Home

Rechtbank Haarlem, 06-03-2008, BD1566, 07/1536

Rechtbank Haarlem, 06-03-2008, BD1566, 07/1536

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
6 maart 2008
Datum publicatie
14 mei 2008
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2008:BD1566
Zaaknummer
07/1536

Inhoudsindicatie

Douane. Het wezenlijk kenmerk van de flessenhouder is primair de verfraaiing of versiering van het koelelement. Nu het utilitaire karakter ontbreekt, kan de bestemming van de flessenhouder, geen andere kan zijn dan de verfraaiing of versiering van het koelelement. De bestemming is daarom inherent aan de flessenhouder. De bestemming is daarmee een objectief kenmerk welke bij de tariefindeling in acht moet worden genomen. Product kan niet worden aangemerkt als deel van een huishoudelijk artikel. Indeling mogelijk onder GN-code 7326 90 98 en 8306 29 90. Indelingsregel 3a schrijft voor dat het product moet worden ingedeeld onder 8306 29 90.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige douanekamer

Procedurenummer: AWB 07/1536

Uitspraakdatum: 6 maart 2008

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

X B.V., gevestigd te Z eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Rotterdam, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Op 9 mei 2006 heeft eiseres als direct vertegenwoordiger van A B.V. te Delft (hierna: A), een aanvraag ingediend voor een bindende tariefinlichting (hierna: bti).

1.2. Op 23 augustus 2006 heeft verweerder de bti met referentie NL RTD-[nummer] afgegeven met de GN-code 7326 9098.

1.3. Eiseres heeft daartegen bij brief van 20 september 2006, ontvangen bij verweerder op 22 september 2006, bezwaar gemaakt.

1.4. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 19 januari 2007 de bti gehandhaafd.

1.5. Eiseres heeft daartegen bij brief van 21 februari 2007, ontvangen bij de rechtbank op 22 februari 2007, beroep ingesteld.

1.6. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.7. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 februari 2008 te Haarlem. Namens eiseres is verschenen mr. B, bijgestaan door C (vice president operations bij A). Namens verweerder is verschenen mw. mr. ing. D bijgestaan door mr. E.

1.8. Partijen hebben ieder een pleitnota overgelegd en voorgedragen, waarvan de inhoud als hier opgenomen geldt.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

2.1. Eiseres treedt op als direct vertegenwoordiger van A. Eiseres heeft namens A op 9 mei 2006 een aanvraag voor een bti ingediend voor een “speciaal op maat vervaardigde metalen omhulsel ter verfraaiing van een gepantenteerde actieve snelkoeler” (hierna: het product). Verweerder heeft het product op de bti als volgt omschreven: “een frame van onedel metaal, van circa 18,8 cm, in de vorm van een vaas. Het artikel heeft aan de bovenzijde een opening met een diameter van ongeveer 14,3 cm, voorzien aan de binnenzijde van een ring. De bodem, van een andere metaalsoort, is gesloten en heeft een diameter van circa 10,7 cm”. Het product wordt in Nederland geassembleerd tot een flessenhouder door aan de bovenzijde het product te voorzien van een in Nederland gefabriceerde plastic rand. In onderdeel 9 van de bti aanvraag is de volgende omschrijving opgenomen: “[omschrijving]”.

2.2. De flessenhouder is zo ontworpen dat er een champagnefles voorzien van een door A eveneens verhandelde zogeheten “[naam koelelement]” in kan worden geplaatst. De “[naam koelelement]” is een herbruikbaar koelelement dat om een champagnefles wordt aangebracht en de inhoud van een champagnefles binnen vijf minuten actief koelt en deze daarna nog lang koel houdt. De flessenhouder is net ruim genoeg om de champagnefles met koelelement er in te kunnen plaatsen. De flessenhouder wordt, in tegenstelling tot het koelelement, niet afzonderlijk verkocht. De flessenhouder is uitsluitend verkrijgbaar in combinatie met het koelelement en de handleiding. Deze combinatie wordt in één doos aangeboden aan de consument onder de naam “[naam combinatie]”.

3. Geschil

3.1. In geschil is de GN-indeling van het product. Partijen zijn het erover eens dat het product in afdeling XV moet worden ingedeeld. De tekst van deze afdeling XV luidt “onedele metalen en werken daarvan”.

3.2. Eiseres stelt dat het product moet worden aangemerkt als een versieringsvoorwerp van onedel metaal en bepleit indeling onder GN-code 8306 29 90. Verweerder bepleit daarentegen primair indeling onder GN-code 7326 90 98 en subsidiair onder GN-code 7323 93 10.

4. Standpunten van partijen

4.1. Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding en naar de pleitnota’s.

4.2. Voor hetgeen partijen ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal.

5. Van toepassing zijnde posten en toelichtingen

83.06 Klokken, bellen, gongs en dergelijke artikelen, andere dan elektrische, van onedel metaal; beeldjes en andere versieringsvoorwerpen, van onedel metaal; lijsten van onedel metaal, voor foto's, prenten en dergelijke; spiegels van onedel metaal:

8306 1000

- klokken, bellen, gongs en dergelijke artikelen

- beeldjes en andere versieringsvoorwerpen:

8306 2100

- - verzilverd, verguld of geplatineerd

- - andere:

8306 2910

- - - van koper

8306 2990

- - - van andere onedele metalen

8306 3000

- lijsten voor foto's, prenten en dergelijke; spiegels

De aantekeningen op hoofdstuk 83:

1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden delen van onedel metaal ingedeeld onder dezelfde post als het artikel waarop ze betrekking hebben. Artikelen van gietijzer, van ijzer of van staal, bedoeld bij de posten 7312, 7315, 7317, 7318 en 7320, en soortgelijke artikelen van andere onedele metalen (hoofdstukken 74 tot en met 76 en 78 tot en met 81) worden echter in geen geval aangemerkt als delen van werken bedoeld bij dit hoofdstuk.

2. (…)

GS-toelichting op 8306:

A. (…)

B. Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen

Deze groep omvat een aantal zeer verschillende artikelen van onedel metaal (ook indien samengesteld met andere stoffen, mits zij het karakter van een werk van metaal niet hebben verloren), waarvan het wezenlijke kenmerk is, dat zij dienen voor versiering (in woonruimten, gangen, kantoren, vergaderzalen, plaatsen waar religieuze erediensten worden gehouden, enz.).

Vooreerst moet worden opgemerkt dat niet als voorwerpen voor binnenhuisversiering in de zin van deze groep zijn aan te merken, artikelen die begrepen zijn onder posten met een meer specifieke omschrijving, ook al dragen deze artikelen door hun aard of afwerking bij tot de versiering van lokalen.

Van de artikelen die tot deze groep behoren, hetzij omdat ze uiteraard uitsluitend voor versiering kunnen dienen (dat wil zeggen omdat ze geen utilitair karakter hebben), hetzij omdat hun eigenlijk utilitair karakter alleen ligt in de geschiktheid om andere versieringsvoorwerpen te bevatten of te dragen, of er de decoratieve waarde van te verhogen, kunnen worden genoemd:

1 beeldjes en bustes; garnituren voor schoorstenen, voor staande klokken of voor étagères (re- producties van dieren, symbolische en allegorische figuren, enz.); sport- en kunsttrofeeën (schalen, bekers, enz.); muur- en wandversieringen, voorzien van een ophanginrichting, zoals plaquettes, schotels, schalen, borden, enz.; medailles en medaillons, andere dan die voor tooi of opschik; kunstbloemen, rozetten en dergelijke gegoten of gesmede ornamentele motieven (gewoonlijk smeedwerk van ijzer) voor binnenhuisversiering; snuisterijen voor étagères en pronkkastjes, enz.;

2 voorwerpen voor religieus gebruik zoals relikwieën, kelken, ciboriën, monstransen en kruisbeelden;

3 siervazen, sierbloempotten, sierbloembakjes en sierpullen (ook indien met emailwerk, waarin metalen verhevenheden die emailsoorten afscheiden).

Naast de hiervoor genoemde werken zijn er twee andere groepen artikelen, die, hoewel daaraan een utilitair karakter moet worden toegekend, onder bepaalde voorwaarden onder deze groep vallen.

a (…)

b De tweede groep betreft andere artikelen dan keukengerei en huishoudelijke artikelen die onder de sluitposten van de hoofdstukken betreffende onedele metalen vallen. Deze goederen worden onder deze groep ingedeeld, indien ze een uitgesproken versierend karakter hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval met rookstellen, juwelenkistjes, sigarettendozen, wierookstandaards, wierookpotten, luciferhouders, die aan bovengenoemd kenmerk voldoen.

C. (…)

73.26 Andere werken van ijzer of van staal:

- gesmeed of gestampt, doch niet verder bewerkt:

7326 1100

- - kogels en dergelijke artikelen voor breekmachines

- - andere:

7326 1910

- - - gesmeed

7326 1990

- - - andere

- werken van ijzer- of staaldraad:

7326 2030

- - kooien en volières

7326 2050

- - manden en korven van draad

7326 2080

- - andere

- andere:

7326 9010

- - tabaksdozen, sigarettenkokers, poederdozen, lippenstifthouders en dergelijke artikelen voor persoonlijk gebruik

7326 9030

- - ladders en trapladders

7326 9040

- - paletten en laadborden voor de behandeling van goederen

7326 9050

- - haspels voor kabels, slangen enz.

7326 9060

- - niet-mechanische ventilators (luchtroosters en dergelijke), dakgoten, bevestigingshaken en andere artikelen voor bouwwerken

7326 9070

- - slibemmers en dergelijke artikelen van plaatstaal voor het filtreren van water bij de ingang van rioleringen

- - andere werken van ijzer of staal:

7326 9091

- - - gesmeed

7326 9093

- - - gestampt

7326 9095

- - - gesinterd

7326 9098

- - - andere

GS-toelichting op 7326:

Onder deze post vallen alle werken van ijzer of staal die zijn verkregen door smeden, stampen, snijden, stansen of op andere wijze, zoals door buigen, samenvoegen, lassen, draaien, boren of perforeren, die niet zijn begrepen onder één der voorgaande posten van dit hoofdstuk, Aantekening 1 IDR op afdeling XV, de hoofdstukken 82 en 83, of elders in de nomenclatuur. (…).

Van deze post zijn uitgezonderd, door smeden verkregen werken die zijn aan te merken als artikelen bedoeld bij andere posten van de nomenclatuur (bijvoorbeeld herkenbare delen van machines) of als niet-afgewerkte artikelen die reeds het karakter dragen van de afgewerkte producten. (…).

7323 Keukengerei en huishoudelijke artikelen, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal; ijzerwol en staalwol; sponsen, schuurlappen, schuurhandjes en dergelijke artikelen voor het schuren, voor het polijsten of voor dergelijke doeleinden, van ijzer of van staal:

7323 10 00 - ijzerwol en staalwol; sponsen, schuurlappen, schuurhandjes en dergelijke artikelenvoor het schuren, voor het polijsten of voor dergelijke doeleinden . . - andere:

7323 91 00 - - van gietijzer, niet geëmailleerd

7323 92 00 - - van gietijzer, geëmailleerd

7323 93 - - van roestvrij staal

7323 93 10 - - - tafelgerei

GS-toelichting op 7323:

A. Keukengerei huishoudelijke artikelen, alsmede delen daarvan.

Deze groep omvat een groot aantal artikelen die nader zijn bedoeld onder andere posten van de nomenclatuur en worden gebruikt in de keuken, op tafel in het huishouden. Dezelfde artikelen die worden gebruikt in hotels, restaurants, pensions (…) vallen eveneens onder deze groep. Deze artikelen kunnen zijn vervaardigd van (…) staal, ongeacht de wijze van vervaardiging (…). Zij mogen zijn voorzien van handvatten, deksels en andere toebehoren van stoffen, dan wel gedeeltelijk uit andere stoffen zijn samengesteld, mist zij het karakter hebben van (…) staal hebben behouden. (…)

Van deze artikelen kunnen worden genoemd:

1. Keukengerei (…)

2. Tafelgerei, zoals (…) wijnkoelers (…)

6. Beoordeling van het geschil

6.1. Ingevolge algemene regel 1, opgenomen in de inleidende bepalingen op de gecombineerde nomenclatuur, vervat in bijlage I bij de Verordening (EEG) nr. 2658/87, zijn voor de indeling wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van de bedoelde posten en aantekeningen – de vervolgens opgenomen regels. Bij de tariefindeling van goederen moet het beslissende criterium in beginsel worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de posten van het gemeenschappelijk douanetarief en in de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende posten.

Indeling onder GN-code 7326 90 98

6.2. Gelet op de bewoordingen van de post en de aantekeningen op de post, kan het product op grond van indelingsregel 1 en 6 als andere werken van staal worden ingedeeld onder GN-code 7326 90 98.

Indeling onder GN-code 8306 29 90

6.3. Gelet op de bewoordingen van de post en de aantekeningen op de post, kan het product op grond van indelingsregel 1 en 6 als andere versieringsvoorwerpen van andere onedele metalen ook worden ingedeeld onder GN-code 8306 29 90.

6.4. Volgens aantekening 1 op hoofdstuk 83 worden delen van onedel metaal ingedeeld onder dezelfde post als het artikel waarop ze betrekking hebben. Voor de rechtbank is het uitgangspunt dat het artikel hier de flessenhouder is. De flessenhouder heeft op zichzelf beschouwd geen utilitair karakter. Champagneflessen zijn immers zo ontworpen dat zij zonder enig bezwaar zelfstandig kunnen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn ontworpen en hebben geen uitwendige ondersteuning nodig, zoals bijvoorbeeld van een flessenhouder. Ook is de flessenhouder niet nodig om het koelelement om de fles geklemd te houden. Voor de kwalificatie van champagnekoeler mist de flessenhouder de objectieve eigenschappen daarvan, te weten het actief koelen en koel houden van dranken. De flessenhouder laat daarvoor te weinig ruimte voor voldoende ijs(water), dan wel stukjes ijs om gedurende de daarvoor gebruikelijke tijd voldoende te kunnen koelen, zulks mede gezien het onvoldoende isolerende vermogen van de enkelvoudige roestvrijstalen wand van de flessenhouder.

6.5. De rechtbank is van oordeel dat het wezenlijke kenmerk van de flessenhouder primair is de verfraaiing of versiering van het koelelement. Daarbij overweegt de rechtbank dat, nu het utilitaire karakter ontbreekt, de bestemming van de flessenhouder, geen andere kan zijn dan de verfraaiing of versiering van het koelelement. De bestemming is daarom inherent aan de flessenhouder. De bestemming is daarmee een objectief kenmerk welke bij de tariefindeling in acht moet worden genomen. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn stelling dat onder het artikel waarvan het deel uitmaakt zoals bedoeld in aantekening 1 op hoofdstuk 83, moet worden verstaan de “[naam combinatie]”, omdat deze uit twee afzonderlijke artikelen bestaat. De “[naam combinatie]” omvat naast de flessenhouder tevens het koelelement (de “[naam koelelement]”). Het koelelement moet bij de tariefindeling worden aangemerkt als een zelfstandig artikel. Dit artikel wordt immers ook afzonderlijk verkocht en functioneert zelfstandig. Het feit dat het koelelement door A, om economische redenen, tevens wordt aangeboden samen met de flessenhouder, doet daaraan niet af. Nu het artikel, de flessenhouder, kan worden ingedeeld onder GN-code 8306 29 90, volgt het product op grond van aantekening 1 op hoofdstuk 83 (delen van onedel metaal) eveneens deze indeling onder GN-code 8306 29 90.

Indeling onder GN-code 7323 93 10

6.6. In de GS-toelichting op post 7323 wordt bepaald dat deze ziet op huishoudelijke artikelen alsmede delen daarvan. Het artikel waarvan het onderhavige product een deel vormt, is, zoals onder 6.4 al is overwogen, de flessenhouder. Anders dan verweerder is de rechtbank van oordeel, zoals blijkt uit het vorenoverwogene, dat dit artikel niet kan worden aangemerkt als een huishoudelijk artikel of tafelgerei, in het bijzonder niet als een champagnekoeler, omdat het daarvoor niet of onvoldoende effectief kan worden gebruikt. Nu het in te delen product niet kan worden aangemerkt als een deel van een huishoudelijk artikel, kan het product niet worden ingedeeld onder GN-code 7323 93 10. De subsidiaire stelling van verweerder wordt daarom verworpen.

6.7. Gelet op het vorenoverwogene, kan het product, gelet op de bewoordingen van de post en de aantekeningen op de post, worden ingedeeld onder GN-code 7326 90 98 als andere werken van staal en onder GN-code 8306 29 90 als andere versieringsvoorwerpen van andere onedele metalen. Nu het product vatbaar is voor indeling onder twee posten schrijft indelingsregel 3a voor dat de post met de meest specifieke omschrijving, in dit geval GN-code 8306 29 90, voorrang heeft boven posten met een meer algemene strekking. Het product moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8306 29 90.

6.8. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard.

7. Proceskosten

De rechtbank vindt aan¬lei¬ding verweerder te veroordelen in de kos¬ten die eiseres in verband met de behande¬ling van het beroep redelij¬kerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 644 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 322 en een wegingsfactor 1). Het verzoek van eiseres om verweerder te veroordelen in de werkelijk door haar gemaakte kosten wijst de rechtbank af, omdat bijzondere omstandigheden die daartoe aanleiding kunnen geven, zijn gesteld noch gebleken.

8. Beslissing

De rechtbank

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de bestreden uitspraak alsmede de bindende tariefinlichting nummer NL RTD-[nummer];

- stelt vast dat het product moet worden ingedeeld in post 8306 29 90 van het GDT;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten ten bedrage van € 644, onder aanwijzing van de Staat der Nederlanden die deze kosten aan eiseres dient te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan op 6 maart 2008 datum en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. C.J. Hummel, voorzitter, mr. S. de Groot en mr. A.J. Roke, in tegenwoordigheid van mr. S. Jalink, griffier.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.