Home

Rechtbank Haarlem, 26-08-2008, BE9364, 08/37

Rechtbank Haarlem, 26-08-2008, BE9364, 08/37

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
26 augustus 2008
Datum publicatie
23 september 2008
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2008:BE9364
Zaaknummer
08/37

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Er is sprake van bron van inkomen bij gastheerschap camping. Kosten inzake caravan, reis, levensonderhoud en representatie zijn niet aftrekbaar.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 08/37

Uitspraakdatum: 19 augustus 2008

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

X te Z, eiser,

Gemachtigde: A

en

de inspecteur van de Belastingdienst Holland-Noord, kantoor Alkmaar, verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 9 november 2007 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser voor het jaar 2005 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (aanslagnummer 000000)

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2008. Gemachtigde en eiser zijn daar in persoon verschenen. Namens verweerder is verschenen B.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Gronden

1. Eiser en zijn echtgenote hebben uit hoofde van een overeenkomst met de v.o.f. C tussen 1 juni 2005 en 4 september 2005 werkzaamheden verricht als gastheer en gastvrouw op onder meer camping D te Frankrijk.

2. Eiser heeft omtrent zijn werkzaamheden ter zitting nog het volgende – zakelijk weergegeven – verklaard: “Mijn werkzaamheden bestaan onder andere uit het opbouwen van de receptietent, verder tips geven aan mensen, bij ziekte een dokter regelen en eventueel meegaan naar het ziekenhuis. Als er problemen zijn moet ik dat oplossen. Ik hoef niet de hele dag aanwezig te zijn, ik ben er s’ochtends. Mensen kunnen een papiertje achterlaten voor boodschappen.

In de receptietent kun je niet wonen, daar staan allemaal reserveonderdelen in. Normaliter krijgt de gastheer een oude tent om in te verblijven maar ik had mijn eigen caravan dus ik had die niet nodig. Ik deed dit werk om mijn hobby, kamperen, deels te kunnen financieren.

3. Eiser ontving voor zijn werkzaamheden een bedrag van € 75 per week. Eiser heeft gedurende 19 weken gewerkt en daarvoor een bedrag van € 1425 aan inkomsten ontvangen.

4. Eiser heeft dit bedrag niet in zijn aangifte 2005 betrokken. Verweerder heeft eisers aangifte gecorrigeerd met een bedrag van € 1325, het resultaat van een bedrag van € 1425 aan inkomsten, verminderd met een bedrag van € 100 aan geschatte reiskosten.

5. Eiser bestrijdt de door verweerder aangebrachte correctie. Primair stelt hij zich op het standpunt dat er geen sprake is van een bron van inkomen. Subsidiair stelt hij dat, in geval de rechtbank oordeelt dat er wel sprake is van een bron van inkomen, op die inkomsten een bedrag van € 1745 aan kosten in mindering moet worden gebracht. Verweerder concludeert tot handhaving van zijn uitspraak op bezwaar.

6. De rechtbank oordeelt omtrent de primaire stelling van eiser als volgt. Voor het bestaan van een bron van inkomen is vereist dat er sprake is van deelneming aan het economisch verkeer, het oogmerk bestaat om voordeel te behalen en het voordeel ook redelijkerwijs is te verwachten. Nu eiser een overeenkomst heeft gesloten met een private onderneming waarbij eiser werkzaamheden verricht als gastheer en als tegenprestatie daarvoor een bedrag van

€ 1425 heeft ontvangen, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat voldaan is aan de drie voornoemde criteria en dat er derhalve sprake is van een bron van inkomen.

7. Ten aanzien van de door eiser in verband met de uitoefening van de werkzaamheden gemaakte kosten overweegt de rechtbank als volgt.

8. Eiser heeft een kostenoverzicht overgelegd met daarop de volgende posten:

- caravan (verzekering, stalling en onderhoud; afschrijving caravan, voortent, inventaris);

- autokosten;

- extra kosten Frankrijk;

- weggevertjes aan cliënten.

9. Gelet op eisers verklaringen dat C aan mensen die soortgelijk werk als eiser verrichten een tent ter beschikking stelt om in te verblijven tijdens de werkperiode, doch dat hij zijn eigen caravan prefereerde als verblijfplaats, alsmede dat eiser deze werkzaamheden verrichtte omdat daarnaast vakantie kon worden gehouden, stelt de rechtbank vast dat de kosten met betrekking tot de caravan niet primair zijn gemaakt in verband met het verrichten van zijn werkzaamheden. Mede gezien de verklaring van eiser dat kamperen zijn hobby is, liggen deze kosten zozeer op het persoonlijke vlak dat sprake is van inkomensbesteding. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat de kosten die eiser in verband met het gebruik van de caravan heeft gemaakt niet in aftrek kunnen worden gebracht.

10. Eenzelfde lot treft de door eiser gestelde reiskosten, nu eiser ter zitting heeft verklaard een reiskostenvergoeding van C te hebben ontvangen van € 0,19 per kilometer, alsmede een geringe overnachtingvergoeding. Voorts heeft verweerder nog een bedrag van

€ 100 in mindering gebracht op het inkomen in verband met reiskosten naar de plaats van bestemming.

11. Ook de door eiser gestelde kosten inzake het hogere levensonderhoud in Frankrijk en de kosten van representatie worden door de rechtbank verworpen. In artikel 3.15 van de Wet inkomstenbelasting 2001, gelezen in samenhang met 3.95 van diezelfde wet, worden kosten verband houdende met voedsel, drank en representatie uitdrukkelijk van aftrek op het inkomen uitgesloten.

12. Gelet op het vorenstaande heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. Bij die uitkomst ziet de rechtbank geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Deze uitspraak is gedaan op 19 augustus 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. R.G. Kemmers, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.M. de Jong, griffier.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.