die toen in aanbouw was, thans plaatselijk bekend als [A-straat 2] te [Q] (hierna ook wel: [E] of de onroerende zaken). Naast het betalen van een koopsom voor de beide onroerende zaken tezamen van € 1.483.355,87 heeft eiseres de verplichting op zich genomen de reeds vervallen bouwtermijnen voor de villa in aanbouw die de verkoper schuldig was gebleven, te voldoen. De vervallen bouwtermijnen beliepen in totaal € 446.644,13. De totale tegenprestatie van eiseres voor de twee onroerende zaken bedroeg derhalve € 1.930.000. Verkopers bij deze transactie waren [F] (hierna: [F] ) en [G] .
4. Bij notarieel verleden akte van [2007 1] zijn de beide onroerende zaken aan eiseres geleverd. In de akte is in artikel 2, eerste en tweede lid, bepaald dat de beide onroerende zaken worden geleverd vrij van beperkte rechten, kwalitatieve verplichtingen, vrij van huur en elk ander gebruiksrecht en geheel ontruimd. Eiseres heeft ter zake daarvan een bedrag van € 89.001 aan overdrachtsbelasting voldaan, te weten zes percent van € 1.483.355,87.
5. Tot de gedingstukken behoort een overeenkomst tussen eiseres (partij 1) en [F] (partij 2) die – alleen door eiseres – is ondertekend op 6 april 2007. De overeenkomst bevat onder meer de volgende bepalingen:
“1. Het eigendom van het woonhuis met erf en toebehoren, plaatselijk bekend [A-straat 1] te (…) [Q] (…) wordt tijdelijk op naam van Partij 1 gesteld.
2. Partij 1 verplicht zich om op eerste verzoek van Partij 2 de in artikel 1 omschreven onroerende zaak aan haar (…) te leveren tegen een overnameprijs van € 310.000,-- kosten koper.
3. Partij 1 verklaart bij deze uitdrukkelijk en zonder enig voorbehoud van welke aard ook van elke aanspraak af te zien op een vergoeding van de waardevermeerdering die de in artikel 1 genoemde onroerende zaak gedurende de periode dat deze bij Partij 1 geparkeerd is geweest, heeft ondergaan.
4. Deze overeenkomst of de inhoud hiervan zal niet worden overgelegd of op enigerlei wijze ter kennis worden gebracht van derden noch in een gerechtelijke procedure aan de rechter worden overgelegd, tenzij een der partijen de hiergenoemde verplichting jegens de ander niet nakomt, waarvan kennisneming van de inhoud van deze overeenkomst door de rechter onontbeerlijk is.”
6. Bij overeenkomst van 10 september 2007 heeft [C] de onroerende zaak aan het [A-straat 2] verkocht aan een derde voor een bedrag van € 2.285.000.
7. Bij overeenkomst van [2007 2] heeft eiseres de twee genoemde onroerende zaken aan [C] verkocht voor € 1.483.355,87, waarbij tevens is overeengekomen dat de koper zich verplicht de koop/aannemingsovereenkomst die de rechtsvoorganger van verkoper is aangegaan over te nemen. Bij akte van levering van [2007 2] zijn de onroerende zaken aan [C] geleverd. In de akte is in artikel 2, eerste en tweede lid, bepaald dat de beide onroerende zaken worden geleverd vrij van beperkte rechten, kwalitatieve verplichtingen, vrij van huur en elk ander gebruiksrecht en geheel ontruimd. [C] heeft ter zake van deze verkrijging geen overdrachtsbelasting voldaan in verband met de toepassing van artikel 13 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer. Deze transactie is niet verwerkt in de administratie van de eiseres.
8. Tot de gedingstukken behoort een op 1 oktober 2007 voor onbepaalde tijd ingegane huurovereenkomst tussen [C] en [F] waarin kort gezegd is overeengekomen dat de onroerende zaak aan het [A-straat 1] voor € 1.000 per maand door [C] wordt verhuurd aan [F] . [F] heeft daarbij eveneens het recht verkregen om genoemde onroerende zaak tot 31 december 2008 te kopen tegen een vaste koopsom van € 345.000 kosten koper. Na deze datum is [C] vrij de woning te verkopen aan een andere partij. De huurpenningen dienen iedere maand voor de eerste van de maand te zijn voldaan.
9. Bij akte van [2007 3] heeft [C] de onroerende zaak [A-straat 2] aan een derde geleverd. Eiseres heeft ter zake van die transactie in haar administratie een boekwinst verantwoord van € 76.065.
10. Op 10 december 2007 heeft eiseres een bedrag van € 150.000 betaald aan [H] in verband met het zogenoemde ‘ [I] ’ in Spanje (hierna ook wel: [J] ). Deze betaling is door eiseres geactiveerd. Van het bedrag van € 150.000 is € 50.000 betaald voor een belang van vijftig percent van de aandelen in [K] S.L. De resterende € 100.000 vormt een geldlening aan deze vennootschap.
11. Tot de gedingstukken behoort een in de Spaanse taal gestelde akte van uitgifte van aandelen van [2008] waarbij aandelen in [K] S.L. worden uitgegeven aan onder meer [C] .
12. [C] heeft de onroerende zaak [A-straat 1] bij akte van [2010] weer (terug)geleverd aan [F] . In artikel 6 van het onderdeel ‘Bepalingen’ van de akte is vastgelegd dat [F] de onroerende zaak reeds als huurder in gebruik heeft. Hierbij is bepaald dat de waarde van deze onroerende zaak € 337.000 bedraagt. Tegelijk met de verkoopprijs is door [F] tevens een bedrag van € 28.000 voldaan, te weten € 1.000 huur per maand over de periode 1 oktober 2007 tot en met 31 januari 2010.
13. Eiseres heeft aangifte gedaan naar een belastbaar bedrag van € 119.719.
14. Bij [C] heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden. Hierbij is de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV over de jaren 2005 tot en met 2007 onderzocht. De conclusies van het boekenonderzoek zijn vastgelegd in een rapport van 11 oktober 2011. Daarin is onder meer het volgende opgenomen:
“4.1 Aandelen [K] S.L.
Op 10 december 2007 wordt (indirect) door [X] BV een bedrag van 150.000 euro betaald aan [H] te Spanje inzake [I] . Van dit bedrag is 50.000 euro bestemd voor een 50% belang in de vennootschap “ [K] , S.L.”, gevestigd in [R] ( [S] ), Spanje.
(…)
De certificaten die recht geven op een aandeel in het kapitaal van de Spaanse vennootschap staan op naam van belastingplichtige, zodat deze aandelen voor belastingplichtige worden aangemerkt als een aanmerkelijk belang. (…)
De betaling van 50.000 euro (…) door [X] BV wordt aangemerkt als een uitdeling van winst van [X] BV aan belastingplichtige aangezien de vennootschap bedragen voor haar rekening heeft genomen die zien op een vermogensbestanddeel dat door de aandeelhouder in privé wordt gehouden.
(…)
4.2.1 Transacties onroerende zaken [Q]
Uit het boekenonderzoek vennootschapsbelasting 2007 bij [X] BV is het navolgende gebleken.
Op [2007 2] verkoopt en levert [X] BV de onroerende zaken [A-straat 2] te [Q] en [A-straat 1] te [Q] aan belastingplichtige. De overeengekomen koopprijs bedraagt 1.483.356 euro. (…) Van deze transactie / verkoop wordt niets geboekt in de boekhouding van [X] BV. Uit de notariële akte d.d. [2007 2] blijkt dat koper alle verplichtingen overneemt uit de koop-aanneemovereenkomst en dat koper tevens de verplichting heeft overgenomen tot voldoening van de reeds vervallen bouwtermijnen ter grootte van het bij partijen genoegzaam bekende bedrag.
Op [2007 3] wordt (…) de [A-straat 2] te [Q] door de heer [C] verkocht aan een derde-partij voor 2.285.000 euro kosten koper. De voorlopige koopovereenkomst is getekend op 10 september 2007. Deze verkoop / transactie wordt in de administratie van [X] BV verwerkt.
De opbrengst wordt als volgt verantwoord in de administratie van [X] BV:
Opbrengst bij verkoop |
|
- Koopprijs |
2.285.000,00 |
- Courtage makelaar |
-20.393,63 |
- Restitutie overdrachtsbelasting |
57.501,00 |
- Honoraria en verschotten |
-32,73 |
Totaal C |
2.322.074,64 |
Het resultaat wordt als volgt verantwoord in de administratie van [X] BV:
- Opbrengst (C) |
2.322.074,65 |
- Kosten |
2.246.008,79 |
Winst 2007 |
76.065,85 |
(…)
4.2.3 Winstaandeel [L] BV
Er is bij [X] BV een bedrag van 87.463 euro als winstaandeel compagnon ten laste van de resultatenrekening gebracht. (…)
De factuur d.d. 18 oktober 2007 vermeldt als omschrijving: “Conform afspraak winstaandeel”. De factuur is ten name gesteld van de heer [C] . (…) De factuur vermeldt verder: “in prive reeds betaald (zie bijgaande factuur) 3.672,20 euro” en “Totaal te betalen 87.463 euro”. (…) Gezien de tenaamstelling van de factuur en de kennelijke datum van overeenkomst zijn deze kosten aan belastingplichtige toe te rekenen.
Aangezien er kosten voor rekening van [X] BV zijn gekomen die zijn aan te merken als kosten van belastingplichtige is er sprake van een uitdeling van winst. Zowel [X] BV als belastingplichtige moeten zich redelijkerwijs bewust zijn geweest dat met de betaling van dit bedrag door [X] BV de aandeelhouder / belastingplichtige bevoordeeld werd. Deze bevoordeling is gelegen in de aandeelhouderssfeer.
(…)
4.2.4 Overdracht onroerende zaken [Q] aan belastingplichtige
(…) [D]e waarde in het economisch verkeer op [2007 2] van de onroerende zaak [A-straat 2] [is] (…) 2.285.000 euro.
De WOZ-waarde van de onroerende zaak [A-straat 1] bedraagt op 1 januari 2007 630.000 euro. Bij de overdracht van de beide onroerende zaken is er blijkbaar geen rekening gehouden met de waarde van de onroerende zaak [A-straat 1] . De onroerende zaak [A-straat 1] wordt volgens de akte van [2007 2] geleverd vrij van huur en elk ander gebruiksrecht. (…) De waarde in het economisch verkeer ten tijde van de overdracht aan de heer [C] bedraagt tenminste 630.000 euro.
Door de overdracht van de onroerende zaken door [X] BV aan belastingplichtige tegen een lagere waarde dan de waarde in het economisch verkeer heeft [X] BV tegenover haar aandeelhouder / belastingplichtige onzakelijk gehandeld. Dit onzakelijk handelen, op instigatie van de aandeelhouder, is aan te merken als een bevoordeling van de aandeelhouder / belastingplichtige.
Er is sprake van een uitdeling van winst. Zowel belastingplichtige als de aandeelhouder moeten zich redelijkerwijs bewust zijn geweest dat met de overdracht van de onroerende zaken door [X] BV aan de aandeelhouder tegen een waarde die lager lag dan de waarde in het economisch verkeer er een bevoordeling van de aandeelhouder plaatsvond.
De waarde in het economisch verkeer ten tijde van de overdracht bedraagt 2.915.000 euro. Als bruto‑verkoopopbrengst is in de administratie van [X] BV een bedrag van 2.285.000 verantwoord zodat de uitdeling van winst 630.000 euro bedraagt.
(…)
4.2.5 Courtage makelaar
Op de bruto-opbrengst wordt in de administratie van [X] BV een bedrag van 20.393,63 euro in mindering gebracht als zijnde makelaarskosten voor de onroerende zaak [A-straat 2] . (…) Uit de notarisafrekening d.d. [2007 3] , die ten name is gesteld van de heer [C] , blijkt dat de makelaarskosten zijn verrekend met de te ontvangen verkoopprijs van de onroerende zaak. Doordat de netto‑verkoopopbrengst in rekening courant met [M] BV is geboekt, zijn de kosten ten laste van [X] BV gebracht. (…)
Aangezien er kosten voor rekening van [X] BV zijn gekomen die zijn aan te merken als kosten van belastingplichtige is er sprake van een uitdeling van winst. Zowel [X] BV als belastingplichtige moeten zich redelijkerwijs bewust zijn geweest dat met de betaling van dit bedrag door [X] BV de aandeelhouder / belastingplichtige bevoordeeld werd. Deze bevoordeling is gelegen in de aandeelhouderssfeer.
(…)
4.2.6 Restitutie overdrachtsbelasting
Ter zake van de overdracht van de onroerende zaken van [X] BV naar belastingplichtige is geen overdrachtsbelasting aangegeven en afgedragen. Bij de uiteindelijke overdracht van de onroerende zaak [A-straat 2] is er overdrachtsbelasting gerestitueerd voor een bedrag van 57.501 euro. Dit bedrag is, via verrekening van de netto‑opbrengst in rekening‑courant, ten goede gekomen aan [X] BV.
(…) Op basis van het bovenstaande heeft [X] BV nog recht op een aanvullende restitutie door belastingplichtige ter grootte van de overdrachtsbelasting die betrekking heeft op de onroerende zaak [A-straat 1] , zijnde 31.500 euro.
(…) Doordat deze restitutie niet heeft plaatsgevonden is er sprake van een bevoordeling en een winstuitdeling aan aandeelhouder / belastingplichtige. Zowel [X] BV als belastingplichtige moeten zich redelijkerwijs bewust zijn geweest dat door het niet restitueren van dit bedrag de aandeelhouder / belastingplichtige bevoordeeld werd. Deze bevoordeling is gelegen in de aandeelhouderssfeer.”
15. Bij eiseres is eveneens een boekenonderzoek uitgevoerd. In het rapport van dat onderzoek van 13 oktober 2011 is ten aanzien van de kosten die samenhangen met de verwerving van de onroerende zaken aan het [A-straat 1] en de [A-straat 2] ten bedrage van € 2.246.008,79 de volgende uitsplitsing opgenomen (p. 8‑9):
Kosten bij aanschaf |
||
- Koopsom registergoed |
1.483.355,87 |
|
- Vervallen bouwtermijnen |
446.644,13 |
|
- Schadevergoeding |
-7.987,50 |
|
- Kosten inzake de levering |
1.301,65 |
|
- Diverse kosten |
250,10 |
|
- Overdrachtsbelasting |
89.001,00 |
|
Totaal A |
2.012.565,25 |
|
Kosten na aanschaf |
||
- Verzekeringen |
2.210,21 |
|
- Advocaatkosten |
7.987,50 |
|
- Waterleidingbedrijf |
100,86 |
|
- Kosten inzake de levering |
700,70 |
|
- Aanleg zwembad / grondwerk |
89.548,33 |
|
- Schoonmaakwerk |
3.272,50 |
|
- Winstaandeel [L] BV |
87.463,00 |
|
- Bouwrente |
42.160,44 |
|
Totaal B |
233.443,54 |
|
Totaal A+B |
2.246.008,79 |
16. Ter zake van de advocaatkosten van € 7.987,50 is in het rapport van het bij eiseres uitgevoerde boekenonderzoek het volgende opgemerkt (p. 10):
“Ter zake van de aankoop wordt er een bedrag van 7.987,50 euro als advocaatkosten geactiveerd / ten laste van de winst gebracht. Deze advocaatkosten hebben betrekking op door advocaat [N] verrichtte werkzaamheden met betrekking tot een van verkoper ontvangen schadevergoeding vanwege de opgetreden vertraging in de levering van de onroerende zaken. De schadevergoeding ad. 6.500 euro, vermeerderd met 1.487,50 aan gemaakte advocaatkosten, is door belastingplichtige ontvangen door verrekening bij de notaris bij de levering van de onroerende zaken. De ontvangen schadevergoeding is verwerkt in de kostprijs van de onroerende zaken. Terzake van de advocaatkosten heeft advocaat [N] een factuur d.d. 27 maart 2007 gezonden aan belastingplichtige ad. 1.487,50 euro. Door afschrijving van bankrekeningnummer [001] ten name van [O] BV is een bedrag van 7.987,50 overgeboekt naar de rekening van de advocaat. Echter voor een bedrag van 6.500 euro ontbreekt een factuur en overigens is het niet aannemelijk dat de schadevergoeding doorbetaald dient te worden. Ik corrigeer derhalve een bedrag van 6.500 euro omdat geen sprake is van zakelijke uitgaven.”
17. Rekening houdend met de correcties als opgenomen in het rapport van het boekenonderzoek, heeft verweerder met dagtekening 29 oktober 2011 de onderhavige aanslag Vpb over het jaar 2007 opgelegd. Het belastbaar bedrag is als volgt opgebouwd (bedragen in € en verwijzing naar paragrafen van het rapport van het boekonderzoek):
Aangegeven belastbare winst |
119.719 |
|
[I] , Spanje (3.1.2) |
350 |
|
Advocaatkosten [N] (4.1.3.2) |
6.500 |
|
Kosten inzake de levering (4.1.3.3) |
700 |
|
Winstaandeel [L] BV (4.1.3.4) |
87.463 |
|
Correctie opbrengst verkoop onroerende zaken (4.1.4.1) |
630.000 |
|
Makelaarskosten (4.1.4.2) |
20.393 |
|
Restitutie overdrachtsbelasting (4.1.4.3) |
31.500 |
|
Honoraria en verschotten (4.1.4.4) |
32 |
|
Gecorrigeerd belastbaar bedrag |
896.657 |
18. De WOZ-waarde van het pand [A-straat 1] bedraagt per 1 januari 2007 € 630.000 en per 1 januari 2008 € 697.000.
Geschil
19. In geschil is of verweerder het belastbare bedrag naar de juiste hoogte heeft vastgesteld. Meer specifiek houdt partijen verdeeld of ter zake van de overdracht van de onroerende zaken op [2007 2] een uitdeling dient te worden geconstateerd van € 630.000, of de door eiseres aangegeven winst in verband met [E] van € 76.065 terecht bij eiseres in aanmerking is genomen en ten slotte of ter zake van de aan [C] gerestitueerde overdrachtsbelasting een uitdeling dient te worden geconstateerd van € 31.500.
20. Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een misverstand en dat [C] al van meet af aan koper had moeten zijn van de onroerende zaken. Daarmee kan geen sprake zijn van een uitdeling ter zake van de onroerende zaak [A-straat 1] en de daarmee samenhangende aan [C] gerestitueerde overdrachtsbelasting. Voor dat geval heeft eiseres zich, zo begrijpt de rechtbank, op het standpunt gesteld dat zowel de ten onrechte door haar aangegeven winst van € 76.065 als door haar in aftrek gebrachte kosten van € 115.076 (€ 87.483 winstaandeel [L] , € 20.393 kosten makelaar, € 6.500 kosten advocaat en € 700 kosten levering) dienen te worden gecorrigeerd. Zo begrepen – en gelet op hetgeen namens eiseres daarover ter zitting is verklaard, met name het materiële belang – zijn de correcties ter zake van het zogenoemde ‘ [I] ’ van € 350 en de honoraria en verschotten van € 32 niet in geschil. Subsidiair heeft eiseres zich op het standpunt gesteld dat de meerwaarde in de onroerende zaak [A-straat 1] reeds ten tijde van de verwerving aanwezig was en dat [C] eiseres heeft bevoordeeld door de panden voor een lagere waarde in te brengen.
21. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de aanslag naar het juiste belastbare bedrag is vastgesteld, dat eiseres conform de bedoeling van partijen de onroerende zaken heeft verworven, dat eiseres niet aannemelijk maakt dat de meerwaarde al aanwezig was op het moment van verwerving door eiseres, dat zij evenmin aannemelijk maakt dat [C] haar heeft bedoeld te bevoordelen en informeel kapitaal te storten en dat ter zake van de aan [C] gerestitueerde overdrachtsbelasting sprake is van een uitdeling.
Beoordeling van het geschil
22. De rechtbank stelt voorop dat verweerder de bewijslast draagt van de door hem gestelde uitdelingen.
23. Zoals de rechtbank heeft overwogen in de samenhangende zaken met nrs. AWB 15/7585 en AWB 15/7586 is zij van oordeel dat sprake is van een uitdeling. De rechtbank heeft daarbij belang gehecht aan de diverse aktes en de wijze waarop de diverse transacties in de boekhouding van eiseres zijn verwerkt (de rechtbank verwijst naar de onderdelen 24 tot en met 29 van de uitspraak in genoemde zaken). De rechtbank is echter van oordeel dat verweerder niet het volledige bedrag van de door hem gestelde uitdeling aannemelijk heeft gemaakt, maar tot een bedrag van € 341.500. Het beroep slaagt derhalve.
24. Ter zake van de overige door verweerder gestelde uitdelingen - kosten inzake levering, winstaandeel [L] en makelaarskosten - heeft te gelden dat [X] deze kosten die zien op de verkoop van de onroerende zaak [A-straat 2] voor haar rekening heeft genomen evenals het bij de verkoop van die onroerende zaak behaalde resultaat. Van een uitdeling is geen sprake. Uit de wijze waarop eiseres deze transactie in haar boekhouding heeft opgenomen volgt ook geen bevoordelingsbedoeling.
25. De door verweerder gestelde winstcorrectie van € 6.500 ter zake van advocaatkosten is door eiseres naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarmee is deze correctie vast komen te staan.
26. Het subsidiaire standpunt van eiseres kan haar niet baten aangezien zij dat standpunt – na betwisting ervan door verweerder – niet nader heeft onderbouwd en daarmee derhalve niet aannemelijk heeft gemaakt.
27. Het aangegeven belastbare bedrag zal gelet op het voorgaande moeten worden vermeerderd met (bedragen in €):
Aangegeven belastbare winst |
119.719 |
|
[I] , Spanje (niet in geschil) |
350 |
|
Advocaatkosten [N] (zie onder 25. hiervoor) |
6.500 |
|
Correctie opbrengst verkoop onroerende zaken (zie 23.) |
310.000 |
|
Restitutie overdrachtsbelasting (zie 23.) |
31.500 |
|
Honoraria en verschotten (niet in geschil) |
32 |
|
Belastbaar bedrag |
468.101 |
28. Nu eiseres geen afzonderlijke gronden tegen de beschikking heffingsrente heeft aangevoerd, zal de in rekening gebrachte heffingsrente dienen te worden verminderd overeenkomstig de vermindering van de aanslag.
29. Gelet op het voorgaande dient het beroep gegrond te worden verklaard.
30. De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het bezwaar en het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.482 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 246, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 495 en een wegingsfactor 1). Daarbij gaat de rechtbank uit van samenhang met de ter zitting gelijktijdig behandelde zaken en zal in de onderhavige zaak een derde van € 1.482 toekennen. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gezegd dat verweerder uitspraken op bezwaar heeft gedaan, terwijl op dat moment duidelijk was dat die uitspraken in een daartegen ingestelde procedure geen stand zouden houden (vergelijk Hoge Raad 13 april 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA2802). Ook is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van in vergaande mate onzorgvuldig handelen door verweerder (vergelijk Hoge Raad 4 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2975). Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de rechtbank niet gebleken.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de belastingaanslag tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 468.101;
- vermindert de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 494;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 331 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr.drs. M.J.C. Pieterse, voorzitter, mr. A.P. Vaatstra en mr. J.J. Westerbaan, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J.P. Wientjens, griffier. Bij verhindering van de voorzitter is deze uitspraak ondertekend door mr. A.P. Vaatstra. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op: 11 augustus 2017 |
||
De griffier is verhinderd is deze uitspraak mede te ondertekenen. griffier |
rechter |
|
Afschrift verzonden aan partijen op: |
||
Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld; d. de gronden van het hoger beroep. |