Rechtbank Gelderland, 22-10-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4534, AWB - 16 _ 7925 ev
Rechtbank Gelderland, 22-10-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4534, AWB - 16 _ 7925 ev
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 22 oktober 2018
- Datum publicatie
- 26 oktober 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2018:4534
- Zaaknummer
- AWB - 16 _ 7925 ev
Inhoudsindicatie
De gemeente heeft door middel van een opslag op het ozb-tarief voor niet-woningen belasting geheven en als subsidie verstrekt aan het ondernemersfonds. De rechtbank overweegt dat de vaststelling van het ozb-tarief een zelfstandige bevoegdheid is van de gemeenteraad. De belastingrechter is in beginsel niet bevoegd om over de tarieven te oordelen, tenzij de tariefstelling of tariefstijging in strijd is met een hogere wettelijke regeling, leidt tot een willekeurige of onredelijke belastingheffing die de wetgever bij het toekennen van de bevoegdheid niet op het oog kan hebben gehad, dan wel in strijd is met enig rechtsbeginsel. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de in de Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelasting 2016 opgenomen ozb-tarieven voor niet-woningen niet strijdig met de (formeel) wettelijke bepalingen. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat de tariefstelling of tariefstijging van de ozb in dit geval leidt tot een willekeurige of onredelijke belastingheffing die de formele wetgever niet voor ogen kan hebben gehad, dan wel in strijd is met enig rechtsbeginsel.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummers: AWB 16/7925 tot en met 16/7929
in de zaken tussen
en
Procesverloop
Verweerder heeft bij beschikking van 29 februari 2016 de waarden van de onroerende zaken, plaatselijk bekend als [A-straat 1] , [A-straat 2] , [A-straat 3] en [A-straat 4] te [Z] (hierna: de objecten), op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ), op waardepeildatum 1 januari 2015 voor het kalenderjaar 2016 vastgesteld. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan eiseres opgelegde aanslagen onroerendezaakbelastingen (hierna: ozb).
Eiseres heeft op 25 maart 2016 bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarden van de objecten en tegen de vaststelling van het ozb-tarief niet-woning.
Bij uitspraak op bezwaar van 14 december 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de WOZ-waarden (deels) gegrond verklaard en het bezwaar van eiseres tegen de verhoging van het ozb-tarief niet-ontvankelijk.
Bij brief van 22 november 2016 (Rb: bedoeld zal zijn 22 december 2016), ontvangen door de rechtbank op 23 december 2016, is eiseres daartegen in beroep gekomen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2018.
Namens eiseres zijn verschenen mr. [gemachtigde] en [A] . Namens verweerder zijn verschenen [gemachtigde] en drs. [B] .
De zaken van eiseres zijn gelijktijdig behandeld met de zaken van [C] B.V. (AWB 16/7930 en 16/7931), [D] (AWB 16/7932) en Stichting [E] (AWB 16/7933).
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is eigenaar en/of gebruiker van de objecten.
2. De gemeenteraad van Montfoort heeft op 14 december 2015 onder meer het raadsvoorstel met als onderwerp “Belastingverordeningen 2016 Montfoort” behandeld. In dit raadsvoorstel is ook de tariefstelling van de diverse belastingen aan de orde gekomen. In het raadsvoorstel staat – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
“(…)
Nb. Onroerendezaakbelastingen + 5,5% exclusief de opslag voor het ondernemersfonds.”
(…)
Onroerendezaakbelastingen/Ondernemersfonds
Het gezamenlijke bedrijfsleven heeft het initiatief genomen om een ondernemersfonds op te richten. Zij hebben hiervoor een plan opgesteld en vragen de gemeente om een opslag op de OZB te heffen om het ondernemersfonds te voeden. Een college en raadsvoorstel om het Ondernemingsfonds in te stellen, wordt afzonderlijk genomen.
Op grond van de Gemeentewet OZB mag een extra percentage worden geheven over de WOZ-waarde van het Onroerend Goed object niet zijnde woningen. De gemeente betaalt deze heffing als een subsidie aan het ondernemersfonds. De opslag voor het ondernemingsfonds is 0,05025% op de bestaande beoogde meeropbrengst van 5,5% bij de tariefpercentages niet-woningen.
(…)”
3. In dezelfde raadsvergadering is de Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016 van de gemeente Montfoort (hierna: de Verordening) vastgesteld. In artikel 5 van deze Verordening is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“(…)
Artikel 5 Belastingtarieven
1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf:
a. de gebruikersbelasting 0,2742%
Inclusief ondernemingsfonds
b. bij de eigenarenbelasting
(…)
2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,3282%
Inclusief ondernemingsfonds
(…)”
4. Op 25 januari 2016 is het raadsvoorstel met de onderwerp “Ondernemersfonds Montfoort” behandeld. In het raadsvoorstel staat – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
“(…)
Aanleiding
Het gezamenlijke bedrijfsleven heeft het initiatief genomen om een ondernemersfonds op te richten. Het afgelopen jaar hebben zij gewerkt aan de uitgangspunten hiervoor. Zij vragen de gemeente nu om medewerking om het fonds daadwerkelijk te realiseren.
Beoogd resultaat
Vanuit een centraal ondernemersfonds middelen creëren die worden aangewend ter stimulering van het bedrijfsleven en de werkgelegenheid in Montfoort, waarbij de binding van de eigen inwoners met de eigen gemeente hoog is en bestedingen worden gedaan in de eigen stad.
(…)
Waarom een ondernemersfonds?
De reden waarom de partijen deze ambitie hebben is uitgesproken is dat zij:
Willen werken aan het verbeteren van wonen, werken & recreëren in Montfoort.
Wensen de economie te versterken in Montfoort.
Wensen Free-Riders tegen te gaan – iedereen draagt naar evenredigheid bij.
Willen zorgen voor voldoende geld om activiteiten te kunnen uitvoeren die zorgen voor een aantrekkelijke omgeving waar de bedrijven zijn gevestigd (schoon, heel, veilig).
Een overkoepelende economische overlegpartij willen zijn naar de gemeente Montfoort.
Visie en doelstellingen ondernemersfonds
Montfoort is een stad waar de maakindustrie, de technische industrie, de dienstverlening en de agrarische sector van oudsher sterk ontwikkeld zijn en waar grote (familie)bedrijven zijn gevestigd. Dat is waar Montfoort sterk in is en in wil blijven. Montfoort voorziet ook, medebepaald door de onderlinge saamhorigheid, haar eigen economische ontwikkelingen door onderlinge gunning van werk en omzet. De zorg voor elkaar is van oudsher tot nu altijd nadrukkelijk aanwezig geweest. Met het opzetten van een ondernemersfonds kan dit ook in de toekomst doorgezet worden.
Vanuit deze gezamenlijke visie is dan ook afgesproken om activiteiten en acties in gang te zetten die:
Bedrijven onderling meer zaken laten doen met elkaar.
De bedrijvigheid vergroten.
Zorgen voor kwaliteitsverbetering van de bedrijventerreinen.
Door middel van opleidingen Montfoortse jongeren te laten instromen in Montfoortse bedrijven
Zorgen dat eigen inwoners zoveel mogelijk kunnen werken in eigen stad.
Zorgen dat inwoners en jongeren goed kunnen leven en kopen in eigen stad, dat zorgt voor spin off naar binnenstad.
Het doel dat daarbij is geformuleerd:
Vanuit een centraal ondernemersfonds middelen creëren die worden aangewend ter stimulering van het bedrijfsleven en de werkgelegenheid in Montfoort, waarbij de binding van de eigen inwoners met de eigen gemeente hoog is en bestedingen worden gedaan in de eigen stad.
Binnen het ondernemersfonds zijn twee trekgebieden gedefinieerd; de binnenstad en de bedrijventerreinen. De bedrijventerreinen zijn vervolgens in vier voedingsgebieden opgesplitst. Zowel voor de binnenstad als de bedrijventerreinen is opgenomen waarom zij bepaalde activiteiten willen gaan uitvoeren.