Rechtbank Haarlem, 14-03-2008, BF0865, 07/3954
Rechtbank Haarlem, 14-03-2008, BF0865, 07/3954
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 14 maart 2008
- Datum publicatie
- 8 oktober 2008
- ECLI
- ECLI:NL:RBHAA:2008:BF0865
- Zaaknummer
- 07/3954
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. WAO-uitkering is ter belastingheffing toegewezen aan Nederland, nu deze niet kan worden begrepen onder "pensioenen en andere soortgelijke beloningen" ingevolge artikel 18 van het verdrag tussen Nederland en Thailand.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB07/3954
Uitspraakdatum: 14 maart 2008
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
X, wonende te Z, eiser,
en
de inspecteur van de Belastingdienst te P, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 14 juni 2007 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan eiser voor het jaar 2005 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.
Zitting
Bij het onderzoek ter zitting van 27 februari 2008 te Haarlem is eiser, met bericht van afwezigheid, niet verschenen. Namens verweerder is verschenen P, bijgestaan door Q.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- stelt het belastbaar inkomen uit werk en woning vast op € 23.570;
- bepaalt dat de Staat het door eiser betaalde griffierecht ten bedrage van € 39 aan hem vergoedt.
Gronden
1.Eiser, geboren in [jaartal] in R, geniet een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: WAO-uitkering). Met ingang van [datum] is hij woonachtig in Thailand.
2.Eiser heeft voor het onderhavige jaar aangifte voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.144. In deze aangifte heeft hij verzocht om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van de WAO-uitkering.
3. Aan eiser is met dagtekening 28 september 2006 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.144, waarbij verweerder de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting heeft geweigerd.
4. In geschil is of de door eiser genoten WAO-uitkering ter belastingheffing is toegewezen aan Nederland.
5. Eiser stelt dat de belastingheffing geheel aan zijn woonstaat Thailand moet worden toegewezen, aangezien de WAO-uitkering als beloning uit vroegere dienstbetrekking onder artikel 18 van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Thailand tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen van 11 september 1975, Trb. 1975/113, (hierna: het verdrag) valt.
6. Verweerder bestrijdt dit onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad van 4 juli 1989, nr. 25 660, BNB 1989/274, waarin werd beslist dat uitkeringen ingevolge de WAO niet zijn aan te merken als pensioen, als gevolg waarvan er geen specifieke regeling is opgenomen in het Verdrag en het heffingsrecht aan Nederland toekomt.
7. Art. 18, lid 1 van het verdrag luidt:
“1. Onder voorbehoud van de bepalingen van het tweede lid van dit artikel en het eerste lid van artikel 19, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen ter zake van een vroegere dienstbetrekking betaald aan een inwoner van een van de Staten, alsmede aan een zodanige inwoner betaalde lijfrenten slechts in die Staat belastbaar.”(…)
8. Voor de toepassing van artikel 18, eerste lid van het verdrag, waarin bepaald is, overeenkomstig artikel 18 van het OESO-modelverdrag, dat `pensioenen en andere soortgelijke beloningen ter zake van een vroegere dienstbetrekking betaald aan een inwoner van een van de Staten slechts in die Staat belastbaar zijn, verwijst de rechtbank naar de jurisprudentie van de Hoge Raad, met name het onder 6 vermelde arrest. Hierin betrof het een uitkering ingevolge de AAW en WAO, waarbij werd geconstateerd dat de Nederlandse fiscale wetgeving onvoldoende aanknopingspunten biedt om een dergelijke uitkering onder het begrip 'pensioenen krachtens de wettelijke sociale verzekering van de andere Staat betaald' te rangschikken.
9. Nu de WAO-uitkering niet kan worden begrepen onder het op "pensioenen en andere soortgelijke beloningen" betrekking hebbende artikel 18 van het verdrag en dit verdrag evenmin voorziet in een zogenoemd restartikel voor de overige bestanddelen van het inkomen, leidt het voorgaande tot de conclusie dat de belastingheffing terecht is toegewezen aan Nederland.
10. Nu verweerder heeft verklaard dat het belastbaar inkomen uit werk en woning dient te worden verminderd tot € 23.570 is het beroep gegrond verklaard.
Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan op 14 maart 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. R.G. Kemmers, rechter, in tegenwoordigheid van mr. O.C.H.C. Pilet, griffier.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.