Rechtbank Gelderland, 03-07-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2884, AWB - 17 _ 2160
Rechtbank Gelderland, 03-07-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:2884, AWB - 17 _ 2160
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 3 juli 2018
- Datum publicatie
- 12 juli 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2018:2884
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 2160
Inhoudsindicatie
Precariobelasting. Belastingplicht op grond van de verordening, gedoogplicht en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Er wordt geheven van de regionale netbeheerder, die economisch eigenaar is. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam in een vergelijkbare zaak (Maasdriel) en het arrest van de Hoge Raad inzake Naarden. Eiseres is degene die de leidingen heeft. Zij kan als derde ook geen rechten ontlenen aan een overeenkomst die volgens haar stellingen op de juridische eigenaar is overgegaan. Bovendien heeft die juridische eigenaar de leidingen niet, dus geldt een eventuele gedoogplicht niet voor deze leidingen. Geen strijd met vertrouwensbeginsel en zorgvuldigheidsbeginsel.
Partijen hebben alsnog overeenstemming bereikt over een lager aantal kilometers. Daarom is het beroep gegrond.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummer: AWB 17/2160
in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2012 een voorlopige aanslag precariobelasting opgelegd met dagtekening 31 december 2015.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 15 maart 2017 de voorlopige aanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 25 april 2017, ontvangen door de rechtbank op dezelfde datum, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft vóór de zitting een nader stuk ingediend. Dit stuk is in afschrift verstrekt aan eiseres.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juni 2018. Beide partijen zijn, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is netbeheerder en economisch eigenaar van het elektriciteitsnetwerk in de gemeente Tiel (hierna: de gemeente). De juridisch eigenaar van het netwerk is [A] N.V. (hierna: [A] ). Dit is een 100% dochtermaatschappij van eiseres.
2. Tot [1984] vond de exploitatie van de elektriciteitsleidingen plaats door N.V. [B] (hierna: [B] ). Op [1984] is de naam van [B] gewijzigd in N.V. [C] . Deze naam is op [1990] gewijzigd in N.V. [D] (hierna: [D] ).
3. Blijkens akte van fusie en naamswijziging van [1993] zijn [D] en N.V. [E] opgegaan in de N.V. [F] . Blijkens akte van fusie van [2001] is onder meer N.V. [F] opgegaan in N.V. [G] .
4. Volgens de akte van [2011] is de naam van N.V. [G] gewijzigd in [A] N.V.
5. De gemeente is ontstaan als gevolg van een aantal gemeentelijke herindelingen. Tot de huidige gemeente behoren (in ieder geval) de oude gemeente Tiel en delen van de voormalige gemeente Wadenoijen.
6. [B] en het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Wadenoijen hebben op respectievelijk 4 december 1923 en 8 november 1923 een overeenkomst ondertekend. Artikel 4, eerste lid, van die overeenkomst luidt als volgt:
“De Gemeente verleent door onderteekening dezer overeenkomst aan de Vennootschap voor zoodanigen duur als naar het oordeel der Vennootschap voor de uitoefening van haar bedryf noodig zal blyken kosteloos het uitsluitend recht werken tot geleiding, transformeering, verdeeling en levering van electriciteit en de daarmede in verband staande beveiligings- en ondersteuningswerken te hebben, aan te brengen, in stand te houden en te verwyderen, in, op, aan, door of boven gemeentelyke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen der Gemeente.”
7. [B] en het college van burgemeesters en wethouders van de oude gemeente Tiel hebben een overeenkomst gesloten die door hen op respectievelijk 21 en 18 december 1929 is ondertekend. In artikel 4, eerste lid, van de overeenkomst is een vergelijkbare regeling opgenomen als hiervoor is weergegeven.
8. De gemeente en [B] hebben op 16 april 1986 een aanvullende overeenkomst gesloten, “eerste aanhangsel” genoemd. Hierin is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“in aanmerking nemende dat:
- tussen voornoemde gemeenten en de [B] op resp. 18 december 1929/21 december 1929 en 8 november 1923/4 december 1923 een overeenkomst is gesloten tot overdracht van het elektriciteitsnet door de gemeenten aan de [B] , bij welke overeenkomsten tevens aan de [B] vergunning is verleend, tot het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in enz. eigendommen der gemeenten;
(…)
- partijen een nadere regeling met betrekking tot het aanbrengen enz. van bovengrondse en ondergrondse 10 kV- en laagspanningsleidingen in, enz. eigendommen der gemeente wensen te treffen, welke regeling geacht wordt deel uit te maken van voormelde overeenkomsten,
(…)
1 |
De gemeente verleent hiermede de voor het in, op of boven gemeentelijke eigendommen, voorzover deze zich daartoe lenen, aanbrengen, leggen, hebben, onderhouden, verkleinen, verzwaren, vervangen, uitbreiden en wijzigen van de onder- en bovengrondse leidingen ten behoeve van en in verband met de levering van elektrische energie door de [B] met toebehoren en van aansluitleidingen met toebehoren, waarbij zowel de werkzaamheden als het toebehoren in de ruimste zin moeten worden genomen, vereiste burgerrechtelijke en publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen en verklaart zich bereid, indien de [B] zulks wenst, haar de nodige zakelijke rechten te verlenen. De verlening van de hiervoor bedoelde op het burgerlijk recht gebaseerde vergunningen, ontheffingen, toestemmingen en rechten geschiedt kosteloos. Voor publiekrechtelijke heffingen, welke hiermee in verband staan, geldt het bepaalde in punt 4 van deze regeling.” |
(…)”.
9. In de gemeente Tiel geldt voor het jaar 2012 de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012 (hierna: de Verordening). Hierin is, voor zover van belang, onder meer het volgende opgenomen:
“Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
(…)
f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
(…)