Home

Rechtbank Gelderland, 14-03-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:1093, AWB - 17 _ 3533, 17_3534 en 17_3535

Rechtbank Gelderland, 14-03-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:1093, AWB - 17 _ 3533, 17_3534 en 17_3535

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
14 maart 2019
Datum publicatie
18 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2019:1093
Zaaknummer
AWB - 17 _ 3533, 17_3534 en 17_3535

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd waarbij de door eiser geclaimde verliezen uit onderneming zijn teruggedraaid. De verliezen waren ontstaan doordat eiser, samen met vier andere vennoten in een vof, forse investeringen in machines heeft gedaan en daarop gedurende drie jaar heeft afgeschreven met de fiscale faciliteit van de willekeurige afschrijving (artikel 13 van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001). Vervolgens zijn de vof-aandelen ruisend in persoonlijke BV's ingebracht en daarna zijn de machines verkocht aan een andere BV van eiser. De vof is gestaakt. Uit een boekenonderzoek heeft verweerder geconcludeerd dat de vof uitsluitend is opgericht vanwege de fiscale faciliteit van de willekeurige afschrijving. Primair heeft verweerder gesteld dat geen sprake was van een bron van inkomen. De rechtbank is het, gelet op het aan de vennoten uitgebrachte advies van de belastingadviseur en de overige vaststaande feiten van het geval, eens met verweerder. Vooraf was namelijk duidelijk dat de economische activiteiten van de vof in de tijd beperkt zouden zijn tot de duur van de willekeurige afschrijving. Binnen die periode zou, gelet op de aard van de investeringen en de daarmee gepaard gaande hoge financieringslasten, nooit een positief resultaat kunnen worden behaald. Beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummers: AWB 17/3533 tot en met AWB 17/3535

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 14 maart 2019

in de zaak tussen

[X] , te [Z] , eiser

(gemachtigde: drs. [gemachtigde] ),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Enschede, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser (BSN: [000] ) de volgende (navorderings-)aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en herziene verliesvaststellingsbeschikkingen opgelegd:

-

navorderingsaanslag IB/PVV 2009, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 139.995. Tevens is bij beschikking € 9.307 aan heffingsrente in rekening gebracht en is bij beschikking een vergrijpboete van € 30.104 opgelegd;

-

navorderingsaanslag IB/PVV 2010, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 87.438. Tevens is bij beschikking € 1.435 aan heffingsrente in rekening gebracht en is bij beschikking een vergrijpboete van € 6.162 opgelegd;

-

aanslag IB/PVV 2011, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 108.023 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 51. Tevens is bij beschikking € 1.846 aan heffingsrente in rekening gebracht en is bij beschikking een vergrijpboete van € 10.319 opgelegd.

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraak op bezwaar van 6 juni 2017 de belastingaanslagen, herzieningsbeschikkingen, beschikkingen heffings- en belastingrente en boetebeschikkingen gehandhaafd.

Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar tijdig beroep ingesteld bij de rechtbank.

Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 november 2018.

Met toestemming van partijen zijn de zaken van eiser gevoegd behandeld met de zaken met procedurenummers AWB 17/3527 tot en met AWB 17/3532, AWB 17/3536 tot en met 17/3539 en AWB 17/3541 tot en met 17/3543.

Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en in aanwezigheid van [A] , [B] , [C] en [D] . Namens verweerder zijn verschenen mr. [gemachtigde] , [E] en mr. [F] .

Eiser heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan verweerder.

Overwegingen

Feiten

1. Eiser is bestuurder van twee stichtingen administratiekantoor, waaronder [G] . Deze [G] heeft 100% van de aandelen in [H] B.V. die op haar beurt 95,1% van de aandelen in [I] B.V. houdt. [I] B.V. is de moedermaatschappij van [J] B.V. (Machinefabriek), [K] B.V., [L] B.V. en [M] B.V. Met in ieder geval Machinefabriek bestaat een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Machinefabriek ontwerpt en produceert machines of onderdelen daarvan. Het machinepark van Machinefabriek zit in [I] B.V. die de machines binnen de fiscale eenheid ter beschikking stelt aan Machinefabriek.

2. Op 25 juni 2009 is aan Machinefabriek een offerte uitgebracht door [N] B.V. voor de levering van twee [O] bovenloopkranen. Op 22 december 2009 is een opdrachtbevestiging verzonden aan Machinefabriek. Hierin wordt gerefereerd aan de mondelinge opdracht van 27 november 2009 voor de levering van een kraankit ten behoeve van een dubbelligger bovenloopkraan.

3. Op 15 september 2009 heeft [P] B.V. aan Machinefabriek een offerte uitgebracht voor een draaibank van [a] . De offerte is aangevuld op 2 oktober 2009. Op 30 november 2009 is, onder verwijzing naar de offerte van 15 september 2009, een opdrachtbevestiging verzonden aan [b] V.O.F., ter attentie van eiser, voor de aankoop van de draaibank voor € 1.710.000.

4. Op 1 december 2009 is eiser, samen met [A] ( [A] ), [D] ( [D] ), [C] ( [C] ) en [B] ( [B] ) de vennootschap onder firma aangegaan, genaamd [b] V.O.F. (de vof). Eiser, [A] en [B] hebben ieder € 100.000 ingebracht. [D] en [C] hebben ieder € 162.500 ingebracht. In het te verdelen resultaat is eiser gerechtigd voor 16%. Het doel van de vof is het voor gemeenschappelijke rekening en risico exploiteren van een onderneming die zich toelegt op het fabriceren en machinaal bewerken van machines en onderdelen.

5. Met dagtekening 2 december 2009 is door eiser de opdracht voor de aanschaf van de draaibank van [a] bevestigd namens de vof.

6. In 2009 heeft de vof 50% van het aankoopbedrag van de draaibank betaald, een bedrag van € 855.000. In 2010 heeft de vof € 125.000 geïnvesteerd in de kraanbaan en € 100.000 in een machineput. In 2011 is € 684.000 geïnvesteerd in de draaibank en € 53.269 in de machineput. De laatste termijn voor de draaibank van € 171.000 is niet voldaan. De totale investeringen van de vof bedragen ultimo 2011 derhalve € 1.817.269.

7. Ter financiering van deze investeringen is door de vennoten, naast de eigen inleg, een financiering verkregen bij De Lage Landen (de bank) ten bedrage van € 1.325.000. De overeenkomst voor de financial lease is getekend op 5 januari 2010. De lease is aangegaan voor 96 maanden. De maandelijkse leasetermijn bedraagt volgens de overeenkomst € 17.361.

8. De vennoten hebben in 2009, 2010 en 2011 gebruik gemaakt van de faciliteit van de willekeurige afschrijving. In totaal zijn de volgende bedragen afgeschreven: € 769.500 (2009), € 156.250 (2010) en € 725.244 (2011). Bij de vennoten heeft dit geresulteerd in verliezen uit onderneming.

9. Voor de draaibank en kraaninstallatie is door [D] een nieuwe bedrijfshal gebouwd op hetzelfde terrein als waar Machinefabriek is gevestigd. Per 1 maart 2011 heeft [D] de nieuw gebouwde bedrijfshal verhuurd vanuit zijn privévermogen aan de vof. De huurprijs bedraagt € 84.000 per jaar. De bedrijfshal wordt door de vof voor dezelfde huurprijs doorverhuurd aan Machinefabriek.

10. De vof heeft geen personeel in dienst. Nadat de draaibank begin 2011 is geleverd en vanaf najaar 2011 in bedrijf kon worden genomen, zijn in 2011 verschillende opdrachten uitgevoerd door personeel van Machinefabriek. De opdrachten zijn daarna (door)gefactureerd door de vof. De vof heeft geen kantoororganisatie. Er zijn geen verzekeringen afgesloten door of namens de vof.

11. Per 30 september 2011 hebben de vennoten ieder hun aandeel in de vof ruisend ingebracht in een (eigen) besloten vennootschap. Voor de stakingswinsten, die bestaan uit de boekwinsten op de machines, zijn lijfrentes bedongen.

12. De resultaten van de vof, zonder rekening te houden met de toegepaste willekeurige afschrijving, zijn als volgt:

2009

-/- 698

2010

-/- 12.081

2011

-/- 27.957

Totaal

-/- 40.736

13. Per 2 januari 2012 zijn de draaibank, kraan en machineput verkocht aan [I] B.V. voor een bedrag van € 1.817.250, vrijgesteld van omzetbelasting omdat sprake is van de overgang van een algemeenheid van goederen. De facturen zijn niet betaald maar schuldig gebleven en omgezet in leningen ten behoeve van [I] B.V., verstrekt vanuit de persoonlijke B.V.'s van de voormalige vennoten. Van deze leningen zijn geen overeenkomsten opgesteld. Op 7 maart 2012 is de financial lease-overeenkomst van de vof overgenomen door [I] B.V.

14. Op 18 december 2013 is een boekenonderzoek aangekondigd. Hiervan is op 11 november 2014 een rapport opgemaakt. Tijdens het onderzoek is informatie opgevraagd bij de bank die de financiering heeft verstrekt. In dat kader heeft de bank e-mails, interne risico-analyses en een (ongedateerd) advies van [d] verstrekt. Deze stukken behoren tot de gedingstukken. In het advies van [d] staat onder meer het volgende:

2. Vennootschap onder firma

De Vennootschap onder firma zal investeren in de aanschaf van de machine en installaties. Voor de financiering zal een lening bij een financiële instelling aangevraagd worden. Tevens zal aan de vennoten worden gevraagd om een bedrag voor de financiering van de machine en installaties in te brengen. Dit bedrag zal door de vennoten als achtergestelde lening ter beschikking worden gesteld aan de Vennootschap onder firma waarvoor geen zekerheden worden verstrekt en geen aflossingsverplichting en geen rentevergoeding wordt afgesproken. (…)

Na aanschaf en installatie van de machine en installaties, naar verwachting in de loop van 2010, zal de Vennootschap onder firma de machine en installaties (zelfstandig) exploiteren. [J] B.V. zal de materialen verstrekken en zal het personeel ter beschikking stellen. De heer [D] zal ruimte aan de [A-straat 1] te [Q] ter beschikking stellen.

3 Tijdelijke regeling willekeurige afschrijving

Na aanschaf van de machine en installaties kan de Vennootschap onder firma jaarlijks een gedeelte van de aanschafwaarde van de machine en installaties afschrijven en ten laste brengen van de exploitatie van de Vennootschap onder firma.

(…)

Eind 2008 heeft het kabinet een aantal fiscale maatregelen genomen, die fiscaal mogelijkheden bieden. Een van deze maatregelen is de tijdelijke regeling willekeurige afschrijving.

(…)

De levering van de machine en installaties zal niet in het jaar 2009 gerealiseerd worden. Om toch in aanmerking te komen voor deze regeling moet in 2009 alvast een aanbetaling op de investeringsverplichting worden gedaan.

4 Fiscale aspecten

Bovenstaande regeling biedt fiscale mogelijkheden bij ieder van de vennoten. Gezien het bedrag van de investeringen kan er fiscaal een dusdanig bedrag, met een maximum van 50% van de investeringsverplichting, in de jaren 2009 en 2010 worden afgeschreven dat er bij elk van de vennoten een fiscaal verlies wordt behaald, zodat er voor deze jaren geen Inkomstenbelasting betaald hoeft te worden. Tevens kan er een dusdanig negatief belastbaar inkomen ontstaan dat er voor de jaren 2006, 2007 en 2008 (achterwaartse) verliesverrekening met positieve belastbare inkomens kan plaatsvinden en dat dit negatief belastbaar inkomen maximaal voor de komende 9 jaren (voorwaartse verliesverrekening) verrekenbaar is met (overig) inkomen. Hierbij kan dus de mogelijkheid ontstaan dat een vennoot over jaren 2006 tot en met 2019 geen of minimaal Inkomstenbelasting hoeft te betalen.

(…)

5 Inbreng in een Besloten Vennootschap

In het jaar 2011 zullen de vennoten hun aandeel in de vennootschap in brengen in een (nieuw op te richten) Besloten Vennootschap. Deze overdracht kan ruisend gebeuren. Hierdoor wordt dan een stakingslijfrente bij deze vennootschap bedongen.

(…)

6 Beëindiging Vennootschap onder firma