Home

Rechtbank Haarlem, 26-01-2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:724 AZ7638, 06/191

Rechtbank Haarlem, 26-01-2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:724 AZ7638, 06/191

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
26 januari 2007
Datum publicatie
27 februari 2007
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ7638
Zaaknummer
06/191

Inhoudsindicatie

Douane: Setjes kunstnagels met toebehoren, o.a. lijm en/of vijl, moeten worden ingedeeld in GN-post 33043000. Onder verzorging van nagels dient ook het opmaken van nagels te worden verstaan. Dit opmaken beperkt zich niet tot het aanbrengen van preparaten in vloeibare vorm, maar omvat ook het aanbrengen van preparaten in vaste vorm, zoals de onderhavige kunstnagels, die uitsluitend zijn ontworpen, gevormd en bestemd om ter verfraaiing van de eigen nagel daarop te worden aangebracht. Geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige douanekamer

Procedurenummer: AWB 06/191

Uitspraakdatum: 26 januari 2007

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

X B.V., gevestigd te Z, eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane P, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Verweerder heeft aan eiseres negen bindende tariefinlichtingen met referenties NL-1 tot en met NL-9 (de BTI’s) en dagtekening 20 september 2005 afgegeven.

1.2. Het daartegen gemaakte bezwaar heeft verweerder heeft bij uitspraak van 9 november 2005 afgewezen.

1.3. Eiseres heeft tegen deze uitspraak bij brief van 8 december 2005, ontvangen bij de rechtbank op 9 december 2005, beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

1.4. Het beroep is, tezamen met het beroep bekend onder nummer 06/134, ter zitting van 16 november 2006 behandeld. Namens eiseres is A verschenen, tot bijstand vergezeld van B. Namens verweerder zijn verschenen C en D, tot bijstand vergezeld van E. Verweerder heeft een pleitnota met als bijlagen de BTI’s overgelegd. Eiseres heeft een drietal monsters overgelegd.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

2.1. In de aanvragen voor de BTI’s heeft eiseres in onderdeel ‘7. Beoogde indeling’ goederencode 33043000.00.00 vermeld. In onderdeel ‘8. Omschrijving van de goederen’ is vermeld ‘Artikelen voor de pedicure en-of manicure zijnde kunstnagels van kunststof’.

2.2. In afwijking van de aanvraag zijn de goederen in de BTI ingedeeld in post 39269099. De goederen zijn als volgt omschreven:

NL-1, NL-2

Een assortiment bestaande uit:

- 24 kunstnagels voor de vingers, van kunststof;

- 24 kunstnagels voor de tenen, van kunststof;

- 1 tube nagellijm ( 2gr);

- 1 kunststof afsluitdopje voor de tube nagellijm;

- 1 manicure stokje.

De goederen worden aangeboden in een blister, die verpakt is in een kartonnen doosje, gereed voor de verkoop in het klein.

NL-3

Een assortiment bestaande uit:

- 24 kunstnagels van kunststof;

- 1 tube nagellijm ( 2gr);

overigens conform 01936 en 01937.

NL-4

Een assortiment bestaande uit:

- 28 kunstnagels van kunststof;

- 1 tube nagellijm ( 2gr);

- 1 kunststof standaard voor de tube nagellijm;

- 1 manicure stokje.

De goederen worden aangeboden in een blister, die verpakt is in een kartonnen doosje, gereed voor de verkoop in het klein.

NL-5, NL-6, NL-8

Een assortiment bestaande uit:

- 24 kunstnagels van kunststof; (voor 01943: 36)

- 1 tube nagellijm ( 2gr);

- 1 kunststof standaard voor de tube nagellijm;

- 1 nagelvijltje;

- 1 manicure stokje.

De goederen worden aangeboden in een blister, die verpakt is in een kartonnen doosje, gereed voor de verkoop in het klein.

NL-7

Een assortiment bestaande uit:

- 36 kunstnagels van kunststof;

- 1 tube nagellijm ( 2gr);

- 1 kunststof afsluitdopje voor de tube nagellijm;

- 1 reinigingsdoekje;

- 1 manicure stokje.

De goederen worden aangeboden in een blister, die verpakt is in een kartonnen doosje, gereed voor de verkoop in het klein.

NL-9

Een assortiment bestaande uit:

- 36 kunstnagels van kunststof;

- 1 tube nagellijm ( 2gr);

- 1 kunststof standaard voor de tube nagellijm;

- 1 reinigingsdoekje;

- 1 manicure stokje.

De goederen worden aangeboden in een blister, die verpakt is in een kartonnen doosje, gereed voor de verkoop in het klein.

2.3. Tot de stukken behoort een uitspraak van 12 augustus 2005 van het Manchester Tribunal Centre (Groot-Brittannië), waarin nagelverlengingen van kunststof (“nail tips”) en de lijm om deze nagels te bevestigen elk als ‘a manicure and or pedicure preparation’ worden ingedeeld onder post 3304 3000 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN).

2.4. Tot de stukken behoren voorts vier afschriften van bindende tariefinlichtingen, waarop is vermeld dat de doosjes met kunstnagels door de douaneautoriteiten van Duitsland, Frankrijk, Spanje en Tsjechië in post 39269099 (39269098 voor 2006) zijn ingedeeld.

3. Geschil

In geschil is of de onderhavige goederen onder post 3926 9099, dan wel onder post 3304 3000 van de GN moeten worden ingedeeld.

De posten luidden als volgt:

Post 3304 30 00

“3304 30 00 Schoonheidsmiddelen en producten voor de huidverzorging (andere dan geneesmiddelen), preparaten tegen zonnebrand en preparaten voor het verkrijgen van een bruine huidskleur daaronder begrepen; producten voor manicure of voor pedicure:

3304 10 00 - producten voor het opmaken van de lippen

3304 20 00 - producten voor het opmaken van de ogen

3304 30 00 - producten voor manicure of voor pedicure”

Post 3926 9099

“3926 90 99 Andere artikelen van kunststof en artikelen van andere stoffen bedoeld bij de posten 3901 tot en met 3914:

(...)

3926 90 - andere:

3926 90 10 - - voor technisch gebruik, bestemd voor burgerluchtvaartuigen (2)

- - andere:

3926 90 50 - - - slibemmers en dergelijke artikelen voor het filtreren van water bij de

ingang van rioleringen

- - - andere:

3926 90 91 - - - - vervaardigd van vellen

3926 90 99 - - - - andere”

4. Standpunten van partijen

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken en het aangehechte proces-verbaal van de zitting.

5. Beoordeling van het geschil

5.1. Bij de beoordeling van dit geschil neemt de rechtbank de navolgende tekst uit de GS-toelichting op 33.04 als hulpmiddel bij de indeling in aanmerking:

“B. Producten voor manicure of voor pedicure

Deze groep omvat nagelpoeder, nagellak, oplosmiddelen voor nagellak (removers), preparaten voor het verwijderen van velletjes en andere preparaten voor manicure of pedicure.”

5.2. De producten waarvoor de BTI’s zijn afgegeven, worden aangeboden als assortiment opgemaakt voor de verkoop in het klein. De inspecteur voert aan dat de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen aan de kunstnagel. Eiseres tekent daarbij aan dat de kunstnagel niet los kan worden gezien van de lijm, die noodzakelijk is voor het gebruik van de kunstnagel als zodanig.

5.3. Uit waarneming en onderzoek van de ter zitting aanwezige foto’s en monsters, ten aanzien waarvan partijen verklaarden dat deze representatief zijn voor de goederen waarvoor de BTI’s zijn afgegeven, leidt de rechtbank af dat de BTI’s zien op assortimenten die zijn samengesteld uit verschillende producten, namelijk in ieder geval de kunstnagels en de lijm, en soms ook een vijltje, een manicurestokje, versiering, een reinigingsdoekje en/of een standaard. Onder toepassing van indelingsregel 3b beschouwt de rechtbank de kunstnagel als het goed waaraan de in het geding zijnde assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen. De aanwezigheid van de kunstnagel is, zo blijkt ook uit de aanduiding van de setjes, het kenmerkende element dat de reden vormt om tot aankoop van het setje over te gaan. Dat de nagellijm noodzakelijk is voor het daadwerkelijke gebruik van de kunstnagel doet niet daaraan af. Het verbindingsmiddel is naar zijn aard immers wel noodzakelijk maar niet wezenlijk voor het setje. De indeling van het assortiment volgt derhalve de indeling van de kunstnagel.

5.4. Niet in geschil is dat de kunstnagel is te rangschikken onder de tariefpost 3926. De vraag echter die in dit geding centraal staat, is of de nagel ook kan worden ingedeeld onder tariefpost 3304. In dat geval zijn partijen het erover eens dat de kunstnagel, vanwege de meest specifieke omschrijving, onder tariefpost 3304 30 00 moet worden ingedeeld.

5.5. Eiseres stelt dat de nagels zijn te beschouwen als een make-up product voor de nagels. Na het aanbrengen van de kunstnagel ziet het geheel eruit als een eigen nagel. Door de post producten voor manicure en pedicure op te vatten als producten voor het verzorgen van nagels en handen en voeten, gaat de inspecteur volgens eiseres uit van een te beperkte opvatting. De inspecteur voert aan dat, mede gelet op de andere taalversies en bindende tariefinlichtingen in andere landen, hier geen sprake is van een product of preparaat voor de verzorging van nagels, maar een product ter vervanging van nagels. Gelet op de behandeling die voorafgaat aan het aanbrengen van de nagel, kan het aanbrengen van de kunstnagel zelfs schade toebrengen aan de eigen nagel. Eiseres erkent dat de bovenlaag van de nagel soms heel licht moet worden gevijld om een goede hechting te bereiken, welk effect echter ook kan worden bereikt met een reinigingsdoekje.

5.6. Op grond van het voorgaande, en gelet op het feit dat de nagel niet wordt vervangen, maar dient als - noodzakelijke – ondergrond voor het aanbrengen van de kunstnagel, komt de rechtbank tot het oordeel dat de post van producten voor manicure en pedicure (post 3304) in dit geval van toepassing is. Onder de verzorging van nagels dient, zo erkent verweerder ook in zijn pleitnota, ook het opmaken van nagels te worden verstaan. Dit opmaken beperkt zich naar het oordeel van de rechtbank niet tot het aanbrengen van preparaten in vloeibare vorm, maar omvat ook het aanbrengen van preparaten in vaste vorm, zoals de onderhavige kunstnagels, die uitsluitend zijn ontworpen, gevormd en bestemd om ter verfraaiing van de eigen nagel daarop te worden aangebracht.

5.7. Aan dit oordeel doet niet af dat niet uitgesloten is dat de behandeling met kunstnagels in sommige gevallen ook lichte schade kan toebrengen aan de oppervlaktelaag van de eigen nagel. Nu de eigen nagels verder gewoon doorgroeien, acht de rechtbank de schade, in het geval dat deze zich voordoet, dermate beperkt en tijdelijk, dat deze geen belemmering vormt voor de indeling van de kunstnagel onder die post. Bij de producten van post 3304 staat immers het uiterlijke schoonheidsverhogende effect (mede) voorop.

5.8. Op grond van het voorgaande dienen de assortimenten te worden ingedeeld onder tariefpost 3304 30 00. Het beroep dient gegrond te worden verklaard.

5.9. In de wetenschap dat de rechtbank daartoe wel bevoegd, maar niet verplicht is, heeft verweerder de rechtbank verzocht om ter zake van de indeling van de kunstnagels prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te stellen. De rechtbank ziet, gelet op de hiervoor vermelde overwegingen, geen aanleiding om pre-judiciële vragen te stellen aan het Hof van Luxemburg.

6. Proceskosten

Gesteld noch gebleken is dat eiseres proceskosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Een proceskostenveroordeling blijft dan ook achterwege. Vanwege de samenhang met de procedure onder nummer 06/134 is geen griffierecht geheven, zodat in deze procedure geen grond bestaat om verweerder te gelasten het griffierecht aan eiseres te voldoen.

7. Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond,

- vernietigt de uitspraak op bezwaar,

- vernietigt de BTI’s met referentienummers NL-1 tot en met NL-9;

- stelt vast dat de goederen moeten worden ingedeeld onder post 3304 30 00 van het GDT.

Deze uitspraak is gedaan op 26 januari 2007 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A. Roelvink - Verhoeff, voorzittter, mrs. A.P.M. van Rijn en L.G. Jobse, leden, in tegenwoordigheid van mr. V.M. Maat, griffier.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:

- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, dan wel, indien de wederpartij daarmee schriftelijk instemt,

- beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.

N.B. Bij het bestuursorgaan berust de bevoegdheid tot het instellen van beroep in cassatie niet bij de ambtenaar die de procedure voor de rechtbank heeft gevoerd.

Bij het instellen van hoger beroep dan wel beroep in cassatie dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie.

Bij het instellen van beroep in cassatie dient daarnaast in acht te worden genomen dat bij het beroepschrift een schriftelijke verklaring van de wederpartij wordt gevoegd, inhoudende dat wordt ingestemd met het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de rechtbank.