Home

Rechtbank Haarlem, 26-05-2007, BL3129, AWB 07/6658

Rechtbank Haarlem, 26-05-2007, BL3129, AWB 07/6658

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
26 mei 2007
Datum publicatie
22 februari 2010
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2007:BL3129
Zaaknummer
AWB 07/6658

Inhoudsindicatie

OB. Niet voldaan aan artikel 52 AWR en de artikelen 34, 34a en 35 van de Wet OB voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot het voeren van administratie, boekhouding en uitreiken van facturen. De in de facturen begrepen omzetbelasting zijn terecht niet meegenomen. Aftrek terecht geweigerd nu eiseres onvoldoende heeft aangetoond of met stukken onderbouwd dat de auto’s in het kader van de onderneming, het verpachten van zaken, worden gebruikt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 07/6658

Uitspraakdatum: 26 mei 2008

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V., gevestigd te Y, eiseres,

gemachtigde: K

en

de inspecteur van de Belastingdienst te P, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 24 augustus 2007 op het bezwaar van eiseres tegen

de aan eiseres voor het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2003 opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting ten bedrage van € 31.284, de opgelegde vergrijpboete van 25% zijnde 7.821 en de heffingsrente ten bedrage van € 4.360.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 mei 2008.

Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde K. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door A en B.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Gronden

1. Eiseres is ondernemer in de zin de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). Vanaf 2001 bestaan de activiteiten uit het verpachten van een tweetal winkels. In maart 2005 heeft een boekenonderzoek bij eiseres plaatsgevonden. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt. Een kopie van het rapport van 11 juli 2006 behoort tot de stukken van het geding. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft verweerder de onderhavige naheffingsaanslag met vergrijpboete opgelegd.

2. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht aan eiseres is opgelegd. Eiseres stelt, dat een correctie wegens privégebruik van de bestelauto’s niet hoeft plaats te vinden. Met betrekking tot het niet in aftrek mogen brengen van per kas betaalde facturen stelt eiseres dat de omzetbelasting over de nader overgelegde facturen in aftrek mogen worden gebracht. De lagere omzet sluit aan bij de administratie van de pachters. Zij hebben over de lagere omzetbelasting teruggave ontvangen. Eiseres biedt aan door verklaringen van de pachters de lagere bedragen te bewijzen.

Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres, zakelijk weergegeven, daaraan nog toegevoegd dat de niet meegenomen facturen, waaronder die van het tanken van diesel, in het bezit zijn van de heer C van de belastingdienst. Het is aan verweerder om de extra omzet die tegenover de per kas betaalde facturen staat aan te tonen. De omzet kan berekend worden naar wat door de pachters is gesteld. De afwijkingen in de pachtontvangsten hadden aangegeven moeten worden. De pachters krijgen nu over een lager bedrag omzetbelasting terug, dat moet gelijklopen. De auto’s betreft twee grijze kentekens, kleine vrachtauto’s ingericht voor goederenvervoer, met laadbak en een enkele cabine.

3. Verweerder stelt, dat er voor de Ford F-150 en Ssangyong geen kilometeradministratie is bijgehouden en privégebruik van de auto’s niet beperkt wordt door de aard of inrichting van de auto’s. Verweerder heeft hiervoor een omzetbelastingcorrectie toegepast. Verweerder stelt voorts, dat uit de verslaglegging in het onder 1 genoemde rapport kan worden opgemaakt dat van het voeren van een adequate administratie geen sprake is. Er is een herrekening gemaakt van de verschuldigde omzetbelasting en de te claimen voorbelasting. Eiseres heeft wegens het ontbreken van de facturen de geclaimde voorbelasting niet kunnen onderbouwen. Er is geen rekening gehouden met bonnen en facturen van contante betalingen omdat er twijfels bestaan over de over onderhavige periode gegenereerde omzet. Met betrekking tot de opgelegde vergrijpboete stelt verweerder, dat er, noch door eiseres, noch door haar adviseur, aan het eind van het jaar aansluitingsberekeningen zijn gemaakt en dat de geclaimde voorbelasting niet (volledig) aangetoond is aan de hand van facturen en nota’s.

Ter zitting heeft verweerder, zakelijk weergegeven, nog verklaard dat later de betalingen van de dga niet in aanmerking genomen zijn omdat onvoldoende aantoonbaar is wat de exacte omzet zou moeten zijn. Er zijn geen uitgaande facturen overgelegd, er is geen adequate administratie gevoerd, eiseres deed zelf aangifte en claimde zelf de omzetbelasting. Het zakelijke karakter van de per kas betaalde bonnen staat niet vast omdat onvoldoende kenbaar is gemaakt dat het bonnen zijn die betrekking hebben op de onderneming. Er zijn pachtcontracten waarin een pacht per week is opgenomen. Op basis van het overgelegde huurcontract is een berekening gemaakt die tenminste de omzet verantwoord naar de omzet in de algemene winst- en verliesrekening, zoals deze door de gemachtigde is gemaakt. Er is geen kasadministratie en geen inzicht in de ontvangsten. Als er een verbandscontrole gedaan zou worden zou dat een te betalen bedrag geven van € 30.000. Dat is niet gedaan vanuit het grootboek. Dan zou het probleem voor eiseres nog groter zijn.

We hebben te maken met een ondernemer die zich bezighoudt met het verpachten van een zaak, de noodzaak van een auto met een laadbak ontgaat mij. Het is de keuze van eiseres maar ik denk dat een auto van dit niveau niet nodig is. Er is geen overzicht van zakelijk en privé-kilometers. Reden om aan te sluiten bij de inkomstenbelasting.

4. Met betrekking tot het bedrag van f. 6.202 aan voorbelasting overweegt de rechtbank als volgt. Deze omzetbelasting heeft volgens eiseres betrekking op overgelegde facturen welke per kas zijn betaald. Eiseres heeft geen kasadministratie bijgehouden. De betaling en de omzet welke daartegenover staat blijken nergens uit. Eiseres heeft niet voldaan uit de uit artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) en artikel 34, 34a en 35 van de Wet OB voortvloeiende verplichtingen met betrekking tot het voeren van administratie, boekhouding en uitreiken van facturen. Daaruit volgt, dat, ingevolge artikel 27e, sub b, AWR, verweerder de in deze facturen begrepen omzetbelasting terecht niet meegenomen heeft. Het ligt op de weg van de ondernemer om te doen blijken dat dat anders is. Eiseres is daarin niet geslaagd.

6. Vaststaat dat er pacht is ontvangen. Deze ontvangsten zijn niet vastgelegd in een deugdelijke administratie. De ontvangsten per bank zijn onregelmatig, de ontvangsten per kas zijn niet vastgelegd. Er is onvoldoende af te leiden wat de werkelijke ontvangsten zijn geweest. De administratie van andere ondernemers, noch verklaringen van andere ondernemers, kan voor verweerder dienen als uitgangspunt voor de administratie van eiseres. De inspecteur is terecht uitgegaan van de bedragen in de pachtcontracten.

7. Artikel 16 Wet OB juncto artikel 1, eerste lid, letter c van het Besluit Uitsluiting Aftrek omzetbelasting 1968 bepaalt dat de in artikel 15, eerste lid, Wet OB bedoelde aftrek voorbelasting in bepaalde gevallen geheel of gedeeltelijk kan worden uitgesloten, zulks ten einde te voorkomen, dat op goederen en diensten, welke worden gebruikt voor het voeren van een zekere staat, voor het bevredigen van behoeften van anderen dan de ondernemer of ten behoeve van prestaties als zijn bedoeld in artikel 11 van de Wet OB, de belasting geheel of gedeeltelijk niet drukt. Eiseres heeft onvoldoende aangetoond of met stukken onderbouwd dat de auto’s in het kader van de onderneming, het verpachten van zaken, worden gebruikt. Verweerder heeft de vooraftrek derhalve terecht geweigerd.

8. Verweerder heeft aan eiseres op basis van artikel 67f AWR en § 25 en 28 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 tevens een boete opgelegd naar een percentage van 25%, omdat het aan opzet of grove schuld van eiseres zou zijn te wijten dat het bedrag van de belasting niet of niet tijdig is voldaan. Op grond van het hiervorenoverwogene met betrekking tot de administratie en de facturen van eiseres acht de rechtbank de boete passend en geboden. De in rekening gebrachte heffingsrente is niet bedoeld als straf maar als compensatie van de door de Staat der Nederlanden gederfde rente. Voor matiging of kwijtschelding van de heffingsrente ziet de rechtbank geen aanleiding

9. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond.

10. De rechtbank acht geen termen aanwezig voor het uitspreken van een proceskosten¬veroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb.

Deze uitspraak is gedaan op 26 mei 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Roke, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Wismeijer, griffier.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.