Home

Rechtbank Haarlem, 30-11-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:4874 BU6785, 11/1522, 11/1523

Rechtbank Haarlem, 30-11-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:4874 BU6785, 11/1522, 11/1523

Gegevens

Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum uitspraak
30 november 2011
Datum publicatie
6 december 2011
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2011:BU6785
Zaaknummer
11/1522, 11/1523

Inhoudsindicatie

Opbrengst glasopstanden is niet aan grond toe te rekenen. Deze opbrengst valt niet onder de landbouwvrijstelling.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Zaaknummers: AWB 11/1522 en 11/1523

Uitspraakdatum: 30 november 2011

Uitspraak in de gedingen tussen

[X1], wonende te [Z], eiser 1,

[X2], wonende te [Z], eiser 2,

hierna gezamenlijk te noemen eisers,

gemachtigde: mr. N.J. Buisman (werkzaam bij BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. te Wognum),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/[P], verweerder.

1. Ontstaan en loop van de gedingen

1.1. Verweerder heeft aan eiser 1 voor het jaar 2007 een aanslag (aanslagnummer [NUMMER A]) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning (hierna ook: box 1) van € 139.343 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (hierna ook: box 3) van € 4.090 en bij beschikking een bedrag van € 7.589 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. Verweerder heeft aan eiser 2 voor het jaar 2007 een aanslag (aanslagnummer [NUMMER B]) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit box 1 van € 139.700 en bij beschikking een bedrag van € 7.657 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.3. Verweerder heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar van 2 februari 2011 de aanslagen en beschikkingen heffingsrente gehandhaafd.

1.4. Eisers hebben daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 september 2011. Eisers zijn daar in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Namens verweerder is verschenen C. Langendijk.

2. Tussen partijen vaststaande feiten

2.1. De vennoten eiser 1, eiser 2 en [A] (zoon van eiser 1) oefenen een tuindersbedrijf uit onder de naam Firma [BEDRIJF A] (hierna de Firma).

2.2. Eisers bezitten 14.64.40 ha grond in de vorm van buitenvennootschappelijk bedrijfsvermogen en hebben deze in 2007 verkocht aan ‘[BEDRIJF B] B.V.’ (hierna: [BEDRIJF B]) voor een prijs van € 1.950.840. In de prijs is begrepen een bedrag van € 340.000 voor glasopstanden, een en ander aldus geformuleerd in de verkoopovereenkomst van 7 april 2007:

“ De totale koopprijs van het verkochte bedraagt:

Gronden € 11,- per m2, derhalve 146.440 x € 11,-- = € 1.610.840

Glasopstanden € 340.000

Totale koopprijs € 1.950.840

(…)”

2.3. In artikel 5 lid 2 van de verkoopovereenkomst staat:

“ (…) Verkoper verkrijgt het gebruik om niet van het gedeelte wat niet eerder benodigd zal zijn dan ca. medio 2008 zijnde de glasopstanden en mogelijk voor de gronden die alsdan nog niet in ontwikkeling komen ten behoeve van het glastuinbouw gebied. Voorts krijgt de verkoper de mogelijkheid om vóór de datum van definitieve levering zijn glasopstanden mee te nemen naar een andere locatie, alsdan dienen de gronden schoon en ontruimd opgeleverd te worden. (…)”

2.4. In de akte van levering van 31 mei 2007 staat in artikel 2 lid 2:

“ De feitelijke levering van het verkochte geschiedt als volgt:

wat betreft de grond:

- een aan partijen bekend gedeelte ter grootte van ongeveer vier hectare (4 ha) terstond na ondertekening van deze akte; en

- het resterend gedeelte op één januari twee duizend acht;

wat betreft de glasopstanden met ondergrond:

- op één april tweeduizend acht.

De verkoper heeft het recht om het verkochte tot de hiervoor genoemde data om niet te blijven gebruiken.

Tevens heeft de verkoper heeft het recht om voor de feitelijke levering glasopstanden van het verkochte te verwijderen zonder hiervoor enige vergoeding aan de koper verschuldigd te zijn. Verkoper garandeert dat het verkochte ten tijde van de feitelijke levering vrij is van huur, pacht, huurkoopovereenkomsten en andere aanspraken tot gebruik, ontruimd, ongevorderd en dat het verkochte niet zonder recht of titel in gebruik is bij derden.”

2.5. Op 21 januari 2008 hebben eisers opdracht gegeven voor de sloop en afvoer van de ontruimde glasopstanden. De aanneemsom bedroeg € 10.000 exclusief btw. Op 25 maart 2008 is begonnen met de sloop. De te slopen oppervlakte bedroeg 9.849 m². Niet inbegrepen waren koelcel, Stelcon-beplating, alle betonsloopwerkzaamheden, grondleidingen, Integro-computer, inventaris en gereedschap.

2.6. Volgens de jaarrekening 2007 bedroeg de verzekerde waarde van alleen de glasopstanden € 624.652.

2.7. De glasopstanden stonden ultimo 2007, na de daarop gepleegde gewone afschrijving, nog te boek voor € 162.508. Dit bedrag is als extra afschrijving in 2007 ten laste van het resultaat van de Firma geboekt.

2.8. Eisers hebben volgens diezelfde jaarrekening in 2007 aan [A] elk een bedrag van € 56.667, dus in totaal € 113.334 (1/3 van € 340.000) voldaan. Fiscaal is hiermee rekening gehouden.

2.9. Volgens een taxatie van [BEDRIJF C] Makelaardij C.V. (hierna: [BEDRIJF C]), uitgebracht op 14 augustus 2009, bedragen de WEVAB (waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming) en de WEV (waarde in het economisch verkeer) van de 14.64.40 ha grond

€ 12,50 per m² ofwel € 1.830.500.

2.10. Bij eiser 2 heeft verweerder de volgende correcties aangebracht:

Aangifte, verzamelinkomen: -/- € 9.996

Boekwinst kassen (€ 340.000 - € 162.508) x 50% € 88.746

Geen afschrijving boekwaarde kassen € 162.508 x 50% € 81.254

MKB-winstvrijstelling hoger -/- € 17.000

Meewerkaftrek hoger -/- € 1.913

Correctie buitengewone uitgaven -/- € 1.391

Totaal correcties € 149.696

Vastgesteld belastbaar inkomen box 1 € 139.700

2.11. Bij eiser 1 heeft verweerder de volgende correcties aangebracht:

Aangifte, verzamelinkomen: -/- € 10.449

Boekwinst kassen (€ 340.000 - € 162.508) x 50% € 88.746

Geen afschrijving boekwaarde kassen € 162.508 x 50% € 81.254

Zelfstandigenaftrek lager € 2.324

MKB-winstvrijstelling hoger -/- € 17.233

Buitengewone uitgaven -/- € 5.299

Totaal correcties € 149.792

Vastgesteld belastbaar inkomen box 1 € 139.343

3. Geschil en standpunten van partijen

3.1. In geschil is of de opbrengst van de glasopstanden ad € 340.000 bij eisers onder de landbouwvrijstelling valt omdat het opbrengst van landbouwgrond betreft, dan wel dat het opbrengst van de opstal zelf betreft, welke opbrengst in dat geval niet onder de landbouwvrijstelling valt.

3.2. Eisers zijn van mening dat feitelijk alleen een vergoeding voor de grond is ontvangen en niet voor de glasopstanden; dat [BEDRIJF B] de glasopstanden immers niet wilde hebben; dat de bedrijfswaarde van de kassen voor eisers na verkoop van de grond nog hooguit

€ 10.000 bedroeg.

3.3. Verweerder is van mening dat de bij verkoop ontvangen prijs voor de glasopstanden niet is aan te merken als opbrengst van de grond en dat er geen aanleiding bestond de bedrijfswaarde van de glasopstanden op nihil te stellen. Subsidiair is verweerder van mening dat de prijs voor de grond maximaal is te stellen op € 12,50 per m² en dat mitsdien de glasopstanden hooguit met € 42.168 konden worden afgewaardeerd.

4. Beoordeling van het geschil

4.1. Niet in geschil is dat, als de grond niet zou zijn verkocht, de glasopstanden voor de Firma een bedrijfswaarde zouden hebben gehad van € 340.000.

4.2. Dat de prijs van € 340.000 dient te worden toegekend aan de glasopstanden en niet aan de grond is voorts in overeenstemming met de gevolgde formele en feitelijke gang van zaken. De prijs is apart vermeld in de verkoopovereenkomst en eisers hebben de opbrengst buiten de Firma om ontvangen en hebben daarvan 1/3e gedeelte aan [A] vergoed. Ware de opbrengst te duiden als opbrengst van de grond, dan zou [A] geen recht op zijn aandeel in de opbrengst ervan hebben gehad aangezien de grond tot het buitenvennootschappelijk vermogen van eisers behoorde.

4.3. De gevolgde formele en feitelijke gang van zaken is bovendien in overeenstemming met de situatie waarin een onderneming, in dit geval de Firma en daar doorheen kijkend de firmant [A], schadeloos gesteld wordt voor het waardeloos worden van haar bedrijfsmiddelen ten gevolge van een buiten de ondernemingsuitoefening liggende oorzaak. Aangezien de bedrijfswaarde van de glasopstanden € 340.000 bedroeg, dient eenzelfde bedrag uit de verkoopopbrengst toegerekend te worden aan het gewone bedrijfsresultaat van de Firma ter compensatie voor het geleden boekverlies en verlies aan stille reserve.

4.4. Dat, tot slot, de glasopstanden voor de koper - ondanks de omstandigheid dat hij daarover wel overdrachtsbelasting heeft voldaan - mogelijk toch geen waarde vertegenwoordigden, doet aan vorenstaande niet af.

4.5. De omstandigheid dat medio 2009 [BEDRIJF C] de WEVAB stelt op € 12,50 per m², leidt evenmin tot een ander oordeel, temeer omdat uit het taxatierapport niet blijkt in hoeverre rekening is gehouden met eventuele schadevergoedingscomponenten in de betaalde koopprijzen.

4.6. Gelet op het vorenoverwogene dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard. De beroepen tegen de beschikkingen heffingsrente hebben eisers niet afzonderlijk onderbouwd. Omdat de beroepsgronden tegen de belastingaanslagen geen doel treffen, zullen de beroepen tegen de beschikkingen heffingsrente eveneens ongegrond worden verklaard.

5. Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

6. Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Hoekstra, voorzitter, mr. A. van Dongen en mr. S.K.A. Efstratiades, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.J.E. Lodder, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 november 2011.

Afschrift verzonden aan partijen op:

De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.