Rechtbank Gelderland, 30-07-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:5256, 11234672 \ VV EXPL 24-92
Rechtbank Gelderland, 30-07-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:5256, 11234672 \ VV EXPL 24-92
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 30 juli 2024
- Datum publicatie
- 21 augustus 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2024:5256
- Zaaknummer
- 11234672 \ VV EXPL 24-92
Inhoudsindicatie
Executiegeschil. Voorzieningenrechter schorst ten uitvoerlegging ontruimingsvonnis. Dit vonnis bevat motivering nadat eerder kop-staart-vonnis is gewezen.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11234672 \ VV EXPL 24-92
Vonnis in kort geding van 30 juli 2024
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. J.J. Douwes,
tegen
[gedaagde] ,
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: H. de Jonge.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- -
-
de dagvaarding van 29 juli 2024 met producties 1 t/m3;
- -
-
de vrijwillige verschijning van [gedaagde] ;
- -
-
de producties 1 en 2 van [gedaagde] ;
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 juli 2024. Daarvan is door de griffier een verslag gemaakt. In verband met de spoedeisendheid van de zaak (de ontruiming van de huurwoning van [eiser] staat gepland voor 31 juli 2024) heeft de voorzieningenrechter, zoals aangekondigd op de mondelinge behandeling, op 30 juli 2024 een zogenoemd ‘kop-staart-vonnis’ gewezen. Dat vonnis bevat wel de beslissing van de voorzieningenrechter, maar nog niet de motivering omdat daarvoor de tijd ontbrak. Dit vonnis bevat de motivering.
2 De feiten
[eiser] huurt sinds 9 januari 2023 de woning staande en gelegen aan de [adres] in [plaats] (hierna: het gehuurde).
Bij dagvaarding van 13 juni 2024 heeft [gedaagde] een bodemprocedure aanhangig gemaakt waarin zij onder meer ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde heeft gevorderd.
Bij verstekvonnis van 3 juli 2024 met zaak- en rolnummer 11172015 CV-EXPL 24-5168 (hierna: het verstekvonnis) is de huurovereenkomst ontbonden en is [eiser] veroordeeld tot (1) ontruiming van het gehuurde, (2) betaling van de huurachterstand van € 1.391,95 vermeerderd met de wettelijke rente, (3) de huurpenningen van € 621,89 per maand vanaf 1 juli 2024 tot aan de dag van ontbinding van de huurovereenkomst, (4) een gebruiksvergoeding/schadevergoeding van € 621,89 per maand vanaf de ontbinding tot aan de dag van ontruiming en (5) de proceskosten van de procedure.
Bij exploot van 16 juli 2024 is het verstekvonnis en de aanzegging tot gedwongen ontruiming aan [eiser] betekend. De ontruiming is aangezegd tegen 31 juli 2024.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [eiser] verklaard dat inmiddels de verzetdagvaarding ter betekening tegen de roldatum van 7 augustus 2024 naar de deurwaarder is gestuurd.
3 Het geschil
[eiser] vordert – zo begrijpt de voorzieningenrechter zijn vordering – schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis totdat onherroepelijk is beslist op het door [eiser] in te stellen verzet met veroordeling van [gedaagde] in een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat zij daarmee in gebreke blijft en met veroordeling van [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van zijn eigen bijdrage en de nakosten.
[eiser] legt – kort gezegd – aan zijn vordering ten grondslag dat hij belang heeft bij schorsing van de executie tot er een beslissing is in de verzetprocedure en dat zijn belang zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde] .
[gedaagde] voert verweer dat strekt tot afwijzing van de door [eiser] gevorderde voorziening.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.