Home

Rechtbank Haarlem, 25-08-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:3583 BT2230, 10/1192

Rechtbank Haarlem, 25-08-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:3583 BT2230, 10/1192

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
25 augustus 2011
Datum publicatie
21 september 2011
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2011:BT2230
Zaaknummer
10/1192

Inhoudsindicatie

Aardewerk voorwerpen kunnen niet worden ingedeeld als feestartikelen want de producten zijn, gelet op de objectieve kenmerken, niet op grond van constructie en ontwerp bedoeld voor gebruik voor een specifieke festiviteit.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige douanekamer

Zaaknummer: AWB 10/1192

Uitspraakdatum: 25 augustus 2011

Uitspraak in het geding tussen

[X] B.V., voorheen [X] B.V., gevestigd te [P], eiseres,

gemachtigde: J.C.M. Duivenvoorden

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor [P] Rijmond, verweerder.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Bij beschikking van 17 maart 2009 heeft verweerder het op 11 februari 2009 gedane verzoek om terugbetaling afgewezen.

1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 10 februari 2010 de bezwaren van eiseres afgewezen.

1.3. Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

1.4. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juli 2011. Namens eiseres is, met kennisgeving aan de rechtbank, niemand verschenen. Namens verweerder is verschenen mr. A.A. Kop.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

2.1. Tussen 9 februari 2006 en 1 augustus 2006 heeft eiseres bij de Douane 22 aangiftes ten invoer gedaan.

Aangiftenummer EV aangever Douanewaarde (€)

1 [NUMMER A] 20 februari 2006 eiseres 2.493

2 [NUMMER B] 1 augustus 2006 eiseres 10.350

3 [NUMMER C] 9 februari 2006 eiseres 2.112

4 [NUMMER D] 2 maart 2006 eiseres 36.727

5 [NUMMER E] 2 maart 2006 eiseres 2.911

6 [NUMMER F] 3 mei 2006 eiseres 2.788

7 [NUMMER G] 9 maart 2006 eiseres 15.474

8 [NUMMER H] 17 maart 2006 eiseres 27.547

9 [NUMMER I] 13 juni 2006 eiseres 26.902

10 [NUMMER J] 10 juli 2006 eiseres 13.556

11 [NUMMER K] 23 maart 2006 eiseres 13.638

12 [NUMMER L] 7 april 2006 eiseres 5.599

13 [NUMMER M] 30 maart 2006 eiseres 7.428

14 [NUMMER N] 6 april 2006 eiseres 22.415

15 [NUMMER O] 6 april 2006 eiseres 23.176

16 [NUMMER P] 12 april 2006 eiseres 43.143

17 [NUMMER Q] 14 april 2006 eiseres 28.762

18 [NUMMER R] 18 april 2006 eiseres 7.191

19 [NUMMER S] 24 april 2006 eiseres 12.831

20 [NUMMER T] 8 mei 2006 eiseres 6.612

21 [NUMMER U] 28 april 2006 eiseres 1.595

22 [NUMMER V] 23 maart 2006 eiseres 9.606

totaal 322.856

2.2. De onder 2.1. vermelde aangiftes vermeldden verschillende goederencodes (6913 9010 9000 en 6912 0050 0000). Als omschrijving van de goederen werd gegeven “versieringsvoorwerpen van gewoon aarderwerk” of “versieringsvoorwerpen van fijn aardewerk”. De goederencode is in alle gevallen destijds vastgesteld op 6913 9010 9000 zijnde “versieringsvoorwerpen van gewoon aardewerk”. Tegen de destijds uitgereikte uitnodigingen tot betaling is door eiseres geen bezwaar gemaakt.

2.3. Op 13 februari 2009 heeft verweerder een verzoek tot terugbetaling van een bedrag van USD 3.096,51 (de ambtenaar belast met de behandeling van het bezwaarschrift heeft dit bedrag later berekend op € 2.582,85) ontvangen van [NAAM]. Dit verzoek richt zich tot de voormelde uitnodigingen tot betaling en vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende:

“(…)

Hierbij doen wij een verzoek tot teruggaaf van reeds betaalde invoerrechten over februari 2006 tot en met april 2006.

Naar aanleiding van een douane controle betreffende indeling van kerstfeestartikelen hebben wij ons wat beter in de materie verdiept en zijn tot de conclusie gekomen dat wij de afgelopen periode onderstaande aangiftes foutief hebben ingediend.

Het gaat hier om artikelen die wij hebben ingeklaard als zijnde gewoon aardewerk (69139010), terwijl deze artikelen uitsluitend voor de Valentijn en Pasen gebruikt worden en ook deze kenmerken hebben waardoor deze onder feestartikelen (95059000) ingeklaard hadden kunnen worden.

(…)”

2.4. Het verzoek tot terugbetaling heeft betrekking op meer dan 100 artikelen. Partijen hebben in overleg afgesproken het geschil te beperken tot de volgende acht artikelen (hierna: de producten):

Artikel 060042800: een set van twee keramische bergingsmiddelen. De bergingsmiddelen stellen fantasierijke hanen voor die ronde potjes met zich meedragen. Eén haan draagt het potje links en één haan draagt het potje rechts.

Artikel 889764100: een rond geel potje. Het potje is voorzien van een decoratie, zijnde een vogel/kip-figuur.

Artikel 889764097: een rechthoekig geel, groen potje. Het potje is aan de voorzijde voorzien van een decoratie bestaande uit een kip, een touwtje en twee eieren.

Artikel 889763700: een set van drie ronde potjes. De potjes zijn ieder voorzien van een kip- en hek-motief.

Artikel 060043090: een set van vier keramische figuren. De figuren stellen vier aangeklede fantasiekippen voor die manden dragen. De figuren zijn bevestigd op houten stokjes.

Artikel 889757947: een set van vier felgekleurde ronde potjes. Ieder potje is voorzien van een decoratie bestaande uit vier hartjes.

Artikel 924740549: een rond conisch potje. Het potje is rood van kleur en om het potje is een touwtje gebonden met daaraan bevestigd twee hartjes.

Artikel 889756937: een set van twee keramische ronde potjes, een rood en een wit potje. De potjes zijn voorzien van een decoratie, zijnde een hartje met een touwtje.

2.5. Bij beschikking van 17 maart 2009 heeft verweerder het op 11 februari 2009 door [NAAM] gedane verzoek om terugbetaling afgewezen.

2.6. Op 24 april 2009 is bij verweerder hiertegen een bezwaarschrift van [NAAM] binnengekomen.

2.7. Bij brief van 26 mei 2009 machtigt eiseres [NAAM] tot het doen van verzoeken tot terugbetaling en het indienen van bezwaarschriften. Op 19 april 2010 heeft eiseres [NAAM] gemachtigd om ook namens haar een beroepschrift in te dienen.

3. Geschil

In geschil is de indeling in de gecombineerde nomenclatuur van de producten. Eiseres staat indeling onder post 95059000 voor. Verweerder staat indeling onder goederencode 6913 9010 9000 voor.

4. De van toepassing zijnde posten

Voor de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur gelden de volgende bepalingen.

1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en - voorzover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen - de navolgende regels.

6. Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede „mutatis mutandis” de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voorzover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.

Post 6913

“6913 Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen, van keramische stoffen:

6913 10 00 - van porselein

6913 90 - andere:

6913 90 10 - - van gewoon aardewerk

- - andere:

6913 90 91 - - - van gres

6913 90 93 - - - van faience of van fijn aardewerk

6913 90 99 - - - andere”

Toelichting IDR bij post 6913

“Deze post heeft betrekking op allerhande artikelen van keramische stoffen die speciaal zijn gemaakt voor versiering van woningen, kantoren, vergaderzalen, kerken, enz. of van tuinen, parken, enz.

Deze post omvat:

1. artikelen die geen eigenlijke gebruiksvoorwerpen zijn evenals artikelen die hoofdzakelijk dienen om andere versieringsvoorwerpen te omlijsten, te ondersteunen of om het decoratief effect daarvan te verhogen. Zulks geldt onder meer ten aanzien van:

1. beelden, beeldjes, borstbeelden, haut- en basreliëfs en andere soortgelijke motieven voor binnen- of buitenhuisversiering; versieringsvoorwerpen voor schoorsteenmantels, etagères, enz. (dierenfiguren, symbolische of allegorische figuren, enz.); sport- en kunsttrofeeën; muurversieringen, zoals platen en borden, enz., voorzien van gaatjes, oogjes, enz., waarmee ze kunnen worden opgehangen; medaillons, haardschermen, kunstbloemen, kunstfruit en kunstloofwerk, met inbegrip van grafkransen of -kronen en dergelijke versieringen voor graven; snuisterijen voor etagères en uitstalkasten enz.;

2. kruisbeelden en andere kerkversieringen en religieuze ornamenten;

3. vazen, cache-pots en bloemenbakjes, mits zij alleen tot versiering dienen;”

Post 9505

“9505 Feestartikelen, carnavalsartikelen en andere ontspanningsartikelen, benodigdheden voor het goochelen en fop- en schertsartikelen daaronder begrepen:

9505 10 - kerstfeestartikelen:

9505 10 10 - - van glas

9505 10 90 - - van andere stoffen

9505 90 00 - andere”

Toelichting IDR bij post 9505

“(…)

Van deze post zijn eveneens uitgezonderd artikelen waarop een feestelijk dessin, een versiering, een embleem of een motief met een versierend karakter is aangebracht en die een utilitaire functie hebben, bijvoorbeeld vaatwerk, keukengerei, toiletartikelen, tapijten en andere vloerbedekking van textielstof, kleding, beddenlinnen, tafellinnen, toiletlinnen, keukenlinnen.

(…)”

Toelichting EG bij post 9505

“In aanvulling op de toelichting IDR, onder A, op post 95.05, moeten producten, om als feestartikelen te worden ingedeeld, een decoratieve waarde (qua ontwerp en versiering) hebben en uitsluitend ontworpen, vervaardigd en te herkennen zijn als feestartikelen. Deze producten worden gebruikt tijdens een specifieke dag of periode in het jaar.

Deze producten zijn op grond van constructie en ontwerp (opdrukken, versieringen, symbolen of opschriften) bedoeld voor gebruik voor een specifieke festiviteit.

Een ‘festiviteit' is een specifieke dag of een periode tijdens het jaar die door een gemeenschap wordt afgebakend met kenmerkende symbolen en bijbehorende gebruiken. Sommige daarvan stammen uit de oudheid, met de rituele viering van specifieke godsdienstige plechtigheden; andere worden in brede kring gevierd en vormen een belangrijk element van het nationale leven. Voorbeelden van dergelijke gebeurtenissen zijn Kerstmis, Pasen, Halloween, Valentijnsdag, verjaardagen en huwelijken.

De volgende producten worden ook als feestartikelen beschouwd:

(…)

5. keramische artikelen met feestversiering die een decoratieve functie hebben.

Gebruiksartikelen zijn uitgezonderd, ook als zij ontworpen of versierd zijn met het oog op een specifieke festiviteit.

(…)

Deze post omvat niet:

(…)

keramische artikelen met feestversiering die een gebruiksartikel zijn;

(…)”

5. Beoordeling van het geschil

Ontvankelijkheid verzoek

5.1. Ingevolge artikel 236, eerste lid, van de Communautair Douanewetboek (CDW) wordt tot terugbetaling van rechten bij invoer of van rechten bij uitvoer overgegaan wanneer wordt vastgesteld dat het bedrag van de rechten op het tijdstip van betaling niet wettelijk verschuldigd was, danwel dat het bedrag in strijd met artikel 220, tweede lid, werd geboekt.

Ingevolge artikel 878, eerste lid, van de Toepassingsverordening CDW (TCDW) wordt het verzoek om terugbetaling van de rechten bij invoer of bij uitvoer ingediend door degene die deze rechten heeft voldaan of gehouden is deze te voldoen, dan wel door degene die hem zijn opgevolgd in zijn rechten en verplichtingen.

5.2. Het op 11 februari 2009 ingediende verzoek is, anders dan artikel 236, eerste lid, van het CDW in samenhang gezien met artikel 878, eerste lid, van de TCDW vereist, niet gedaan door degene die deze rechten heeft voldaan of gehouden is deze te voldoen, dan wel door degene die hem zijn opgevolgd in zijn rechten en verplichtingen, zijnde eiseres, maar door [NAAM]. Eerst op 26 mei 2009 heeft eiseres [NAAM] gemachtigd om namens haar een dergelijk verzoek in te dienen, zodat eerst op 26 mei 2009 sprake is van een rechtsgeldig ingediend verzoek tot terugbetaling van rechten bij invoer.

5.3. Ingevolge artikel 236, tweede lid, van het CDW wordt terugbetaling van rechten bij invoer of van rechten bij uitvoer verleend indien bij het betroken douanekantoor vóór het verstrijken van een termijn van drie jaren te rekenen vanaf de datum waarop genoemde rechten aan de schuldenaar zijn medegedeeld, een daartoe strekkend verzoek wordt ingediend. Nu eerst op 26 mei 2009 sprake is van een rechtsgeldig verzoek, is het verzoek alleen ten aanzien van de aangiftes 9 (aangiftenummer 80082594900 06 04018134) en 10 (aangiftenummer 80082594900 06 04018199) binnen die termijn van drie jaar ingediend.

Voor de overige aangiftes is het verzoek niet tijdig ingediend, zodat het verzoek ten aanzien van deze aangiftes niet-ontvankelijk is. Verweerder heeft derhalve het verzoek voor zover dit ziet op de aangifte nummer 3 (aangiftenummer 80082594900 06 04017330) terecht niet-ontvankelijk verklaard en voor zover het verzoek ziet op de aangiftes 1, 2, 4 tot en met 8, 11 tot en met 22 ten onrechte ontvankelijk verklaard. In zoverre is het beroep gegrond. De rechtbank zal doen wat verweerder had behoren te doen, en het verzoek alsnog niet-ontvankelijk verklaren voor zover het betrekking heeft op de aangiftes 1, 2, 4 tot en met 8, 11 tot en met 22.

Indeling

5.4. Voor zover het verzoek ziet op de aangiftes nummer 9 en 10 overweegt de rechtbank als volgt. Ter zitting heeft verweerder desgevraagd bevestigd dat de aangiftes 9 en 10 mede betrekking hebben op de producten, zodat de indeling van de producten in volle omvang ter beoordeling voorligt.

5.5. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de posten van de GN en in de aantekeningen op de afdelingen en hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende posten.

5.6. Voorts kan volgens de rechtspraak van het HvJ EU de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie o.m. arresten van 4 maart 2004, Krings, C-130/02, Jurispr. blz. I-2121, punt 28, en van 17 maart 2005 Ikegami, C-467/03, Jurispr. blz. I-2389).

5.7. Blijkens de hiervoor onder 4 weergegeven IDR-toelichting op post 9505 zijn van deze post uitgezonderd artikelen waarop een feestelijk dessin, een versiering, een embleem of een motief met een versierend karakter is aangebracht en die een utilitaire functie hebben. Blijkens de EG-toelichting op post 9505 omvat post 9505 niet keramische artikelen met feestversiering die een gebruiksartikel zijn. Gelet op de omschrijving van de producten en de in het dossier aanwezige foto’s daarvan dienen de producten, met uitzondering van het product met het artikelnummer 060043090, aangemerkt te worden als gebruiksartikelen nu al die producten gelet op hun objectieve kenmerken en eigenschappen bestemd zijn om er iets in te zetten, bijvoorbeeld planten. Nu er ten aanzien van deze zeven producten sprake is van gebruiksartikelen, vallen deze niet onder post 9505. Gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen moeten deze producten ingedeeld worden onder post 6913 9010 9000. Het gelijk is voor deze zeven producten aan verweerder.

5.8. Ten aanzien van het product met artikelnummer 060043090 is tussen partijen niet in geschil en de rechtbank ziet geen aanleiding voor een andersluidend oordeel, dat er geen sprake is van een gebruiksvoorwerp en dat dit product enkel een decoratieve functie heeft. Vervolgens is tussen partijen in geschil of dit product kan worden gezien als een feestartikel, meer specifiek een Paasartikel.

5.9. Blijkens de toelichting EG bij post 9505 moeten producten om als feestartikelen te worden ingedeeld, een decoratieve waarde (qua ontwerp en versiering) hebben en uitsluitend ontworpen, vervaardigd en te herkennen zijn als feestartikelen. Deze producten worden gebruikt tijdens een specifieke dag of periode in het jaar. Deze producten zijn op grond van constructie en ontwerp (opdrukken, versieringen, symbolen of opschriften) bedoeld voor gebruik voor een specifieke festiviteit. Een ‘festiviteit’ is een specifieke dag of een periode tijdens het jaar die door een gemeenschap wordt afgebakend met kenmerkende symbolen en bijbehorende gebruiken. Sommige daarvan stammen uit de oudheid, met de rituele viering van specifieke godsdienstige plechtigheden; andere worden in brede kring gevierd en vormen een belangrijk element van het nationale leven. Voorbeelden van dergelijke gebeurtenissen zijn Kerstmis, Pasen, Halloween, Valentijnsdag, verjaardagen en huwelijken.

Blijkens de uitspraak van de Hoge Raad van 10 april 2009, LJN BI0577, is voor indeling als feestartikelen in de zin van post 9505 10 GN niet vereist dat de objectieve kenmerken en eigenschappen van de in te delen goederen rechtstreeks en specifiek verband houden met het feest. Een meer verwijderd verband volstaat.

5.10. Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat nu zij het product met artikelnummer 060043090 alleen met Pasen verkoopt, dit artikel ingedeeld moet worden onder post 9505. De rechtbank volgt dit standpunt van eiseres niet. Het enkele feit dat eiseres dit product alleen met Pasen verkoopt is voor de indelingsvraag niet relevant. Er moet immers gekeken worden naar de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product. Gelet op de aanwezige informatie en de foto in het dossier, is de rechtbank van oordeel dat op basis van de objectieve kenmerken en eigenschappen niet gezegd kan worden dat er sprake is van een feestartikel. Hierbij is van belang dat het gaat om vier artikelen met elk een verschillende fantasiekip. Kippen zijn met Pasen weliswaar gebruikelijk als versiering, maar een kipdecoratie is niet enkel aan het Paasfeest verbonden. Ook de gebruikte kleurstelling van een witte kip met een gele strik en een groen schort is niet typisch voor Pasen. Het door de kippen gedragen mandje is gevuld met een soort gras, eveneens van keramiek, hetgeen ook geen associatie met Pasen oproept.

Gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen moet het product met artikelnummer 060043090 ingedeeld worden onder post 6913 9010 9000. Het gelijk is ook voor dit product aan verweerder.

5.11. Gelet op het onder 5.3. overwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard.

6. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is gesteld of gebleken dat eiseres kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.

7. Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover die ziet op de aangiftes 1, 2, 4 tot en met 8 en 11 tot en met 22;

- verklaart het verzoek voor zover dat betrekking heeft op de aangiftes 1, 2, 4 tot en met 8 en 11 tot en met 22 niet-ontvankelijk;

- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 298 vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E. Keulemans, voorzitter, mr. A.J. Roke en

mr. A. van Dongen, rechters, in tegenwoordigheid van E. Hoekman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2011.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.