Home

Rechtbank Haarlem, 07-12-2010, BR6582, AWB 09 / 3388 & AWB 09 / 3389

Rechtbank Haarlem, 07-12-2010, BR6582, AWB 09 / 3388 & AWB 09 / 3389

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
7 december 2010
Datum publicatie
2 september 2011
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2010:BR6582
Zaaknummer
AWB 09 / 3388 & AWB 09 / 3389

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting. De door eiseres gebouwde appartementen bestemd voor verkoop en niet voor de verhuur. Derhalve kan voor de bij de verkoop van de appartementen in 2005 en 2006 behaalde boekwinst geen herinvesteringsreserve worden gevormd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Zaaknummers: AWB 09/3388 en 09/3389

Uitspraakdatum: 7 december 2010

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[X] BV, gevestigd te [Z], eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor [P], verweerder.

Ontstaan en loop van het geding

1.1. Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2005 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 332.878. Voor het jaar 2006 heeft verweerder aan eiseres een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 211.785.

1.2. Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.

1.3. Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

1.4. Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en in beide

zaken een verweerschrift ingediend.

1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2010. Namens verweerder is verschenen mr. [A]. Eiseres, die door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 1 september 2010, onder vermelding van plaats, datum en tijdstip is uitgenodigd om op de zitting te verschijnen, heeft schriftelijk bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn en heeft daarbij niet om uitstel van de zitting verzocht. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

Tussen partijen vaststaande feiten

Op grond van de stukken van het geding is, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door één van hen gesteld en op zichzelf aannemelijk, het volgende komen vast te staan:

2.1. Eiseres heeft als statutair doel het verkrijgen, vervreemden, beheren, administreren, exploiteren, huren en verhuren van onroerende goederen, alsmede de handel in roerende goederen. Haar directeur en enig aandeelhouder is [B]. Eiseres heeft in 2001 de eigendom verworven van een in het centrum van [Z] gelegen perceel grond met een daarop staande tapijtfabriek, met de bedoeling na sloop van de fabriek een appartementencomplex te bouwen. Bij akte van splitsing van 6 juni 2007 zijn op het nog te bouwen complex acht appartementsrechten gevestigd. Van de appartementen zijn er zes verkocht, waarvan twee, op 14 juni 2007, aan [B]. Van de zes koopovereenkomsten is er een ontbonden. Twee appartementen zijn nimmer verkocht. In 2009 stonden vijf appartementen te koop: de twee nimmer verkochte, de twee door [B] in privé aangekochte, en het appartement met betrekking waartoe de overeenkomst was ontbonden. Inmiddels heeft [B] een van zijn beide appartementen verkocht.

2.2. In 2003, 2005 en 2006 zijn door eiseres appartementen verkocht. Zij heeft de daarbij behaalde boekwinst van € 264.648, € 496.471, respectievelijk € 132.655 toegevoegd aan haar herinvesteringsreserve.

2.3. Voor 2005 heeft [B] op briefpapier van eiseres met dagtekening 21 december 2005 en onder vermelding van de verkopen in dat jaar als "besluit inzake [X] B.V." vastgelegd:

"In verband met het voornemen deze onroerende zaken te vervangen, dient de behaalde winst in de jaarrekening over 2005 te worden toegevoegd aan de herinvesteringsreserve." Eenzelfde verklaring, met dagtekening 22 december 2006, heeft hij ondertekend voor de verkopen van appartementen in 2006.

2.4. Eiseres heeft geen pogingen gedaan de appartementen te verhuren.

2.5. Eiseres heeft voormelde bedragen aan toevoeging aan de herinvesteringsreserve voor de jaren 2005 en 2006 in haar aangiften voor de vennootschapsbelasting opgenomen. Bij de aanslagregeling heeft verweerder de aangegeven belastbare bedragen met de bedragen van die toevoegingen gecorrigeerd.

Omschrijving geschil en standpunten van partijen

3.1. Tussen partijen is in geschil of de bij de verkopen van de appartementen gerealiseerde winst bij de aangiften terecht is toegevoegd aan de herinvesteringsreserve, zoals eiseres stelt en verweerder betwist.

3.2. Voor de standpunten van partijen en de gronden waarop zij deze doen steunen, verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.

Beoordeling van het geschil

4.1. Bij de bepaling van de winst kan een herinvesteringsreserve worden gevormd ter zake van bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel behaalde boekwinst. Als bedrijfsmiddelen worden die zaken aangemerkt, die behoren tot het vaste kapitaal en bestemd zijn om voor de uitoefening van het bedrijf te worden gebruikt.

4.2. Eiseres heeft een appartementencomplex ontwikkeld en is nog voor de bouw en de totstandkoming van de splitsingsakte tot verkoop van appartementen overgegaan. Gesteld noch gebleken is dat eiseres een of meer appartementen ten verhuur heeft aangeboden, hetgeen ook geldt ten aanzien van de beide appartementen die nog steeds te koop staan.

4.3. Onder deze omstandigheden moet het ervoor worden gehouden dat eiseres de door haar ontwikkelde appartementen heeft bestemd voor de omzet, op grond waarvan zij niet tot haar bedrijfsmiddelen te rekenen zijn.

4.4. Eiseres heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de appartementen aanvankelijk tot haar bedrijfsmiddelen hebben behoord en eerst na de onderhavige jaren, bij verkoop of wijziging van haar ondernemingsactiviteiten, die functie hebben verloren.

4.5. Het vorenoverwogene brengt mee dat eiseres voor de bij de verkoop van de appartementen in 2005 en 2006 behaalde boekwinst geen herinvesteringsreserve mocht vormen. De correcties zijn derhalve terecht aangebracht.

Proceskosten

De rechtbank acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is vastgesteld door mr. P.J.J. Vonk, voorzitter, mr. J.W. baron van

Knobelsdorff en mr. Chr.Th.P.M. Zandhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Jansen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 december 2010.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep