Rechtbank Gelderland, 13-12-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:5372, AWB - 17 _ 7025 UMU
Rechtbank Gelderland, 13-12-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:5372, AWB - 17 _ 7025 UMU
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 13 december 2018
- Datum publicatie
- 17 december 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2018:5372
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 7025 UMU
Inhoudsindicatie
Eiser is in 2013 uit zijn woning gezet vanwege een huurachterstand. Op 6 augustus 2013 maakt de gemeente de inschrijving van eiser op het adres met terugwerkende kracht per 2 juli 2013 ongedaan. Verweerder heeft in de tussentijd de aanslag IB/PVV 2011 naar het adres gestuurd. In een tussenbeslissing (afzonderlijk gepubliceerd) overweegt de rechtbank dat de aanslag op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Eiser is naar het Verenigd Koninkrijk vertrokken en neemt pas in de loop van december 2016 kennis van de inhoud van de aanslag, nadat hij een brief van de SVB ontvangt over schuldige nalatigheid. Eiser neemt contact op met een adviseur, die hem meedeelt dat hij voor 26 januari 2017 bezwaar moet maken. Dit stemt overeen met de inhoud van de brief van de SVB. Eiser maakt op 23 januari 2017 bezwaar tegen de aanslag en tegen de schuldige nalatigheid. De SVB adviseert eiser het bezwaar in te trekken, wat eiser doet. Hij verzoekt daarna om ambtshalve vermindering van de aanslag, maar verweerder verklaart dit verzoek ongegrond, omdat het niet binnen vijf jaren is ingediend. Eiser maakt daartegen bezwaar. Dit bezwaar wordt op 21 november 2017 afgewezen. De rechtbank is van oordeel dat de SVB het bezwaar van 23 januari 2017 aan de inspecteur had moeten doorzenden voor zover het was gericht tegen de aanslag. De intrekking van het bezwaar heeft geen effect voor dit deel, omdat de SVB op dat punt niet bevoegd is. De uitspraak op bezwaar van 21 november 2017 houdt een weigering in te beslissen op het bezwaar. De rechtbank beschouwt het beroep daarom mede als beroep tegen het niet-beslissen op het bezwaar van 23 januari 2017 in. In zoverre is het beroep ontvankelijk. De rechtbank acht de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar, ook al heeft eiser niet binnen twee weken of zo spoedig mogelijk bezwaar gemaakt. Gelet op het advies van de adviseur en de informatie in de brief van de SVB is eiser ook in zoverre verschoonbaar te laat.
In de einduitspraak handhaaft de rechtbank dat oordeel. Partijen hebben te kennen gegeven een inhoudelijke beslissing van de rechtbank te wensen. Omdat eiser geen aangifte heeft gedaan, wordt de bewijslast omgekeerd of verzwaard. Gelet op de overgelegde stukken is geen sprake van een redelijke schatting. De rechtbank vermindert het belastbaar inkomen. De verzuimboete wordt verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummers: AWB 17/7025 en 17/7026
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 11 december 2018
in de zaken tussen
[X] , te [Z] , eiser
(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
en