Rechtbank Gelderland, 27-12-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:6719, AWB - 14 _ 33
Rechtbank Gelderland, 27-12-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:6719, AWB - 14 _ 33
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 27 december 2017
- Datum publicatie
- 28 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2017:6719
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 33
Inhoudsindicatie
Vennootschapsbelasting. Correcties naar aanleiding van boekenonderzoeken
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummers: AWB 14/33 en 14/35
in de zaken tussen
(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2008 een aanslag (aanslagnummer [000] .V.86.0112) vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 553.290. Tevens is bij beschikking € 16.839 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2009 een aanslag (aanslagnummer [000] .V.96.0112) Vpb opgelegd, berekend naar een belastbare winst van € 233.019 en een belastbaar bedrag na verliesverrekening van nihil.
Verweerder heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar van 28 november 2013 de aanslag en de beschikking heffingsrente voor het jaar 2008 als gevolg van verliesverrekening verminderd tot nihil en een kostenvergoeding toegekend van € 235 en het bezwaar tegen de aanslag voor het jaar 2009 ongegrond verklaard.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 24 december 2013, ontvangen door de rechtbank op 31 december 2013, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
Eiseres heeft nadere stukken ingediend. Ook verweerder heeft nog nadere stukken ingediend. Alle stukken zijn in afschrift aan de wederpartij verstrekt.
Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 december 2016. Namens eiseres is verschenen [A] , bijgestaan door de gemachtigde en diens kantoorgenoot [B] . Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] , mr. [C] , mr. [D] , [E] en [F] .
De zaken met nummers 14/33, 14/35, 14/6181, 14/6182, 14/6206, 14/6229, 14/6234, 14/6235, 14/6918, 14/6919, 14/6921, 14/8172, 14/8173 en 14/8975 zijn ter zitting gelijktijdig behandeld. De zaken met nummers 14/8172 en 14/8173 zijn ter zitting ingetrokken.
Het onderzoek ter zitting is geschorst teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een compromis te beproeven.
Op 27 februari 2017 heeft de gemachtigde van eiseres de rechtbank geïnformeerd dat geen minnelijk overleg heeft kunnen plaatsvinden.
Op 17 maart 2017 heeft de rechtbank partijen geïnformeerd over het verdere verloop van de procedures en heeft de rechtbank eiseres op haar verzoek in de gelegenheid gesteld aanvullend te mogen reageren.
Op 18 april 2017 en 29 september 2017 heeft de gemachtigde van eiseres aanvullend gereageerd. Afschriften van deze aanvullende reacties zijn aan verweerder gezonden.
Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 en 13 oktober 2017. Namens eiseres is verschenen [A] , bijgestaan door de gemachtigde en diens kantoorgenoot [B] . Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] , [E] en [F] .
De zaken met nummers 14/33, 14/35, 14/6181, 14/6182, 14/6206, 14/6229, 14/6234, 14/6235, 14/6918, 14/6919, 14/6921 en 14/8975 zijn ter zitting gelijktijdig behandeld.
Eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan verweerder.
Verweerder heeft ter zitting een overzicht van de lopende beroepszaken met omschrijving van onder meer het geschil en het financiële belang per zaak overgelegd aan de rechtbank en aan eiseres.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd. Daarbij zijn partijen op hun verzoek nog wel in de gelegenheid gesteld (alsnog) een compromissoire oplossing te beproeven, ook voor toekomstige, niet in geschil zijnde jaren. Op 20 november 2017 heeft verweerder de rechtbank bericht dat partijen definitief niet tot overeenstemming zullen komen.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres vervaardigt betonproducten en exploiteert een betoncentrale. De onderhavige betoncentrale is gelegen aan de [A-straat 1] te [Q] , in de directe nabijheid van de [G] . De betonvloer van de hal waarin de betoncentrale is geplaatst, is gefundeerd op palen. Hiervoor is 350 kuub beton gebruikt.
2. Op [2008] zijn eiseres en [H] BV (hierna samen ook: partijen) een ‘huurovereenkomst ex artikel 7:230a BW’ (hierna ook: de huurovereenkomst) aangegaan waarbij onder meer in aanmerking is genomen dat:
“- verhuurder in eigendom heeft het pand aan de [A-straat 1] (…) te [Q] ;
- verhuurder de grond waarop het gehuurde is gelegen in erfpacht heeft van de gemeente Amsterdam;
- verhuurder en huurder (…) een intentieovereenkomst hebben gesloten (…) waaruit blijkt dat huurder het pand onder meer bestaande uit de bedrijfsgebouwen, de betonmortelcentrale en diverse roerende zaken voornemens is te huren (…);
- in voornoemde intentieovereenkomst tevens de verplichting voor huurder is opgenomen het gehuurde te kopen met ingang van uiterlijk 1 augustus 2013 (…);
- voornoemde verplichting tot koop c.q. overdracht expliciet onderdeel uitmaakt van de door huurder te betalen tegenprestatie aan verhuurder;
- in voornoemde intentieovereenkomst naast het voornemen het gehuurde te kopen tevens het voornemen is dat het recht van erfpacht aan huurder wordt overgedragen (…).”
Partijen zijn onder meer overeengekomen:
“Artikel 2Het gehuurde, bestemming, gebruik
2.1
Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder de bedrijfsruimte, bestaande uit een bedrijfsgebouwen en hal, inclusief een betonmortelcentrale en de hier aanwezige roerende zaken (…)