Rechtbank Gelderland, 18-02-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:627, AWB - 17 _ 4821
Rechtbank Gelderland, 18-02-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:627, AWB - 17 _ 4821
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 18 februari 2019
- Datum publicatie
- 4 maart 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2019:627
- Zaaknummer
- AWB - 17 _ 4821
Inhoudsindicatie
Precariobelasting. Belastingplicht op grond van de verordening, gedoogplicht en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Er wordt geheven van de regionale netbeheerder, die economisch eigenaar is. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam in een vergelijkbare zaak (Maasdriel) en de arresten van de Hoge Raad inzake Muiden, Blaricum en Naarden. Eiseres is degene die de leidingen heeft. Zij kan als derde ook geen rechten ontlenen aan een overeenkomst die volgens haar stellingen op de juridische eigenaar is overgegaan. Bovendien heeft die juridische eigenaar de leidingen niet, dus geldt een eventuele gedoogplicht niet voor deze leidingen. Geen strijd met rechtszekerheidsbeginsel, vertrouwensbeginsel, zorgvuldigheidsbeginsel en gelijkheidsbeginsel.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummers: AWB 17/4821, 17/4822, 18/1483 en 18/1484
in de zaken tussen
(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres op 25 oktober 2016 voor het jaar 2016 een aanslag precariobelasting opgelegd voor de aanwezigheid van gasleidingen in gemeentegrond.
Verweerder heeft aan eiseres op 8 november 2016 voor het jaar 2014 een aanslag precariobelasting opgelegd voor de aanwezigheid van een elektriciteitsnetwerk in gemeentegrond. Op achtereenvolgens 16 oktober 2017 en 23 oktober 2017 heeft verweerder voor de jaren 2015 en 2016 een aanslag precariobelasting aan eiseres opgelegd ter zake van het elektriciteitsnetwerk.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 3 augustus 2017 het bezwaar tegen de aanslag precariobelasting ter zake van de gasleidingen gegrond verklaard en de aanslag verminderd.
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 3 augustus 2017 en 6 februari 2018 de aanslagen voor het elektriciteitsnetwerk gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brieven van 11 september 2017 en 16 maart 2018, telkens door de rechtbank ontvangen op dezelfde datum, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
Eiseres heeft ingestemd met het achterwege laten van een onderzoek ter zitting. Verweerder heeft binnen de daartoe gestelde termijn niet te kennen gegeven dat hij een zitting wenst.
Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Feiten
1. Eiseres is netbeheerder en economisch eigenaar van het elektriciteitsnetwerk en het gasnetwerk in de gemeente Neder-Betuwe (hierna: de gemeente). De juridisch eigenaar van de netwerken is [A] N.V. (hierna: [A] ). Dit is een 100% dochtermaatschappij van eiseres.
2. Tot [1984] vond de exploitatie van de elektriciteitsleidingen plaats door N.V. [B] (hierna: [B] ). Op [1984] is de naam van [B] gewijzigd in N.V. [C] . Deze naam is op [1990] gewijzigd in N.V. [D] (hierna: [D] ). Blijkens akte van fusie en naamswijziging van [1993] zijn [D] en N.V. [E] opgegaan in N.V. [F] . Blijkens akte van fusie van [2001] is onder meer N.V. [F] opgegaan in N.V. [G] . Volgens de akte van [2011] is de naam van N.V. [G] gewijzigd in [A] N.V.
3. De gemeente is ontstaan als gevolg van een aantal gemeentelijke herindelingen. Tot de huidige gemeente behoren de oude gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren. Tot de gemeente Dodewaard behoorde ook een deel van de voormalige gemeente Hemmen.
4. [B] en het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Hemmen hebben op respectievelijk 4 december 1923 en 15 november 1923 een overeenkomst ondertekend. Artikel 4, eerste lid, van die overeenkomst luidt als volgt:
“De Gemeente verleent door onderteekening dezer overeenkomst aan de Vennootschap voor zoodanigen duur als naar het oordeel der Vennootschap voor de uitoefening van haar bedryf noodig zal blyken,kosteloos het uitsluitend recht werken tot geleiding, transformeering, verdeeling en levering van electriciteit en de daarmede in verband staande beveiligings- en ondersteuningswerken te hebben,aan te brengen, in stand te houden en te verwyderen in, op, aan, door of boven gemeentelyke gronden, wegen, wateren en andere eigendommen der Gemeente”.
5. Op 18 april 1923 heeft de raad van de voormalige gemeente Echteld een raadsbesluit genomen. Dit raadsbesluit luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
“BESLUIT:
Aan de N.V. [B] te [Z] voor zoodanigen duur als voor de uitoefening van het bedryf dezer Vennootschap noodig zal blyken, kosteloos het recht te verleenen werken tot geleiding,transformeering,verdeeling en levering van electriciteit en de daarmede in verband staande beveiligings-en ondersteuningswerken te hebben, aan te brengen,in stand te houden,te wyzigen en te verwyderen in,op,aan,door of boven gemeentelyke gronden,wegen,wateren en andere eigendommen der Gemeente, een en ander onder voorwaarde, dat de Vennootschap voornoemd:
1. omtrent de uitvoering dier werken, alsmede omtrent het tydstip der uitvoering met Burgemeester en Wethouders overleg pleegt,
2. zich verplicht na het verrichten van deze werkzaamheden het geroerde op hare kosten zooveel mogelyk weer in den toestand terug te brengen van vóór de uitvoering van die werkzaamheden (…)”.
6. Op 3 april 1924 heeft de raad van de voormalige gemeente Dodewaard een raadsbesluit genomen dat inhoudelijk overeenkomt met het hiervoor weergegeven raadsbesluit van de gemeente Echteld.
7. Aan de raadsbesluiten is in 1986 door de gemeenten een aanhangsel toegevoegd, dat is ondertekend door de burgemeester namens de gemeente en door [B] . Dit aanhangsel vermeldt in beide gevallen, voor zover van belang, het volgende:
“in aanmerking nemende dat:
- bij raadsbesluit (…) door de gemeente aan de [B] vergunning is verleend tot het aanbrengen enz. van elektricitieitswerken in enz. eigendommen der gemeente;
- partijen een nadere regeling met betrekking tot het aanbrengen enz. van bovengrondse en ondergrondse 10 kV- en laagspanningsleidingen in, enz. eigendommen der gemeente wensen te treffen, welke regeling geacht wordt deel uit te maken van voormeld raadsbesluit,
komen overeen als volgt:
I De thans tussen partijen op grond van genoemde overeenkomst geldende regeling, betreffende het aanbrengen enz. van elektriciteitswerken in, enz. eigendommen der gemeente komt te vervallen voorzover het 10 kV- en laagspanningsleidingen betreft.
II In plaats van het te vervallen gedeelte van de regeling komt de volgende regeling:
1. De gemeente verleent hiermede de voor het in, op of boven gemeentelijke eigendommen, voorzover deze zich daartoe lenen, aanbrengen, leggen, hebben, onderhouden, verkleinen, verzwaren, vervangen, uitbreiden en wijzigen van de onder- en bovengrondse leidingen ten behoeve van en in verband met de levering van elektrische energie door de [B] met toebehoren en van aansluitleidingen met toebehoren, waarbij zowel de werkzaamheden als het toebehoren in de ruimste zin moeten worden genomen, vereiste burgerrechtelijke en publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en toestemmingen (…)
3. De gemeente verbindt zich, indien krachtens enige gemeenteverordening rechten op het aanwezig zijn van leidingnet met toebehoren in, op of boven gemeentegronden, -wateren, enz. worden geheven, binnen redelijke tijd deze verordening zodanig te herzien dat na wijziging de [B] geen rechten zal zijn verschuldigd, dan wel de [B] jaarlijks een bedrag, gelijk aan de door haar betaalde rechten, uit te keren.
Het laatste geldt evenzo voor het geval in de toekomst een verordening als bovenbedoeld van kracht mocht worden. (…)”.
8. De voormalige gemeente Kesteren en [B] zijn in 1986 een vergelijkbare regeling overeengekomen.
9. In de gemeente geldt voor de jaren 2014 en 2015 de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen 2013 (hierna: de Verordening 2013). Hierin is, voor zover van belang, onder meer het volgende opgenomen:
“Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.