Rechtbank Haarlem, 17-11-2010, BO9910, AWB 09/5517, 09/5518 en 09/5519
Rechtbank Haarlem, 17-11-2010, BO9910, AWB 09/5517, 09/5518 en 09/5519
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 17 november 2010
- Datum publicatie
- 20 januari 2011
- ECLI
- ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9910
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2012:BW9316, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB 09/5517, 09/5518 en 09/5519
Inhoudsindicatie
OB. De kwaliteit van de door PRI-therapeut verzorgde diensten zijn onvoldoende op objectieve en onafhankelijke wijze gewaarborgd. De diensten van PRI-therapeut zijn niet van gelijkwaardige kwaliteit ten opzichte van diensten die door beoefenaren van een beroep dat is geregeld in de Wet BIG worden verleend.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Zaaknummers: AWB 09/5517, 09/5518 en 09/5519
Uitspraakdatum: 17 november 2010
Uitspraak in de gedingen tussen
X, wonende te Y, eiseres,
gemachtigde: [naam gemachtigde]
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Y, verweerder.
1.Ontstaan en loop van de gedingen
1.1. Eiseres heeft voor het vierde kwartaal van 2008 en het eerste en tweede kwartaal van 2009 respectievelijk € 3.965, € 1.236 en € 1.969 omzetbelasting voldaan.
1.2. Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 26 september 2009 de bezwaren ongegrond verklaard en geen teruggaaf verleend van de hiervoor genoemde bedragen.
1.3. Eiseres heeft tegen de uitspraken van 26 september 2009 beroep ingesteld.
1.4. Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2010. Eiseres is daar in persoon verschenen, bijgestaan door de gemachtigde [naam]. Namens verweerder zijn verschenen [namen]. De gemachtigde van eiseres heeft een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. Eiseres is gecertificeerd PRI-therapeut. Eiseres oefent sinds 2000 zelfstandig een PRI-praktijk uit onder de naam [naam praktijk]. Eiseres is voor de in verband met deze praktijk verleende diensten ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet OB). Eiseres heeft geen opleiding genoten voor een beroep dat is geregeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: de Wet BIG) en zij is niet ingeschreven in het BIG-register.
2.2. Eiseres heeft haar studie theologie niet afgemaakt. Zij heeft voordat zij met haar praktijk begon, een aantal jaren gewerkt als trainer/coach in de hulpverlening.
2.3. PRI is de afkorting van Past Reality Integration. PRI-therapie gaat ervan uit dat verdrongen gevoelens uit de jeugd de reacties in het heden bepalen. PRI is een jonge therapievorm die is gebaseerd op een bestaande psychotherapeutische stroming, de Primaltherapie van Arthur Janov.
2.4. Eiseres heeft haar opleiding tot PRI-therapeut genoten bij de Nederlandse psychologe Ingeborg Bosch (hierna: Bosch), die de PRI-therapie sinds 2000 heeft ontwikkeld. Bosch bepaalt wie tot de opleiding wordt toegelaten, geeft zelf les en stelt het opleidingsprogramma samen. Om tot de opleiding te worden toegelaten is een academische of hbo-opleiding vereist of, indien deze ontbreekt, relevante werkervaring als hulpverlener.
2.5. De opleiding tot PRI-therapeut duurt zes jaar en bestaat uit theorie en praktijk. Tijdens het theoriegedeelte, dat vier jaar duurt, worden twee schriftelijke toetsen afgelegd. Het praktijkgedeelte omvat het therapeutisch persoonlijk proces van de therapeut en het toepassen van de therapie op cliënten onder supervisie en begeleiding van Bosch (of de door Bosch aangestelde supervisor). Een belangrijk aspect van het praktijkgedeelte is het kunnen (contra)indiceren van een cliënt voor PRI-therapie.
2.6. PRI en Past Reality Integration zijn beschermde merken. Bosch is als enige bevoegd om deze merken te gebruiken c.q. anderen toestemming te geven deze te gebruiken en om therapeuten te certificeren die de opleiding succesvol hebben doorlopen. Na certificering mag de therapeut de naam PRI-therapeut voeren. Een PRI-therapeut is verplicht minimaal 1.000 uur per jaar te besteden aan de behandeling van cliënten en tot het volgen van permanente educatie en is onderworpen aan supervisie. Permanente educatie houdt in dat een PRI-therapeut minimaal 10% van de tijd besteedt aan nascholing en verdere professionele ontwikkeling. Hiertoe volgt de PRI-therapeut intervisiebijeenkomsten en gedurende drie weken per vijf jaar cursussen in Frankrijk. Voorts zijn 10 succesvolle afrondingen verplicht. Een succesvolle afronding is een positieve beoordeling door een tevreden cliënt. Supervisie houdt in dat een PRI-therapeut behandeldossiers ter inzage geeft aan een supervisor. De certificering is vijf jaar geldig en kan worden verlengd na het succesvol afleggen van een toets.
2.7. Tijdens de in geding zijnde tijdvakken sluit een gecertificeerde PRI-therapeut een overeenkomst met Bosch, al dan niet via de besloten vennootschap van Bosch. De overeenkomst is eenzijdig door Bosch opgesteld en niet onderhandelbaar. PRI-therapeuten hebben geen zeggenschap c.q. stemrecht in het beleid van Bosch inzake kwaliteit en ontwikkeling.
2.8. Tot de gedingstukken behoort een kopie van de Criteria certificering PRI-therapeut. In het op briefpapier van de besloten vennootschap van Bosch gedrukte staat onder meer het volgende:
“4. Onderschrijven van professionele criteria PRI ® therapeut beroepsgroep
- Minimaal aantal uren beroepsuitoefening (1000) per jaar. In de praktijk wil dat zeggen dat de PRI-therapeut geacht wordt minimaal 15 individuele PRI-clienten per week te behandelen.
- Minimaal 10% van die uren per jaar worden besteed aan nascholing en verder professionele ontwikkeling. Het volgen van PRI post-certificeringsmodules of opleidingen wordt hierbij ook inbegrepen.
- Identificatie met de beroepsgroep, middels deelname aan PRI-nascholingsdagen, promotie van PRI, aanname van website-cliënten tegen de vastgestelde vergoeding.
- Handelen overeenkomstig de beroepscode van psychologen NIP
- Respecteren van alle hier genoemde (gedrags)regels voor PRI therapeuten en zoals opgesteld in stuk XXX. Met name zal de PRI-therapeut zich te allen tijde onthouden van het doen van suggesties aan cliënten omtrent hun oude realiteit tijdens regressies, hoe subtiel ook. De PRI-therapeut is op de hoogte van het rapport van de Gezondheidsraad uit 2004, inzake de (on)mogelijkheden van hervonden herinneringen.
- Eens per vijf jaar zal hercertificering plaats vinden. Hierbij zal toetsing plaatsvinden van alle hierboven genoemde criteria.”
2.9. Cliënten melden zich aan via de website. Op basis van de gegevens in de aanvraag beoordeelt de PRI-therapeut of er contra-indicaties zijn. Professionele hulpverleners, zoals psychotherapeuten en psychiaters, wijzen cliënten op de mogelijkheid PRI-therapie te volgen. De aanmelding geschiedt ook dan via de website.
2.10. De behandelingen worden niet vergoed door ziektekostenverzekeraars. Op dit moment is een vijfjarig onderzoek gaande door de Universiteit van Maastricht met het doel een erkenning te krijgen.
3. Geschil
3.1. In geschil is of de diensten van eiseres op het gebied van de PRI-therapie zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten eerste, van de Wet OB.
3.2. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en teruggave van de door haar op aangifte voldane bedragen.
3.3. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.
3.4. Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken en naar het aangehechte proces-verbaal.
4. Beoordeling van het geschil
4.1. Vooropgesteld zij dat uit het arrest van het Hof van Justitie van 27 april 2006, nrs.
C-443/04 en C-444/04 volgt dat ook de handelingen verricht door personen van wie het beroep niet bij of krachtens de Wet BIG is geregeld, kunnen delen in de vrijstelling als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten eerste, van de Wet OB indien kan worden aangenomen dat deze handelingen van een gelijkwaardige kwaliteit kunnen worden geacht indien zij - vrijgesteld van omzetbelasting - door BIG-geregistreerden zouden zijn uitgevoerd.
4.2. Het is evenwel aan eiseres om aannemelijk te maken dat haar diensten van gelijkwaardige kwaliteit kunnen worden geacht in voorbedoelde zin. Naar het oordeel van de rechtbank is eiseres hierin niet geslaagd, en wel om de volgende redenen:
- Tot de opleiding tot PRI-therapeut worden ook personen toegelaten die geen voor het volgen van een BIG-opleiding vereiste vooropleiding hebben gevolgd;
- Eiseres heeft zelf geen relevante vooropleiding op academisch of hbo-niveau gevolgd;
- De opleiding tot PRI-therapeut die eiseres heeft gevolgd is ontwikkeld door één persoon, Bosch, zonder toezicht of controle door welk onafhankelijk medisch of wetenschappelijk orgaan dan ook;
- De criteria voor toelating tot de opleiding en voor certificering – en waaraan eiseres voldoet – zijn eenzijdig opgesteld door Bosch, zonder toezicht of controle door welk onafhankelijk medisch of wetenschappelijk orgaan dan ook;
-Hoewel een van de criteria voor certificering is dat overeenkomstig de beroepscode voor psychologen wordt gehandeld, vindt eventuele toetsing van het gedrag van eiseres aan deze code door Bosch plaats;
- De afhandeling van klachten die door cliënten van eiseres worden ingediend, wordt verzorgd door Bosch;
- Eiseres is geen lid van een onafhankelijke beroepsvereniging voor psychologen of psychotherapeuten.
4.3. Gelet op de onder 4.2 genoemde omstandigheden is de kwaliteit van de door eiseres verzorgde diensten onvoldoende op objectieve en onafhankelijke wijze gewaarborgd. Hetgeen de gemachtigde van eiseres heeft gesteld over de wetenschappelijke grondslagen van PRI-therapie en de kennis en ervaring van Bosch leidt niet tot een ander oordeel, omdat het er om gaat te beoordelen of de diensten van eiseres van gelijkwaardige kwaliteit zijn ten opzichte van diensten die door beoefenaren van een beroep dat is geregeld in de Wet BIG worden verleend. Deze gelijkwaardige kwaliteit kan niet worden gewaarborgd door één persoon, Bosch, omdat de persoonlijke kwaliteiten van een therapeut in de relatie tussen therapeut en cliënt bepalend zijn voor de beoordeling of sprake is van gelijkwaardige kwaliteit. Bovendien is eiseres niet bevoegd psychotherapie te geven in bredere zin. Evenmin is van belang of de cliënten van eiseres de door eiseres verleende PRI-therapie als gelijkwaardig beoordelen. Weliswaar speelt de beleving van de afnemer een rol bij de duiding van een prestatie, doch deze beleving dient te worden geobjectiveerd en bezien in combinatie met de kwalificaties waarover de desbetreffende belastingplichtige beschikt.
4.4. De gemachtigde van eiseres doet voorts een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Op grond van het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 28 februari 2008, nr. CPP2008/78M (hierna: het besluit) kunnen beroepsbeoefenaren met een BIG-opleiding de vrijstelling ook toepassen op diensten die zij verrichten op grond van een aanvullende, niet-BIG-gereguleerde opleiding. Volgens de gemachtigde van eiseres biedt de Wet BIG de patiënt geen enkele waarborg ingeval een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar dergelijke aanvullende diensten verleent, hetgeen betekent dat een BIG-registratie geen criterium kan zijn om onderscheid te maken bij de toepassing van de vrijstelling op dergelijke diensten. Indien een BIG-geregistreerde PRI-therapeut de vrijstelling mag toepassen, mag een andere therapeut dit ook. Verweerder bestrijdt dit standpunt, omdat het is gebaseerd op een onjuiste lezing van het besluit. De staatssecretaris heeft voorwaarden geformuleerd, waaraan de BIG-geregistreerde dient te voldoen. Zo dient de aanvullende opleiding ten minste enige relatie te hebben met de gevolgde BIG-opleiding. Een fysiotherapeut die PRI-therapie wil geven nadat hij is gecertificeerd kan hiervoor geen beroep doen op de vrijstelling, aldus verweerder.
4.5. Het besluit luidt, voor zover van belang, als volgt:
“2.1.1. De gezondheidskundige verzorging van de mens door beroepsbeoefenaren met een BIG-opleiding en psychologen
Invloed van jurisprudentie
Onder de vrijgestelde diensten van beroepsbeoefenaren die een BIG-opleiding met goed gevolg hebben afgerond, vallen ook de diensten die zij verrichten op grond van een aanvullende – niet BIG-gereguleerde – opleiding (Hof van Justitie, 27 april 2006, C-443/04 (Solleveld) en C-444/04 (Van den Hout-Van Eijnsbergen); Gerechtshof Amsterdam, 23 oktober 2006, nr. 04/2203; in gelijke zin de nrs. 04/2202, 04/2373 en 04/2517, alle ook van 23 oktober 2006); Gerechtshof ’s-Gravenhage, 19 januari 2007, nr. 04/02017). Daarbij gelden de voorwaarden dat:
a de aanvullende opleiding ten minste enige relatie heeft met de gevolgde BIG-opleiding; en
b de diensten (zouden) zijn vrijgesteld als die diensten door een beroepsbeoefenaar met een andere BIG-opleiding (zouden) worden verricht; en
c de diensten zijn aan te merken als gezondheidskundige verzorging van de mens.”
4.6. De rechtbank is van oordeel dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt. Zoals verweerder heeft opgemerkt, is in het besluit de voorwaarde opgenomen dat de aanvullende opleiding ten minste enige relatie heeft met de gevolgde BIG-opleiding. Uit deze voorwaarde blijkt dat geen ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen BIG-geregistreerden en niet-BIG-geregistreerden. De kwalificaties van de therapeut en de kwaliteit van de diensten bepalen of de vrijstelling kan worden toegepast en niet enkel de aanwezigheid van een BIG-registratie. De kwalificaties van eiseres verschillen in relevante mate van de kwalificaties van de BIG-geregistreerden die wel met vrucht een beroep op het besluit kunnen doen. Eiseres en deze BIG-geregistreerden zijn derhalve geen gelijke gevallen.
4.7. Gelet op het vorenoverwogene dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.
5. Proceskosten
De rechtbank acht geen aan¬lei¬ding aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
6.Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. van Dongen, voorzitter, mr. A.E. Keulemans en
mr. J.P. Boer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. de Jong, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 november 2010.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.