Home

Rechtbank Haarlem, 15-08-2011, BT2218, 09/4849 & 09/4852

Rechtbank Haarlem, 15-08-2011, BT2218, 09/4849 & 09/4852

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
15 augustus 2011
Datum publicatie
21 september 2011
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2011:BT2218
Zaaknummer
09/4849 & 09/4852

Inhoudsindicatie

Indeling pindacrackers.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige douanekamer

Zaaknummers: AWB 09/4849 tot en met 09/4852

Uitspraakdatum: 15 augustus 2011

Uitspraak in de gedingen tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

gemachtigde: R.J.N. van der Laan,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/[P], verweerder.

1. Ontstaan en loop van de gedingen

1.1. Verweerder heeft aan eiseres vier bindende tarief inlichtingen (bti’s) verstrekt.

1.2. Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 31 augustus 2009 de bti’s gehandhaafd.

1.3. Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.

1.4. Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.

1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 juni 2011.

Gemachtigde van eiseres is daar verschenen. Namens verweerder is verschenen mr. E. Zehenpfenning-Stoel.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

AWB 09/4849

2.1. Verweerder heeft op 7 mei 2007 een bti verstrekt met referentie [NUMMER A].

Op de bti is een product omschreven met de handelsbenaming: “Peanut crackers Premix-2”. Op de bti is dit product als volgt omschreven:

“Gebruiksklare geëxpandeerde of geëxtrudeerde cocktailsnacks in de vorm van rijstcrackers met een pinda erin, met, volgens opgave, onder meer de volgende kenmerken:

- bevattende:

- pinda’s;

- tarwemeel;

- rijst;

- suiker;

- tapiocazetmeel;

- sojasaus;

- zeewier;

- kleurstoffen;

- een krokante omhulling;

De deeglaag bepaalt gelet op de dikte en smaak het wezenlijke karakter van het product.”

Tot de stukken van het geding behoort de uitslag monsteronderzoek nr. [NUMMER B] van het onderzochte product peanut crackers premix-2. Hierin staat onder andere vermeld:

“Bij onderzoek bevonden:

Productkenmerken: pinda’s met krokante omhulling.

Volgens opgave van belanghebbende bevat het product o.a. pinda’s, tarwemeel, rijst, suiker, sojasaus, zeewier, tapioca zetmeel, kleurstoffen.

Analyse Methode Bevinding (gewichtspercentage)

Zetmeel/glucose enzymathisch/HPLC 30.7

Sacharose/invertsuiker/

Isoglucose EEG VO 900/2008 13.0

Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:

Het onderzochte product is een mengsel van pinda’s die omringd zijn met een deeglaag. Het betreft een bakkerswaar o.b.v. meel of zetmeel en kan daarom niet ingedeeld worden onder post 2008. Het monster bestaat uit een geëxtrudeerd of geëxpandeerd product, gezouten of gearomatiseerd.”

AWB 09/4850

2.2. Verweerder heeft op 7 mei 2007 een bti verstrekt met referentie [NUMMER C].

Op de bti is een product omschreven met de handelsbenaming: “Peanut crackers Premix-1”. Op de bti is dit product als volgt omschreven:

“Gebruiksklare geëxpandeerde of geëxtrudeerde cocktailsnacks in de vorm van rijstcrackers met een pinda erin, met, volgens opgave, onder meer de volgende kenmerken:

- bevattende:

- pinda’s;

- tarwemeel;

- rijst;

- suiker;

- tapiocazetmeel;

- sojasaus;

- zeewier;

- kleurstoffen;

- een krokante omhulling.

De deeglaag bepaalt gelet op de dikte en smaak het wezenlijk karakter van het product.”

Tot de stukken van het geding behoort de uitslag monsteronderzoek nr. [NUMMER D] van het onderzochte product peanut crackers premix-1. Hierin staat onder andere vermeld:

“Bij onderzoek bevonden:

Productkenmerken: pinda’s met krokante omhulling.

Volgens opgave van belanghebbende bevat het product o.a. pinda’s, rijst, tarwemeel, suiker, sojasaus, zeewier, tapioca zetmeel, kleurstoffen.

Analyse Methode Bevinding (gewichtspercentage)

Zetmeel/glucose enzymathisch/HPLC 29.8

Sacharose/invertsuiker/

Isoglucose EEG VO 900/2008 12.5

Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:

Het onderzochte product is een mengsel van pinda’s die omringd zijn met een deeglaag. Het betreft een bakkerswaar o.b.v. meel of zetmeel en kan daarom niet ingedeeld worden in post 2008. Het monster bestaat uit een geëxtrudeerd of een geëxpandeerd product, gezouten of gearomatiseerd.”

AWB 09/4851

2.3. Verweerder heeft op 22 januari 2009 een bti verstrekt met referentie [NUMMER E]. Op de bti is een product omschreven met de handelsbenaming: “Peanut crackers Nichi”. Op de bti is dit product als volgt omschreven:

“Gebruiksklare geëxpandeerde cocktailsnacks in de vorm van rijstcrackers met een pinda erin, met onder meer de volgende kenmerken:

- bevattende:

- pinda’s (37%);

- gemodificeerd maïszetmeel;

- tarwebloem; - suiker (11%);

- gemodificeerd tapiocazetmeel;

- rijstzetmeel;

- sesam- en sojasaus.

De deeglaag bepaalt gelet op de dikte en smaak het wezenlijke karakter van het product.”.

Tot de stukken van het geding behoort de uitslag monsteronderzoek nr. [NUMMER F] van het onderzochte product peanut crackers Nichi. Hierin staat onder andere vermeld:

“Bij onderzoek bevonden:

Productkenmerken: verschillende rijstcrackers met een pinda erin.

Volgens opgave van belanghebbende bevat het product o.a. pindas (37%), gemodificeerd maïszetmeel, tarwebloem, suiker (11%), gemodificeerd tapiocazetmeel, rijstzetmeel, sesam, sojasaus.

Analyse Methode Bevinding (gewichtspercentage)

Zetmeel/glucose enzymathisch 36.8

Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:

De dikte en de smaak van de deeglaag bepaalt het essentiele karakter van het product. Indeling onder post 2008 is daardoor niet mogelijk. Het monster bestaat uit andere bakkerswaren, gezoet.”

AWB 09/4852

2.4. Verweerder heeft op 22 januari 2009 een bti verstrekt met referentie [NUMMER G]. Op de bti is een product omschreven met de handelsbenaming: “Peanut crackers 8 var mix”. Op de bti is dit product als volgt omschreven:

“Gebruiksklare geëxpandeerde cocktailsnacks in de vorm van verschillende rijstcrackers met een noot erin, met onder meer de volgende kenmerken:

bevattende:

- pinda’s (30%);

- rijstmeel;

- tarwemeel;

- suiker (19%);

- aardappelzetmeel;

- zout;

- sesam- en sojasaus.

De deeglaag bepaalt gelet op de dikte en smaak het wezenlijke karakter van het product”.

Tot de stukken van het geding behoort de uitslag monsteronderzoek nr. [NUMMER H] van het onderzochte product peanut crackers 8 var mix. Hierin staat onder andere vermeld:

“Bij onderzoek bevonden:

Productkenmerken: verschillende rijstcrackers met een noot erin.

Volgens opgave van belanghebbende bevat het product o.a. pinda’s (30%), rijstzetmeel, tarwemeel, suiker (19%), sesam, aardappelzetmeel, zout, sojasaus

Analyse Methode Bevinding (gewichtspercentage)

Zetmeel/glucose enzymathisch 38.2

Sacharose/invertsuiker/ EEG VO 4154/87 20.5

isoglucose

Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:

De dikte en de smaak van de deeglaag bepaalt het essentiele karakter van het product. Indeling onder post 2008 is daardoor niet mogelijk. Het monster bestaat uit andere bakkerswaren, gezoet.”

3. Het geschil.

Het geschil betreft de indeling in de gecombineerde nomenclatuur (GN) van de onder 2 genoemde pinda crackers. Verweerder staat indeling onder de goederencode 1905 90 55 voor en eiseres indeling onder de goederencode 2008 11 91 10.

4. Het toepasselijke recht.

Post 1905

1905 Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

(…)

1905 90 - andere

(…)

- -andere

1905 90 30 - - - brood waaraan geen honig, eieren, kaas of vruchten zijn toegevoegd, met een gehalte aan suikers en aan vetstoffen van elk niet meer dan 5 gewichtspercenten berekend op de droge stof

1905 90 45 - - - koekjes en biscuits

1905 90 55 - - - geëxtrudeerde en geëxpandeerde producten, gezouten of gearomatiseerd

Post 2008 (tekst 2007)

2008 Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

- noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

2008 11 - - grondnoten:

(…)

- - - andere, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van:

- - - - meer dan 1 kg:

2008 11 92 - - - - - gebrand

- - - - niet meer dan 1 kg

2008 11 96 - - - - - gebrand

2008 11 98 - - - - - andere

Post 2008 (tekst 2009)

2008 Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

- noten, grondnoten en andere zaden, ook indien onderling vermengd:

2008 11 - - grondnoten:

(…)

- - - andere, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van:

2008 11 91 - - - - meer dan 1 kg

- - - - niet meer dan 1 kg:

2008 11 96 - - - - - gebrand

2008 11 98 - - - - - andere

Aantekening 1c bij hoofdstuk 20:

“1 Dit hoofdstuk omvat niet:

(…)

c) bakkerswaren en andere producten bedoeld bij post 1905”

GS- toelichting op post 1905:

“(…)

Onder deze post worden ingedeeld:

(…)

15. Knapperige gekruide voedingsmiddelen, zonder toegevoegde suiker, welke producten worden vervaardigd van een deeg op basis van meel, bloem of poeder van aardappelen of van maïsmeel, waaraan een smaakstof bestaande uit een mengsel van kaas, narriumglutamaat en zout is toegevoegd, gebakken in plantaardige olie en gereed voor consumptie”.

GN-toelichting op post 1905 per 6 december 2008:

“Tot deze post behoren gebruiksklare cocktailsnacks in de vorm van bv. droge erwten of pinda’s die volledig met een laag deeg bedekt zijn indien de deeglaag, gelet op de dikte en smaak, het wezenlijke karakter van het product bepaalt”.

GN-toelichting bij hoofdstuk 20 per 6 december 2008:

“Tot dit hoofdstuk behoren gebruiksklare cocktailsnacks in de vorm van bv. droge erwten of pinda’s die slechts gedeeltelijk met een laag deeg bedekt zijn en waarbij het wezenlijke karakter van het product bijgevolg bepaald wordt door de groenten, vruchten, noten of andere plantendelen”.

GS-toelichting op post 2008:

“Deze post omvat vruchten en andere eetbare plantendelen, mengsels van deze producten daaronder begrepen, in hun geheel, in stukken of als pulp, die op andere wijze zijn bereid of verduurzaamd dan is omschreven in andere hoofdstukken of in de voorgaande posten bedoeld bij dit hoofdstuk”.

5. Beoordeling van het geschil

5.1. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat omwille van de rechtszekerheid en ter vergemakkelijking van de controles, het beslissende criterium voor de tariefindeling van de goederen in beginsel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN en in de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken zijn vastgelegd. De toelichtingen op de posten, alhoewel wettelijk niet bindend, vormen waardevolle hulpmiddelen bij de uitlegging daarvan.

5.2. Uit de objectieve kenmerken en eigenschappen van de onder 2 genoemde producten, welke blijken uit de daar genoemde productomschrijvingen en uitslagen van het douanelaboratorium, volgt dat de producten zijn te omschrijven als om een pinda geëxpandeerd en gearomatiseerd deeg van zetmeel. Hiermee voldoen de producten aan de bewoordingen van post 1905: “... andere bakkerswaren…en dergelijke producten van meel of van zetmeel” en de bewoordingen van postonderverdeling 1905 90 55: “… en geëxpandeerde producten, gezouten of gearomatiseerd”.

5.3. Eiseres stelt dat indeling onder post 1905 niet kan omdat het bij de onderhavige producten niet zou gaan om bakkerswaar. Eiseres baseert haar opvatting op de brief van 16 november 1995 van de douane van het Verenigd Koninkrijk aan verweerder. De rechtbank verwerpt de stelling van eiseres. De post bevat geen definitie van het begrip bakkerswaar. De rechtbank legt het begrip bakkerswaar zo uit dat het moet gaan om een product dat (zet)meel bevat en gebakken wordt. Uit het productieproces van de pindacrackers blijkt dat de geëxpandeerde korst van zetmeel en suikerwater om de noot bij 150 graden Celsius wordt gebakken. Gelet op de korst van (zet)meel en het bakproces, is sprake van een bakkerswaar. Voorts stelt eiseres dat de producten geen deeg bevatten en daarom niet kunnen worden ingedeeld onder post 1905. De rechtbank volgt eiseres hierin niet omdat de post het woord deeg niet bevat. Het gaat er blijkens de tekst van de post om of de producten meel of zetmeel bevatten en dat is het geval. Voorts acht eiseres indeling onder post 1905 niet mogelijk omdat de pinda het wezenlijke karakter van de producten vormt. Ook hierin volgt de rechtbank eiseres niet. De producten kunnen wat betreft samenstelling en smaak niet worden vergeleken met de bereide of verduurzaamde vruchten en plantendelen van post 2008, omdat bij de laatstgenoemde post de smaak van de vrucht of het plantendeel overheersend is. Bij de producten is niet primair de smaak van de geroosterde pinda de reden tot aankoop, maar de combinatie met het gekruide en gearomatiseerde deeg, dat het grootste bestanddeel van de producten vormt. Ook voor de onder 2.2 genoemde peanut cracker, premix I, waarvan door eiseres onweersproken is gesteld dat het percentage pinda net boven de 50 procent ligt, geldt dat het wezenlijke karakter wordt gevormd door het gekruide en gearomatiseerde deeg. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in GN-toelichtingen bij post 1905, bij hoofdstuk 20 en in statement 464 Comité douanewetboek, afdeling Tarief- en statistieknomenclatuur. Alhoewel de producten ook aan de omschrijving van post 2008 voldoen, kunnen de producten niet onder post 2008 worden ingedeeld, nu bakkerswaren en andere producten bedoeld bij post 1905 ingevolge aantekening 1c bij hoofdstuk 20 van indeling onder post 2008 zijn uitgesloten.

5.4. Al hetgeen eiseres heeft aangevoerd omtrent de behandeling door verweerder van de aangiften ten invoer van de producten gedurende vele jaren voorafgaand aan de bti-aanvragen, waarbij steeds de tariefindeling van eiseres is gevolgd, kan haar niet baten. Het doel van de bti is immers om de aanvrager, alvorens deze de aangiften ten invoer doet, zekerheid te geven omtrent de opvatting van de douaneautoriteiten aangaande de tariefindeling van de in te voeren goederen. Indien de douaneautoriteiten in de voorgaande periode een andere tariefindeling hebben gevolgd, kan hieraan geen gevolg worden verbonden of vertrouwen worden ontleend. De afgifte van de bti betekent een expliciete opvatting omtrent de tariefindeling, hetgeen niet kan worden gezegd van het passief aanvaarden van aangiften ten invoer, zoals hier is gebeurd.

5.5. Het beroep van eiseres op door de Franse, Britse en Duitse douaneautoriteiten aan derden afgegeven bti’s kan niet slagen. Immers, alleen de rechthebbende kan zich op de bti beroepen. Het bewijs dat eiseres overigens aan de bti’s meent te kunnen ontlenen voor indeling onder post 2008 aanvaardt de rechtbank niet. Blijkens de omschrijving van het product op de door de Duitse autoriteiten afgegeven en nog steeds geldige bti, gaat het om een product dat, anders dan de onderhavige producten, slechts gedeeltelijk is omkleed met een deegkorst: “Da nicht wenige Erdnusskerne nur teilweise ummantelt sind…”. Dat is dus een ander product dan de in geding zijnde. Ook ten aanzien van de producten vermeld in de Franse en Britse bti is niet zonder meer aannemelijk dat het gelijke producten betreft. Bovendien is de door de Franse douaneautoriteiten afgegeven bti inmiddels ingetrokken en is de door de Britse douaneautoriteiten afgegeven bti niet meer geldig.

5.6. Gelet op het vorenoverwogene dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.

6. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

7. Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J. Roke, voorzitter, mr. M.H.L.C. Bijvoet en mr. C.J. Hummel, rechters, in tegenwoordigheid van E. Hoekman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2011.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.