Rechtbank Gelderland, 22-11-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6197, AWB - 21 _ 67 en 21_68
Rechtbank Gelderland, 22-11-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6197, AWB - 21 _ 67 en 21_68
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 22 november 2021
- Datum publicatie
- 30 maart 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2021:6197
- Zaaknummer
- AWB - 21 _ 67 en 21_68
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting, aftrekposten. Geen discriminatie op dubbele nationaliteit. Verweerder heeft bij het regelen van de aangifte vragen gesteld en na controle een lager bedrag aan aftrekposten toegestaan. Volgens eiser is hij aan een (strengere) controle onderworpen vanwege zijn dubbele nationaliteit. De rechtbank is van oordeel dat de aangifte terecht is gecorrigeerd en dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat eisers aangifte niet is uitgeworpen op basis van dubbele nationaliteit. Verweerder heeft uiteengezet hoe eisers aangifte inkomstenbelasting in het Aanslagbelastingensysteem door selectiemodules is behandeld en voor uitworp is uitgekozen. Op grond van deze uiteenzetting heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat bij de uitworp van de aangifte van eiser voor controle geen sprake is geweest van direct dan wel indirect etnisch profileren vanwege zijn dubbele nationaliteit. Daarnaast is niet gebleken dat het geleverde bewijs van eiser voor de geclaimde aftrekposten strenger is beoordeeld door verweerder, zodat deze terecht zijn gecorrigeerd. Beroep ongegrond.
Uitspraak
Zittingsplaats Arnhem
Belastingrecht
zaaknummers: AWB 21/67 en 21/68
in de zaken tussen
en
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor de jaren 2017 en 2018 aanslagen (aanslagnummers [aanslagnummer 1] en [aanslagnummer 2] ) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.341 respectievelijk € 46.795. Tevens is bij beschikking € 203 respectievelijk € 87 aan belastingrente in rekening gebracht.
Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 december 2020 de aanslagen en de beschikkingen belastingrente gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen tijdig beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 september 2021.
Namens verweerder zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] . Eiser is, zonder voorafgaande kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de brief waarin eiser is uitgenodigd om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden. Eiser heeft na de zitting, namelijk bije-mailbericht van 1 oktober 2021, de rechtbank geïnformeerd verhinderd te zijn geweest om bij de zitting van 16 september 2021 aanwezig te zijn.
Overwegingen
Feiten
1. Eiser is gehuwd met [naam echtgenote] (de echtgenote). Samen hebben zij drie kinderen. De kinderen zijn jonger dan 27 jaar. Twee kinderen hebben medische klachten. Eén kind heeft last van astma, atopische constitutie, een huisstofallergie en een allergie voor honden en boompollen en één kind heeft last van een huisstofallergie, een graspollenallergie en allergische rhinitus met bloedneuzen. Eiser heeft zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit.
2. Eiser heeft in 2017 en 2018 inkomsten uit dienstbetrekking genoten. Ook de echtgenote heeft in 2017 en 2018 inkomsten uit dienstbetrekking genoten; haar verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek bedraagt in 2017 € 12.651 en in 2018 € 13.415.
2017
3. Op 31 maart 2018 heeft eiser de aangifte IB/PVV 2017 ingediend. In de aangifte is een bedrag van € 1.311 opgevoerd als aftrekbare rente voor het ABN AMRO Flexibel krediet met nummer eindigend op 5168. Bovendien is een bedrag van € 2.352 aan aftrek specifieke zorgkosten aangegeven, een bedrag van € 2.650 aan aftrek scholingsuitgaven en een bedrag van € 259 aan saldo aftrekbare giften. Het aangegeven inkomen uit werk en woning bedraagt, na aftrek van de opgevoerde aftrekposten, € 37.769.
4. Met dagtekening 2 juni 2018 heeft verweerder conform de aangifte een voorlopige aanslag IB/PVV 2017 opgelegd.
5. Bij brief van 2 mei 2019 heeft verweerder eiser om nadere informatie gevraagd over de eigen woning, de ziektekosten, de giften en de studiekosten.
6. Eiser heeft hierop niet gereageerd.
7. Verweerder heeft eiser bij brief van 18 september 2019 laten weten dat hij het voornemen heeft om bij het opleggen van de definitieve aanslag IB/PVV 2017 af te wijken van de aangifte. Hij heeft eiser de mogelijkheid geboden hierop te reageren. Van die mogelijkheid heeft eiser geen gebruik gemaakt.
8. Met dagtekening 28 januari 2020 heeft verweerder de aanslag IB/PVV 2017 aan eiser opgelegd. Het verzamelinkomen is daarbij vastgesteld op € 44.341.