Home

Rechtbank Haarlem, 25-10-2006, ECLI:NL:RBHAA:2006:4413 BH4203, 05-4579

Rechtbank Haarlem, 25-10-2006, ECLI:NL:RBHAA:2006:4413 BH4203, 05-4579

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
25 oktober 2006
Datum publicatie
26 maart 2009
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2006:BH4203
Zaaknummer
05-4579

Inhoudsindicatie

Privégebruik auto ex art. 42, lid 2 Wet IB 1964. Als gevolg van inbouw kilometertelleronderbreker wordt niet aangetoond dat jaarlijks minder dan 1000 km voor privé-doeleinden wordt gereden.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 05/4579

Uitspraakdatum: 25 oktober 2006

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

X, wonende te Z, eiser,

gemachtigde: A

en

de inspecteur van de Belastingdienst te P, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Aan eiser is voor het jaar 1998 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen van f 35.614, alsmede bij beschikking met dezelfde dagtekening een boete van 50% van het nagevorderde bedrag.

1.2. Eiser heeft tegen voormelde navorderingsaanslag en boetebeschikking een bezwaar¬schrift ingediend. Verweerder heeft in de bestreden uitspraak de navorderingsaanslag gehandhaafd en de boete verminderd tot 25% van het nagevorderde bedrag.

1.3. Eiser is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

1.4. Bij het onderzoek ter zitting van 11 oktober 2006 te Haarlem zijn verschenen en gehoord eiser en zijn gemachtigde A, alsmede B en C namens verweerder, tot bijstand vergezeld van D, E en F.

Gemachtigde heeft een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en de wederpartij. De inhoud van deze pleitnota moet als hier ingelast worden aangemerkt.

2. Feiten

2.1. Eiser is taxichauffeur te Q. Voor zijn onderneming beschikt eiser in het onderhavige jaar over een Audi personenauto met kenteken 00-00-00 (hierna: de auto). In het kader van de werkzaamheden als taxichauffeur is aan eiser het taxinummer 001 toegekend.

2.2. Voor de auto is op 4 oktober 1996 het kenteken afgegeven. Eiser heeft de auto als schadeauto gekocht en is sedert 3 september 1997 kentekenhouder van de auto. Na aankoop heeft eiser de benodigde reparaties uitgevoerd, en heeft hij vervolgens bij G (hierna: G) een taxameter en een mobilofoon in de auto laten inbouwen.

2.3. Bij eiser is in het najaar van 2003 een boekenonderzoek ingesteld. In het naar aanleiding van dit onderzoek uitgebrachte rapport (toegevoegd als bijlage 3 bij het beroepschrift) is, voor zover hier van belang, onder punt 3.2 vermeld:

Uit aan de Belastingdienst ter beschikking staande gegevens is gebleken dat in de auto met het kenteken 00-00-00 een kilometertelleronderbreker is ingebouwd. Als de kilometertelleronderbreker tijdens het rijden is ingeschakeld blijven de kilometerteller, de snelheidsmeter en de dagteller normaal doorlopen. Pas na afloop van het gebruik van de onderbreker springt de kilometerstand terug naar de beginstand bij het inschakelen van de onderbreker. (…)

Op basis van de bevindingen tijdens het boekenonderzoek heeft verweerder de onderhavige navorderingsaanslag opgelegd, waarbij de winstcorrectie wegens privégebruik van de auto f 15.006 bedraagt. De berekening van genoemd bedrag is niet in geschil.

2.4. In diverse door verweerder overgelegde processen-verbaal van de Rijksverkeersinspectie wordt door taxichauffeurs verklaard dat een kilometertelleronderbreker (hierna: kto) in hun taxi is ingebouwd en dat dit bij 90 % van de taxi’s te Q het geval is.

2.5. Tot de gedingstukken behoort een kopie van een bladzijde uit de bedrijfsagenda van G. Op de bladzijde van 19 september 1997 is in de opvatting van verweerder vermeld:

“001 Audi 0654307431 10e-’96

meter en mob inbouw. teller onderbreker met afstand”

2.6. In als bijlage 8 bij het verweerschrift overgelegde processen-verbaal van Fiod Vestiging Q en regiopolitie Q in verband met onderzoek naar mogelijke fraude binnen de taxibranche is door de eigenaar en medewerkers van het bedrijf dat zich bezighield met het inbouwen van taxameters onder meer verklaard:

“De omzet van de kilometertelleronderbrekers staat vaak geboekt onder balieverkoop of

diversen of handzenders, dit omdat degene die de kilometertelleronderbrekers kochten zich

niet bekend wilde maken of wilde worden...

(...)

Door (...) werden er in de jaren 1997, 1998 en 1999 gemiddeld zo’n zeven kilometer¬onder¬brekers per week ingebouwd. Zeker weten doe ik dit niet. Het kunnen er ook meer geweest zijn. In ieder geval minder dan zeven zullen het er in ieder geval niet geweest zijn.”

3. Geschil

3.1. In geschil is het antwoord op de vraag of is gebleken dat de auto voor minder dan 1000 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt, van welk antwoord afhangt of verweerder de bijtelling wegens privé-gebruik van de auto terecht heeft toegepast. Voorts is in geschil of de boete terecht is opgelegd.

3.2. Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de stukken van het geding alsmede naar hetgeen ter zitting door partijen naar voren is gebracht.

3.3. Ter zitting heeft gemachtigde, het voorlopig oordeel van de rechtbank gehoord hebbende en na de toezegging van verweerder dat hij de desbetreffende navorderingsaanslagen op overeenkomstige wijze ambtshalve zal verminderen indien eiser ten aanzien van de onderhavige navorderingsaanslag - in laatste ressort - geheel of gedeeltelijk in het gelijk zal worden gesteld, de volgende beroepen ingetrokken:

- inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1999 rolnummer 05/4581

- wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen 1998 rolnummer 05/4578

- wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen 1999 rolnummer 05/4580

4. Beoordeling van het geschil

4.1. Artikel 42 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna de Wet IB 1964), voor zover hier van belang, luidt als volgt:

2. Bij het bepalen van winst uit onderneming worden de aan het houden van een personenauto verbonden kosten geacht tot het bedrag van ten minste 20 percent van de catalogusprijs –met inbegrip van de omzetbelasting en vermeerderd met de belasting van personenauto’s en motorrijwielen- van de auto niet te zijn gemaakt ten behoeve van de onderneming.

(...)

5. Het tweede tot en met het vierde lid zijn niet van toepassing indien blijkt dat de auto op jaarbasis voor minder dan 1000 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt.

4.2. De rechtbank stelt voorop dat, indien eiser stelt dat de auto voor minder dan 1000 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt, de bewijslast daarvan op hem rust.

4.3. Verweerder heeft de kilometeradministratie van eiser verworpen, er van uitgaande dat in de auto een kto is aangebracht. De bewijslast ten aanzien van de aanwezigheid van een kto in de auto rust, tegenover de ontkenning door eiser, op verweerder.

4.4. Na afweging van de verklaring van eiser tegen het door verweerder ingebrachte bewijs is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het aan de stukken te ontlenen sterke vermoeden dat een kto is ingebouwd, door eiser onvoldoende gemotiveerd is weersproken.

De omstandigheden die tot deze conclusie hebben geleid zijn de volgende:

- Zoals onder 2.4 beschreven hebben taxichauffeurs verklaard dat in en omstreeks 1998 op ruime schaal kto’s zijn ingebouwd in taxi’s.

- Uit de onder 2.6 vermelde door de eigenaar en medewerkers van G afgelegde verklaringen blijkt dat het vanaf 1997 tot de gebruikelijke werkzaamheden van G behoorde om naast taxameters kto’s in te bouwen.

- De vermelding in de agenda van G, zoals onder 2.5 weergegeven, van te verrichten werkzaamheden. De rechtbank is van oordeel dat deze aantekening in de agenda ziet op het aanbrengen van een kto in de auto van eiser. Het opnemen van eisers taxinummer 001 (anders dan gemachtigde is de rechtbank van oordeel dat de handgeschreven aantekening voldoende duidelijk dit nummer aangeeft), het vermelden van het automerk en de aantekening 10e-’96 (waarbij de rechtbank verweerder volgt in zijn stelling dat dit ziet op het afgeven van het kenteken voor de auto in oktober 1996, zoals onder 2.2 omschreven) en de omstandigheid dat eiser ter zitting heeft verklaard dat hij kort na aankoop en het uitvoeren van een aantal reparaties bij G een taxameter en mobilofoon heeft laten inbouwen (waarbij de datering van de aantekening in de agenda logisch en in de tijd passend aansluit op de kort daaraan voorafgaande aankoop) leidt - op zich en in onderlinge samenhang bezien - tot bedoeld oordeel.

De omstandigheid dat het aanbrengen van een kto in de agenda, anders dan de meeste gevallen zoals onder 2.6 omschreven, niet is aangeduid met ‘diversen’ maar met de vermelding ‘teller onderbreker met afstand’ kan niet aan verweerder worden tegengeworpen en leidt evenmin tot een ander oordeel.

4.5. De rechtbank acht - gelet op het inbouwen van een kto en de met deze inbouw gepaard gaande kosten, kort na aankoop van de onderhavige auto en ingebruikname als taxi - het voorts aannemelijk en gaat er van uit dat de kto na inbouw is gebruikt om een deel van de door de auto verreden kilometers niet door de kilometerteller te laten registreren.

4.6. Eiser is van oordeel, zoals omschreven in onderdeel van 8 van het beroepschrift, dat uit de overgelegde maandlijsten, omzet- en kilometeradministratie afdoende is af te leiden dat door hem met de auto geen privé-kilometers zijn verreden.

Gelet op het voorgaande dient bij de beoordeling van deze maandlijsten, omzet- en kilometeradministratie, welke zijn gebaseerd op de door eiser ingevulde ritten¬staten, rekening te worden gehouden met de aanwezigheid en het gebruik van de kto.

Nu de op de rittenstaten vermelde beginstand en eindstand van verreden kilometers door eiser zijn ingevuld aan de hand van de stand van de kilometerteller (zoals hij ter zitting heeft verklaard) en deze standen door het gebruik van de kto (gezien de onder 2.3 vermelde werking ervan) zijn gemanipuleerd, dienen zowel de rittenkaarten als de daarop gebaseerde maandlijsten, omzet- en kilometeradministratie als onbetrouwbaar te worden aangemerkt.

Aangezien geen ander bewijs met betrekking tot het privégebruik van de auto aanwezig is, leidt dit tot de conclusie dat eiser niet overtuigend heeft aangetoond dat de auto minder dan 1000 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt.

4.7. Wat de boete betreft overweegt de rechtbank het volgende. Er van uitgaande dat eiser met behulp van een kto de kilometerteller van de auto heeft gemanipuleerd als gevolg waarvan verreden (privé)kilometers niet zijn verantwoord in de administratie en daarmee niet zijn verwerkt in zijn aangifte, is de rechtbank van oordeel dat eiser opzettelijk een onjuiste aangifte heeft gedaan hetgeen in beginsel een boete van 50% rechtvaardigt.

Na bezwaar heeft verweerder de boete verminderd tot 50% van de aanvankelijk opgelegde boete en heeft hij aldus rekening gehouden met het repeterende karakter daarvan in diverse met de onderhavige navorderingaanslag samenhangende zaken. De rechtbank acht de resterende boete van 25 % onder de gegeven omstandigheden passend en geboden.

4.8. De stelling van gemachtigde dat sprake is van afwezigheid van alle schuld of anders overmacht ten aanzien van het verloren gaan van delen van de administratie zodat reeds op die grond de opgelegde boete dient te vervallen, faalt reeds daarom nu de boete niet zijn grondslag vindt in het niet ter inzage geven van de administratie, maar in het manipuleren van de kilometerteller met behulp van een kto.

5. Proceskosten

De rechtbank acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

6. Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 25 oktober 2006 en op dezelfde dag in het openbaar uitgespro¬ken door dr mr A.M. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van mr E.J.E.M. Anderluh – Vanherck, griffier.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:

- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, dan wel

- beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag, mits de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.

N.B. Bij het bestuursorgaan berust de bevoegdheid tot het instellen van beroep in cassatie niet bij de ambtenaar die de procedure voor de rechtbank heeft gevoerd.

Bij het instellen van hoger beroep dan wel beroep in cassatie dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie.

Bij het instellen van beroep in cassatie dient daarnaast in acht te worden genomen dat bij het beroepschrift een schriftelijke verklaring van de wederpartij wordt gevoegd, inhoudende dat wordt ingestemd met het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de rechtbank.