Home

Rechtbank Haarlem, 15-07-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:2517 BR6243, AWB 10 / 5916

Rechtbank Haarlem, 15-07-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:2517 BR6243, AWB 10 / 5916

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
15 juli 2011
Datum publicatie
30 augustus 2011
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2011:BR6243
Zaaknummer
AWB 10 / 5916

Inhoudsindicatie

Douane. Indeling. Het product bestaat uit een kunststof poppetje. Elke voet is voorzien van een led lampje. Aan het hoofd is een kettinkje met een splitring van onedel metaal bevestigd. Gelet op de bewoordingen van de posten en de objectieve kenmerken en eigenschappen ontleent het product zijn wezenlijk karakter aan de lamp. Indeling onder de goederencode 8513 1000.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, enkelvoudige douanekamer

Zaaknummer: AWB 10/5916

Uitspraakdatum: 15 juli 2011

Uitspraak in het geding tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z] eiseres,

gemachtigde: J.P.M. Faessen

en

de inspecteur van de Belastingdienst/[P], verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiseres een bindende tariefinlichting (bti) verstrekt.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 27 oktober 2010 de bti gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 juni 2011. Namens eiseres is daar verschenen [A], bijgestaan door [B], inkoper bij eiseres en [C]. Namens verweerder is verschenen mr. J.M.G. van Maris.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

2.1. Verweerder heeft aan eiseres op 11 augustus 2010 een bti verstrekt met nummer [#] voor een product met de handelsbenaming [D] – Art. [#] (hierna: het product). Op de bti is het product als volgt omschreven:

“Een draagbare electrische lamp met onder andere de volgende kenmerken:

- in de vorm van een sleutelhanger;

- bestaande uit een splitring van onedel metaal;

- een diameter van 25 mm;

- een speelgoed poppetje van kunststof;

- beweegbare armen en benen;

- een bedieningsknop op de borst;

- werkt op twee lithium knoopcellen (CR 2025)

- afmetingen van ongeveer 70 x 45 x 10 mm;

Het samengesteld werk ontleent zijn wezenlijk karakter aan het electrische lampje.”

Aan de splitring is een kettinkje bestaande uit vier schakels bevestigd. Eén schakel is bevestigd aan de splitring en twee schakels kunnen 360 graden ten opzichte van elkaar draaien. De vierde schakel is bevestigd aan het hoofd van het poppetje. Verweerder heeft het product in de gecombineerde nomenclatuur (GN) ingedeeld onder de goederencode 8513 1000.

2.2. Tot de stukken van het geding behoort een door de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk op 30 juni 2010 afgegeven bti met het nummer [#]. Op de deze bti is een goed omschreven als:

“Animal key ring torch in the shape of a duck. Has duck sound effect. Dimensions 4.5 x 3 x 1cm. 3 x L113H batteries included”

Het goed is ingedeeld onder de goederencode 8513 1000.

3. Geschil

Het geschil betreft de indeling in de GN. Eiseres staat indeling onder de goederencode 7326 9098, werken van ijzer of staal voor. Verweerder staat primair indeling als draagbare elektrische lamp onder goederencode 8513 1000 voor. Subsidiair als een poppetje onder de goederencode 9503 0021.

4. In geschil zijnde posten toelichtingen en tariferingen

Post 7326 9098

7326 Andere werken van ijzer of van staal:

(…)

7326 90 - andere:

(…)

- - andere werken van ijzer of staal:

(…)

7326 9098 - - - andere

Post 8513 1000

8513 Draagbare elektrische lampen, bestemd om met eigen energiebron te werken (bijvoorbeeld met elementen of batterijen, met accumulatoren of met ingebouwde dynamo), andere dan die bedoeld bij post 8512:

8513 1000 - lampen

Post 9503 0021

9503 00 Driewielers, autopeds, pedaalauto’s en dergelijk speelgoed op wielen; poppenwagens; poppen; ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten:

(…)

- poppen, zijnde nabootsingen van de mens en delen en toebehoren:

9503 0021 - - poppen, zijnde nabootsingen van de mens

GS-toelichting op post 7326

Onder deze post vallen alle werken van ijzer of staal die zijn verkregen door smeden, stampen, snijden, stansen of op andere wijze, zoals door buigen, samenvoegen, lassen, draaien, boren of perforeren, die niet zijn begrepen onder een der voorgaande posten van dit hoofdstuk, Aantekening 1 IDR op afdeling XV, de hoofdstukken 82 en 83, of elders in de nomenclatuur.

GS-toelichting op post 8513

Deze post omvat de draagbare elektrische lampen die ontworpen zijn om met eigen energiebron te werken (met een element of batterij, accumulator, ingebouwde dynamo, enz.).

De twee samenstellende delen, dat wil zeggen de lamp en de energiebron, staan in de regel in rechtstreekse verbinding en zijn meestal in één huis samengevoegd. Soms echter zijn beide delen gescheiden en worden zij verbonden door elektrisch draad.

Als draagbare lampen zijn uitsluitend aan te merken de lampen (verlichtingstoestel en energiebron) die zijn ontworpen om bij gebruik in de hand of op de persoon te worden gedragen, of zijn ontworpen om te worden bevestigd aan een draagbaar artikel of voorwerp. In de regel zijn zij voorzien van een handvat of een bevestigingsmiddel en kunnen zij worden onderkend door hun bijzondere vorm en hun gering gewicht. Aan deze omschrijving beantwoorden bijvoorbeeld niet verlichtingstoestellen voor motorvoertuigen of rijwielen (post 85.12) en lampen die op een vaste installatie worden aangesloten (post 94.05).

Van de hier bedoelde lampen kunnen worden genoemd:

1. zaklampen, waarvan sommige, de handdynamolampen (knijpkatten), worden gevoed door een handgenerator;

2. andere draagbare handlampen, waaronder de toortsen, waarvan sommige een verstelbare lichtbundel hebben. Meestal zijn deze lampen voorzien van een oog of van een dergelijke eenvoudige inrichting om ze tijdelijk op te hangen. Soms zijn zij speciaal geschikt gemaakt om bijvoorbeeld op de grond te kunnen worden neergezet;

3. lampen en zaklantaarns in de vorm van vulpennen, dikwijls uitgerust met een clip om de lamp vast te zetten in de zak van de gebruiker wanneer hij de lamp niet gebruikt;

4. draagbare seinlampen (Morse-lampen, enz.);

5. veiligheidslampen voor mijnwerkers, waarvan de lamp aan de helm wordt bevestigd, terwijl de energiebron (accumulator) doorgaans aan de gordel hangt;

6. voorhoofdslampen, die aan een hoofdband zijn bevestigd en gewoonlijk worden gebruikt door juweliers, horlogemakers, dokters, enz., echter alleen voor zover het gaat om lampen met eigen energiebron (bijvoorbeeld met een element of batterij die zich in de zak van de gebruiker bevindt) en met uitzondering van lampen die speciaal voor dokters ontworpen zijn (bijvoorbeeld voor onderzoek van keel of oor) (post 90.18);

7. fantasielampen in de vorm van sigaren, pistolen, vulpennen, enz. en, mits de verlichting de hoofdfunctie is, combinaties van een lamp met een vulpen, sleutelring of schroevendraaier, enz.;

8. leeslampen uitgerust met een klem om ze te bevestigen aan een boek of een tijdschrift.

GS-toelichting op post 9503

“Deze post omvat:

A. […]

B. […]

C. poppen

Deze groep omvat niet alleen poppen voor het vermaak van kinderen, maar eveneens sierpoppen (salonpoppen, mascottes, fetisjen, enz.), poppen voor poppenkasten en marionettenspel, alsmede poppen die nabootsingen zijn van de mens, ook indien zij daarvan een karikatuur zijn (hansworsten, janklaassens, enz.).

Poppen worden in de regel vervaardigd van rubber, kunststof, was, keramische stoffen (porselein), textielstoffen, hout, karton, papier-maché of een combinatie van deze stoffen. Zij kunnen al dan niet voorzien zijn van beweegbare ledematen en van mechanismen, waardoor zij kunnen lopen, hoofd, armen of ogen bewegen, de menselijke stem nabootsende geluiden voortbrengen, enz. Zij kunnen al dan niet aangekleed zijn.

Als delen en toebehoren van poppen kunnen worden genoemd: koppen, rompen, ledematen, ogen (andere dan de niet gemonteerde glazen ogen van post 70.18), mechanismen voor beweegbare ogen en stemmen voor poppen, enz., pruiken, kleding, schoeisel en hoeden.

D. […]

E. […]

F. […]

5. Beoordeling van het geschil

5.1. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dat omwille van de rechtszekerheid en ter vergemakkelijking van de controles, het beslissende criterium voor de tariefindeling van de goederen in beginsel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN en in de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken zijn vastgelegd. De toelichtingen op de posten, alhoewel wettelijk niet bindend, vormen waardevolle hulpmiddelen bij de uitlegging daarvan.

5.2. Het product bestaat uit een kunststof poppetje van het merk [E]. Elke voet is voorzien van een led lampje. Aan het hoofd is een kettinkje met een splitring van onedel metaal bevestigd. Het product betreft daarom een samengesteld werk dat is vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen. Het product is derhalve vatbaar voor indeling onder twee of meer posten. Ingevolge indelingsregel 3a heeft de post met de meest specifieke omschrijving voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Nu echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld, is indelingsregel 3b van toepassing en dient het samengestelde product te worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald.

5.3. Gelet op de bewoordingen van de posten en de objectieve kenmerken en eigenschappen ontleent het product zijn wezenlijk karakter aan de lamp en wordt daarom ingedeeld onder de goederencode 8513 1000. De rechtbank motiveert deze beslissing als volgt. Het product voldoet aan de omschrijving in de GS-toelichting bij post 8513. De post omvat draagbare elektrische lampen die ontworpen zijn om met eigen energiebron te werken. Bovendien is het product ontworpen om bij gebruik in de hand of op de persoon te worden gedragen. In onderdeel 7 van de toelichting is vermeld dat fantasielampen, waaronder combinaties van een lamp met een sleutelring, moeten worden aangemerkt als lampen mits de verlichting de hoofdfunctie is. Dat de verlichting de hoofdfunctie is, leidt de rechtbank af uit het feit dat de lamp alle kenmerken en eigenschappen van een lamp als bedoeld bij post 8513 1000 heeft. Het heeft vervangbare batterijen, een aan/uit knop en schijnt voldoende sterk om ook als lamp bruikbaar te zijn. Ter zitting is deze eigenschap vastgesteld. Bovendien blijkt uit de stukken van het geding dat het product bij verkoop aan de consument wordt aangeprezen met de vermelding: “[vermelding]”. Dit is anders dan in de zaak met het nummer 03/02880 DK van het de douanekamer van het gerechtshof Amsterdam van 9 maart 2006 (hierna het Hof). In deze zaak betrof het ook de vraag of een sleutelhangerring waaraan een op batterijen werkend elektrisch lampje is bevestigd, moet worden ingedeeld als elektrische lamp onder post 8513 dan wel als sleutelhanger onder post 7326. Het Hof oordeelde dat onder meer de lichtopbrengst van het lampje te verwaarlozen was en deelde het goed in onder post 7326.

Aan de sleutelring ontleent het product niet zijn wezenlijke karakter. Het is alleen het kettinkje samen met de splitring waaraan het karakter van sleutelring kan worden ontleend. Dit is een in verhouding tot de lamp slechts een gering en weinig waardevol deel van het geheel. Ook het poppetje vormt niet het wezenlijke karakter, omdat het als speelgoed minder bruikbaar is vanwege de in het hoofd aangebrachte kettinkje met splitring. De rechtbank vindt voorts steun in haar oordeel in de door de douaneautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk op 30 juni 2010 afgegeven onder 2.2 vermelde bti.

Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

6. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

7. Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J. Roke, rechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Plesman-Jalink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2011.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.