Rechtbank Haarlem, 09-11-2009, ECLI:NL:RBHAA:2009:5418 BL0335, 09/3734
Rechtbank Haarlem, 09-11-2009, ECLI:NL:RBHAA:2009:5418 BL0335, 09/3734
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 9 november 2009
- Datum publicatie
- 26 januari 2010
- ECLI
- ECLI:NL:RBHAA:2009:BL0335
- Zaaknummer
- 09/3734
Inhoudsindicatie
Douane. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij kipfilet heeft bewerkt tot gekruid vlees als bedoeld in aanvullende aantekening 6a op hoofdstuk 2. Zij heeft niet het in artikel 4, tweede lid, van de Verordening (EG) nr. 616/2007 verlangde bewijs geleverd dat zij producten vallende onder GN-code 0207 of 0210 heeft verwerkt tot producten die moeten worden ingedeeld onder GN-code 1602. Het invoercertificaat is terecht niet afgegeven.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, meervoudige douanekamer
Procedurenummer: AWB 09/3734
Uitspraakdatum: 9 november 2009
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
X BV, gevestigd te Z, eiseres,
en
het Productschap P, verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Op 5 juli 2007 heeft eiseres een aanvraag voor een invoercertificaat ingediend in het kader van de Verordening (EG) nr. 616/2007. Bij besluit van 16 juli 2007 heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen.
1.2. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft verweerder bij uitspraak op bezwaar van 4 juli 2008 het bezwaar ongegrond verklaard.
1.3. Eiseres heeft daartegen bij brief van 15 augustus 2008, ontvangen op 18 augustus 2008, beroep bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven ingesteld.
1.4. Op 23 juli 2009 heeft het College voor Beroep van het Bedrijfsleven uitspraak gedaan en de zaak doorgezonden naar de rechtbank Haarlem.
1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 oktober 2009. Namens eiseres zijn verschenen haar gemachtigde mr. A en B, bestuurder van eiseres. Namens verweerder is verschenen mr. C. Partijen hebben ieder ter zitting een pleitnota overgelegd. Ter zitting heeft eiseres, met goedvinden van verweerder, een nader stuk overgelegd aan de rechtbank.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. Eiseres exploiteert een (groot)handel in geslacht pluimvee en aanverwante artikelen. Eiseres koopt van importeurs onder andere diepgevroren kipfilet uit Brazilië. Deze kipfilet ondergaat bij eiseres een bewerking.
2.2. Op 5 juli 2007 heeft eiseres een aanvraag voor een invoercertificaat ingediend in het kader van de Verordening (EG) nr. 616/2007 van de Commissie van 4 juli 2007 houdende de opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor vlees van pluimvee van oorsprong Brazilië, Thailand en andere landen (hierna: de Verordening). De aanvraag is ingediend voor de deelperiode van 1 oktober 2007 tot en met 31 december 2007 voor groep nummer 1 (contingentnummer 09.4211) voor een netto hoeveelheid van 2.562.105 kilogram.
2.3. Op de aanvraag voor het invoercertificaat heeft eiseres als in te voeren product kuikenborstfilet met als GN-code 0210 9939 vermeld. Tevens is vermeld: gezouten pluimveevlees, gekookt pluimveevlees en kalkoenbereidingen.
2.4. Tot de gedingstukken behoort een e-mailbericht van 28 juni 2007 van D, een medewerker van het team bindende tarief inlichting (bti) van de douane Rotterdam, aan verweerder. In dit e-mailbericht is -voor zover van belang- vermeld:
“Ik heb de productspecificaties betreffende het pluimveevlees doorgestuurd naar de collega’s van ons laboratorium en zij kwamen tot de volgende conclusie:
product 1: kippenvlees gemengd met oplopende hoeveelheden mix [naam]. 15 kg mix in 100 liter water d.w.z. ruwweg 13% mix en 87% water. De mix bestaat uit gehydrolyseerd pluimvee-eiwit, stabilisator E 451 (xanthaangum=verdikkingsmiddel) . NaCI, suikers, soja eiwit en aroma’s. Het gemengde product bevat water, koolhydraten, gehydrolyseerd eiwit, stabilisator, NaCI, dextrine en soja eiwit. Merkwaardig is het verschil in volgorde, de suikers zijn in de mix de 4e component, maar in het eindproduct staan de koolhydraten direct na water? De hoeveelheden zijn bekend.
Ingrediënten: gehydrolyseerd pluimveevlees, stabilisator, NaCI staan indeling in hoofdstuk 2 niet in de weg, suikers als het weinig is ook niet (bij de chemische kenmerken staat koolhydraten 0 gram!), dan zou alles hangen op de soja eiwit? Dat zal ook geen al te grote hoeveelheid zijn. Indien 20% additieven worden toegevoegd is er slechts 2,6% mix in het eindproduct. Indien 40% additieven worden toegevoegd is er slechts 5,2% mix in het eindproduct.
Conclusie: dit zijn geen producten van 1602.
product 2: kippenvlees gemengd met oplopende hoeveelheden mix [naam]: gelijksoortig verhaal, maar dan zonder soja eiwit.
product 3: kippenvlees gemengd met oplopende hoeveelheden mix [naam]: waaruit deze mix bestaat is nog onduidelijker, waarschijnlijk een mengsel van TUMB SL code 2004. Aroma L en Poultry Pro. Het lijkt dus vooral op kippenvlees met een versterkte kipsmaak, geen reden voor indeling in 1602.”
2.5. Op 16 oktober 2007 is een bindende tariefinlichting (bti) als bedoeld in artikel 12 van het communautair douanewetboek (CDW) afgegeven met het referentienummer [nummer] Na daartegen gemaakt bezwaar heeft douane Rotterdam bij uitspraak op bezwaar van 30 januari 2008 het bezwaarschrift afgewezen, omdat -kort samengevat- er geen sprake is van door eiseres geïmporteerd kippenvlees.
2.6. Tot de gedingstukken behoort een e-mail van Y BV van 30 januari 2008. In dit e-mailbericht is –voor zover van belang- vermeld:
“Geachte Heren,
Inzake Xt: uw kenmerk GH/1004607.KvB
Ik heb het verslag van BTI ivm bovengenoemde zaak gelezen. Hierbij enkele opmerkingen betreffende hun conclusie .
[naam]:
Mix bestaat uit uit gehydroliseerdkippenproteine (eiwit), suikers, soja eiwit , zout, fosfaten , aminozuren en aroma’s en stabilisator E415 (xanthaangom en niet 451 zoals douane aangeeft)
? aroma is een speciaal ontwikkeld aroma voor behandeling van kippenvlees en samengesteld uit allerlei soorten kruiden .
? aminozuren zijn o.a. L-Lysine en Glysine : glycine heeft een heel zoete smaak en wordt in sommige gevallen zelfs gebruikt als zoetstof. Lysine wordt ook gebruikt als smaakversterker.Dus 2 stoffen die ook bedoeld zijn om het vlees extra smaak te geven.
Ook goed om weten is dat sommige aminozuren niet door het lichaam kunnen worden aangemaakt en daarom via externe manier moeten ingenomen worden.
[naam]:
Is inderdaad een mix op basis van gehydroliseerdkippenproteine (eiwit), suikers, zout, fosfaten en verdikkingsmiddelen (xanthaan- en targom). Kun je moeilijk verdedigen dat deze mix extra smaak zou geven ; is een mix waardoor je aan gewicht wint en het vlees veel sappiger maakt maar die ook op micro biologisch vlak een goed resultaat geeft.
[naam]:
Combinatie van Tumb SL Code 2004, Poultry Pro en Aroma L :
Tumb SL Code 2004 zorgt voor extra gewicht, sappiger vlees en langere houdbaarheid, Poultry Pro is een 100% kippenhydrolisaat (eiwit) en Aroma L is op basis van Lysine en is een smaakversterker (zie uitleg boven); je kan dus moeilijk stellen dat het hier alleen kippenvlees met versterkte kipsmaak is.”
2.7. Bij uitspraak op bezwaar van 4 juli 2008 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
2.8. Ter zitting heeft eiseres een nader stuk overgelegd. Dit gedingstuk, dat in de bezwaarfase reeds aan verweerder is overgelegd, is afkomstig van Y BV en bevat twee productspecificaties. In het stuk wordt -voor zover van belang- het volgende vermeld:
“[product]
Omschrijving: Puur poultry proteïne in poeder vorm (gesproeidroogd collageen
hydrolisaat) met een hoog proteïne gehalte, milde smaak en is volledig
oplosbaar. Traceerbaar grondstof, 100% poultry.
Applicaties: “Poultry Pro” functioneert als een proteïne “booster”, verbetert de
karakteristieke smaak en texture, voor alle soorten vleesproducten,
speciaal pluimvee producten.
Proporties: - Puur poultry proteïne
- Traceerbaar grondstof
- Hoge proteïne gehalte (N x 6,25> 100%)
- Volledig oplosbaar in water en in pekel
- Lage viscositeit in de oplossing
- Niet schuimend
- Beperkt het kookverlies van vleesproducten.
- Mild product, eigen pluimvee smaak
- Geen enzymen activiteiten
Fysische eigenschappen Residu (overige)
Smaak Neutraal Arsenicum(As max ppm) 1
Kleur Crème wit Lood (Pb max, ppm) 5
Chemische analyse Calcium (Cd max, ppm) 0.5
Proteïne (min %) 100.00 Kwik (Hg max, ppm) 0.15
(Nx6,25)
Vocht (105c) 9max %) 7.0 Chroom (Cr max, ppm) 10
Ash (max %) 4.0 Kopper (Cu max, ppm) 30
Vet (max %) 0.5 Zink (Zn max, ppm) 50
Ph (10% sol.) 5.5 – 6.5 SO2 (max, ppm) 50
Uiterlijk Troebel H2O2 (max, ppm) 10
Oplosbaar Totaal Bacteriologische analyse
Verspreiding Snel Totaal kiemgetal <103 col/g
Enzym activiteit Afwezig E Coli (30,0c) afwezig in 1g.
E.Coli (44,5c) afwezig in 10g.
Anaerobic sulphite reducing
Bacteria (no gas production) <10 col/g
Clostridium perfringens afwezig in 1g.
Staphylococcus aureus afwezig in 1g.
Salmonella afwezig in 25g.
Gebruik: Wordt gebruikt voor de levensmiddelen industrie, afhankelijk van de
applicaties en toegestane bepalingen. 1 - 3% is in normale dosering
voor gekookte vleesproducten.
Opslagcondities: Onder koele en droge condities kan het product tenminste 12 maanden bewaard worden zonder iets van zijn functionele eigenschappen te verliezen.
Presentatie: Crème-wit poeder, 20 kg netto verpakt in een 3-voudige papieren zak met polyethyleen binnenzak.
Allergie- De volgende ingrediënten komen voor op de ALBA-lijst:
informatie: Kippenvlees.
E.E.G eisen: De ingrediënten voldoen aan de E.E.G. eisen die gesteld worden in
richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelen-additieven.
GMO: Dit product bevat geen Genetisch Gemodificeerde Organismen (non-GMO) zoals bedoeld in de EU verordening 2001/18.
[product]
Compound met eiwithydrolysaat voor het injecteren van pluimveeproducten.
Ingrediënten: koolhydraten (glucosesiroop,dextrose), gehydroliseerd dierlijk eiwit (poultry), stabilisator E451, antioxidant E331, E262, proceshuipstof E415.
Chemische analyse: Ph (pekeloplossing) 9,5 +/- 0,5%
(in aquadest / 20C)
Eiwit min 30% +/- 0,5
P2O5 7% +/- 0,3
Vocht max. 3%
Bacteriologische analyse: Totaal kiemgetal <1000 / g
E. Coli neg. in 10 / g
Salmonella neg. in 25 / g
Fysische eigenschappen: Kleur crème wit
Smaak free-flowing poeder
Gebruik: Voor levensmiddelen beperkt gebruik.
Adviesdosering: 10 a 13 kg mix op 100 liter water
Opslagcondities: Onder koele en droge condities kan het product tenminste 12
maanden bewaard worden zonder iets van zijn functionele
eigenschappen te verliezen.
Verpakking: 25 kg netto in kunststof of papierzakken met polyethyleen
binnenzak.
Allergie-informatie: Product bevat geen ingrediënten die voorkomen op de ALBA-lijst.
E.E.G. eisen: De ingrediënten voldoen aan de E.E.G. eisen die gesteld worden
in richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven.
GMO: Dit product bevat geen Genetisch Gemodificeerde Organismen
als bedoeld in EU verordening 2001/18.”
3. Geschil
3.1. Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of verweerder ten onrechte de aanvraag van eiseres voor een invoercertificaat heeft afgewezen. In het bijzonder houdt partijen verdeeld het antwoord op de vraag of eiseres producten die onder GN-codes 0207 of 0210 vallen heeft verwerkt tot producten die vallen onder GN-code 1602.
3.2. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en afgifte van het invoercertificaat.
3.3. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
3.4. Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding en het proces-verbaal ter zitting.
4. Het toepasselijke recht
4.1. De GS-post luidt (in 2007) als volgt:
1602 Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed
4.2. Aanvullende aantekening 6a (GN) op hoofdstuk 2 luidt (in 2007) als volgt:
Niet-gekookt en niet-gebakken, gekruid vlees valt onder hoofdstuk 16. Als „gekruid vlees” wordt aangemerkt, vlees, niet gekookt en niet gebakken, dat, waarneembaar met het blote oog of duidelijk waarneembaar aan de smaak, inwendig of over de totale oppervlakte is gekruid.
4.3. Ingevolge artikel 1 van de Verordening is een tariefcontingent geopend voor de invoer van de producten als bedoeld in de bij Besluit van 2007/360/EG goedgekeurde overeenkomsten tussen de Gemeenschap enerzijds en Brazilië en Thailand anderzijds. Het tweede lid van het genoemde artikel bepaalt dat de hoeveelheid producten waarvoor de contigenten gelden, het percentage van het toepasselijke douanerecht, de volgnummer en de daarmee overeenstemmende nummers van de groepen zijn vastgesteld in bijlage I.
4.4. Volgens bijlage I bij de Verordening is voor gezouten of gepekeld vlees van pluimvee afkomstig uit Brazilië van GN-code 0210 99 39 een tariefcontingent geopend van jaarlijks 170.807 ton tegen een douanerecht van 15,4 procent.
4.5. Op grond van artikel 2 van de Verordening zijn de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 1291/2000 en 1301/2006 van overeenkomstige toepassing.
4.6. Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Verordening moet een aanvrager van een invoercertificaat bij de indiening van zijn eerste aanvraag voor een bepaalde contingentperiode bewijzen dat hij ten minste 50 ton producten van Verordening (EEG) nr. 2777/75 heeft in- of uitgevoerd gedurende elk van beide in genoemd artikel 5 bedoelde perioden.
4.7. Het tweede lid van bovengenoemd artikel 4 bepaalt dat in afwijking van artikel 5 van Verordening (EG) nr.1301/2006 en het eerste lid van artikel 4 van de Verordening de aanvrager van een invoercertificaat op het moment van de indiening van zijn eerste aanvraag die betrekking heeft op een bepaalde contingentperiode, ook het bewijs kan leveren dat hij in elk van de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde perioden ten minste 1000 ton vlees van pluimvee van de GN-codes 0207 of 0210 heeft verwerkt tot onder Verordening (EEG) nr. 2777/75 vallende bereidingen op basis van vlees van pluimvee van GN-code 1602. Voor de doeleinden van het onderhavige lid wordt onder „verwerker” verstaan: iedere persoon die is ingeschreven in het nationale btw-register van de lidstaat waar hij is gevestigd en die door middel van welk handelsdocument dan ook ten genoegen van de betrokken lidstaat het bewijs levert dat hij de bedoelde verwerkingsactiviteiten uitvoert.
5. Beoordeling van het geschil
5.1. Eiseres heeft op 5 juli 2007 een aanvraag ingediend voor een invoercertificaat voor de deelperiode van 1 oktober 2007 tot en met 31 december 2007. Om in aanmerking te komen voor een invoercertificaat moet de aanvrager ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Verordening bewijzen dat zij gedurende een bepaalde periode ten minste 50 ton producten van Verordening (EEG) nr. 27775/75 heeft in- of uitgevoerd. Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres in de periode waarop de aanvraag betrekking heeft geen in- of uitvoertransactie heeft verricht.
5.2. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Verordening wordt een invoercertificaat tevens afgegeven indien de aanvrager op het moment van de indiening van zijn eerste aanvraag die betrekking heeft op een bepaalde contingentperiode, het bewijs levert dat hij in elk van de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde perioden ten minste 1.000 ton vlees van pluimvee van de GN-codes 0207 of 0210 heeft verwerkt tot onder Verordening (EEG) nr. 2777/75 vallende bereidingen op basis van vlees van pluimvee van GN-code 1602. De bewijslast rust derhalve op eiseres en zij zal het bewijs moeten leveren dat zij aan de voorwaarden heeft voldaan om in aanmerking te komen voor een invoercertificaat. Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres kan worden aangemerkt als verwerker en dat zij ten minste 1000 ton vlees van pluimvee heeft verwerkt, doch eiseres stelt en verweerder ontkent dat eiseres producten die onder GN-code 0207 of 0210 vallen heeft verwerkt tot producten die vallen onder de GN-code 1602. De rechtbank zal daarom een oordeel geven omtrent de indeling van de producten in de GN.
5.3. Op grond van aanvullende aantekening (GN) op hoofdstuk 2 valt niet-gekookt en niet-gebakken, gekruid vlees onder hoofdstuk 16. Als „gekruid vlees” wordt aangemerkt, vlees, niet gekookt en niet gebakken, dat, waarneembaar met het blote oog of duidelijk waarneembaar aan de smaak, inwendig of over de totale oppervlakte is gekruid.
Eiseres stelt dat zij aan de kipfilet kruiden toevoegt door middel van het plaatsen van de kipfilet in een tumbler dan wel door de kipfilet te injecteren. Zij gebruikt drie soorten mixen: [mix], [mix] en [mix]. Deze mixen worden niet tegelijkertijd gebruikt. Eiseres stelt dat de kruiden de kipfilet op smaak brengen en dat de kipfilet door de kruiden zoeter smaakt. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres het onder 2.7. genoemde e-mailbericht van Y BV en de onder 2.9. genoemde productspecificaties van twee mixen overgelegd. Tevens heeft eiseres in het kader van de bti aanvraag productspecificaties en monsters aan de douane afgegeven.
5.4. Anders dan verweerder veronderstelt had hij zelfstandig moeten beoordelen of eiseres heeft voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een invoercertificaat. De omstandigheid dat de douane over de indeling van de goederen in het kader van de onderhavige aanvraag een advies aan verweerder heeft het uitgebracht, ontslaat verweerder niet van die verplichting. Een dergelijk advies is immers niet bindend voor verweerder, en de uitkomst van de beoordeling van de monsters en de productspecificaties in het kader van de bti aanvraag door het douanelaboratorium, opgenomen onder 2.4., kan evenmin worden aangemerkt als onweerlegbaar bewijs voor de indeling van de onderhavige producten. Eiseres heeft derhalve de mogelijkheid om de uitkomst daarvan te weerleggen.
5.5. Eiseres heeft echter nagelaten de uitkomst van het onderzoek door de douane te weerleggen, door bijvoorbeeld zelf een indelingsadvies bij het douanelaboratorium dan wel bij enig ander erkend laboratorium te vragen. Zij doet haar bewijs aangaande de indeling enkel steunen op bewerking en de productspecificatie van de mixen zoals hiervoor genoemd. Uit de productspecificaties van deze mixen is echter niet op te maken dat er kruiden in deze mixen aanwezig zijn. Uit de overgelegde verklaring van Y BV, de leverancier van de mixen valt met betrekking tot alleen de [mix] af te leiden dat het aroma zou zijn samengesteld uit allerlei soorten kruiden. Welke kruiden het hier betreft en in welke mate zij in de mix aanwezig zijn, heeft eiseres ook ter zitting niet kunnen aangeven. Nu eiseres ook overigens niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de kipfilet heeft bewerkt tot gekruid vlees als bedoeld in de onder 4.2. genoemde aanvullende aantekening 6a heeft eiseres niet het in artikel 4, tweede lid, van de Verordening verlangde bewijs geleverd dat zij producten die onder GN-code 0207 of 0210 vallen heeft verwerkt tot producten die moeten worden ingedeeld onder GN-code 1602. Eiseres heeft derhalve niet voldaan aan de op haar rustende bewijslast en het certificaat is terecht niet afgegeven.
5.6. Gelet op het vorenoverwogene heeft verweerder terecht het invoercertificaat geweigerd en dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
6. Proceskosten
Tussen partijen is vast komen te staan dat verweerder eiseres onjuiste informatie heeft verstrekt in de procedure. Zo is eiseres ten onrechte verwezen naar de bti-procedure, de circulaire nummer 61/2007 (Inschrijfregelingen pluimvee- eiersector), terwijl deze niet bedoeld is voor de bedrijfstak (verwerkers) waarin eiseres werkzaam is. Daarbij is eiseres ten onrechte niet gewezen op de mogelijkheid een onafhankelijk indelingsadvies te vragen bij een ander laboratorium dan het douanelaboratorium. Voorts is eiseres, door onjuiste rechtsmiddelverwijzing (veroorzaakt door een tijdens de procedure opgetreden wetswijziging) naar het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, op hoge kosten gejaagd in deze procedure. Dit alles tezamen bezien, ziet de rechtbank aanleiding verweerder te veroordelen in de kos¬ten die eiseres in verband met de behande¬ling van het bezwaar en het beroep redelij¬kerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.127 (1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting in de bezwaarfase met een waarde per punt van € 161, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting bij het CBB en 1 punt voor het verschijnen ter zitting bij de rechtbank met een waarde per punt van € 322,- en een wegingsfactor 1). Het verzoek van eiseres om verweerder te veroordelen in de werkelijk door haar gemaakte kosten wijst de rechtbank af, omdat bijzondere omstandigheden die daartoe aanleiding kunnen geven, zijn gesteld noch gebleken.
7. Beslissing
De rechtbank verklaart:
- het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.127, en wijst verweerder aan dit bedrag aan eiseres te voldoen.
Deze uitspraak is gedaan op 9 november 2009 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A.J. Roke, voorzitter, mr. E. Polak en mr. C.J. Hummel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Plesman-Jalink, griffier.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.