Rechtbank Haarlem, 17-11-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:4662 BV1000, AWB 11/2337
Rechtbank Haarlem, 17-11-2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:4662 BV1000, AWB 11/2337
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 17 november 2011
- Datum publicatie
- 1 februari 2012
- ECLI
- ECLI:NL:RBHAA:2011:BV1000
- Zaaknummer
- AWB 11/2337
Inhoudsindicatie
Aangifteverzuimboete vennootschapsbelasting door rechtbank niet verder verminderd.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
Zaaknummer: AWB 11/2337
Uitspraakdatum: 17 november 2011
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in het geding tussen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V., gevestigd te Z, eiseres,
gemachtigde: N. de Groot
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Holland-Noord, kantoor Zaandam, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 6 april 2011 op het bezwaar van eiseres tegen de aan haar opgelegde verzuimboete begrepen in de aanslag vennootschapsbelasting 2009, nr. xxxx.xx.xxx.V.96.0112
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 november 2011. Namens eiseres is daar verschenen haar directeur A, bijgestaan door gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen H.J. Otte, M. Boer en R. Aarts.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Gronden
1.1. Eiseres is uitgenodigd om vóór 1 juni 2010 aangifte te doen voor de vennootschapsbelasting (Vpb) over het jaar 2009. Met dagtekening 6 juli 2010 heeft verweerder aan eiseres een herinnering gestuurd om vóór 20 juli 2010 aangifte Vpb voor het jaar 2009 te doen. Met dagtekening 13 september 2010 heeft verweerder eiseres aangemaand om alsnog aangifte Vpb voor het jaar 2009 te doen en dat deze vóór 27 september 2010 binnen moet zijn gekomen. Zowel in de herinnering als in de aanmaning heeft verweerder eiseres erop gewezen dat een boete zal worden opgelegd als eiseres niet of te laat reageert.
1.2. De aanslag is opgelegd met dagtekening 11 december 2010. Bij aparte beschikking is aan eiseres een verzuimboete opgelegd ten bedrage van € 2.460.
1.3. Op 1 oktober 2010 heeft eiseres een aantal schermprints met betrekking tot de aangifte Vpb 2009 op het kantoor van verweerder afgeleverd. Bij het opleggen van de ambtshalve aanslag is hiermee door verweerder geen rekening gehouden. Naar aanleiding van deze schermprints heeft verweerder de aanslag Vpb naderhand ambtshalve verminderd tot het door eiseres in deze schermprints opgevoerde bedrag.
1.4. Eiseres heeft uitsluitend tegen de verzuimboete bezwaar gemaakt. Bij de onderhavige uitspraak op bezwaar heeft verweerder de bij de aanslag opgelegde verzuimboete verminderd tot € 1.800. Op basis van paragraaf 6, lid 6 en paragraaf 7 van het Besluit bestuurlijke boeten belastingdienst (BBBB) is daarbij rekening gehouden met de volgende strafverminderende omstandigheden:
- er is sprake van een geringe mate van overschrijding van de aangiftetermijn na verzending van de aanmaning;
- er is alsnog een (ontijdige) papieren aangifte ingediend; waar een elektronische vereist is;
- de aangifte is weliswaar te laat, maar nog voor de dagtekening van de ambtshalve aanslag ingediend.
2. In geschil is of terecht en tot het juiste bedrag een boete is opgelegd. Eiseres is van mening dat er sprake is van afwezigheid van alle schuld en concludeert tot vernietiging van de boete en tot gegrondverklaring van het beroep. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
3.1. Vast staat dat eiseres de uitnodiging tot het doen van aangifte, de herinnering en de aanmaning heeft ontvangen en hierop niet tijdig heeft gereageerd.
3.2. In de voorgaande jaren heeft eiseres haar aangifte Vpb op de volgende data ingediend:
jaar reguliere inleverdatum inleverdatum na aanmaning ingediend
2002 1 september 2003 10 oktober 2003 10 oktober 2003
2003 1 juni 2004 6 januari 2005 3 januari 2005
2004 1 juni 2005 10 november 2005 7 november 2005
2005 1 juni 2006 7 september 2006 29 augustus 2006
2006 1 juni 2007 8 november 2007 28 oktober 2007
2007 1 juni 2008 5 september 2008 28 augustus 2008
2008 1 juni 2009 13 november 2009
3.3. De rechtbank overweegt dat, indien een belastingplichtige niet binnen de daarvoor gestelde termijn aangifte heeft gedaan, sprake is van een verzuim waarvoor een boete kan worden opgelegd. Voor het opleggen van de verzuimboete moet verweerder de belastingplichtige hebben aangemaand om binnen een bepaalde termijn aangifte te doen, waaraan de belastingplichtige vervolgens niet heeft voldaan.
3.4. Nu verweerder eiseres heeft aangemaand om aangifte te doen binnen een bepaalde termijn en eiseres niet binnen de gestelde termijn alsnog aangifte Vpb 2009 heeft gedaan, kan een boete worden opgelegd. Op grond van artikel 67a, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen legt de inspecteur dan een verzuimboete op van ten hoogste € 4.920. Ingevolge § 21, derde lid van het BBBB legt de inspecteur een verzuimboete op van 50% van het wettelijk maximum. Verweerder heeft aan eiseres conform dit besluit een boete opgelegd van € 2.460.
4.1. De verzuimboete heeft tot doel een gebod tot nakoming van fiscale verplichtingen in te scherpen. Voor het opleggen van een dergelijke boete is niet vereist dat er sprake is van opzet of grove schuld. Alleen bij afwezigheid van alle schuld (avas) dient oplegging van een boete achterwege te blijven. Van avas is sprake indien eiseres alle in de gegeven omstandigheden van haar in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat tijdig aangifte werd gedaan (vgl. HR 15 juni 2007, 42 687, LJN BA7184). De bewijslast ter zake ligt bij eiseres.
4.2. Eiseres heeft niet voldaan aan de op haar rustende bewijslast. Eiseres heeft, tegenover de stelling van verweerder dat hij niet bekend is met problemen in het aangifteprogramma vennootschapsbelasting 2009, niet aannemelijk gemaakt dat zij geen elektronisch aangifte heeft kunnen doen als gevolg van een fout in het aangifteprogramma. In dit verband merkt de rechtbank op dat een groot deel van de door eiseres ter zitting overgelegde schermprints betrekking heeft op andere aangiften en/of andere jaren en dat het daarnaast algemene informatie betreft op de internetsite van de belastingdienst. De door eiseres onder overlegging van schermprints gegeven kritiek op het aangifteprogramma vennootschapsbelasting 2009, begrijpt de rechtbank - zo is ook ter zitting vastgesteld – in die zin dat eiseres van mening is dat het programma gebruikersonvriendelijk is. De rechtbank acht deze kritiek – mede in het licht van de omstandigheid dat eiseres tot het laatste moment heeft gewacht met het indienen van de aangifte en daardoor onvoldoende tijd heeft gehad de oorzaak van het probleem met het doen van elektronische aangifte te traceren – onvoldoende voor het aannemen van avas. Door pas op de dag vóór het verstrijken van de aanmaningstermijn aangifte te doen, had eiseres een beperkte tijdsmarge om bij eventuele problemen - al dan niet na overleg met verweerder of anderen - de aangifte nog tijdig te kunnen indienen. De termijnoverschrijding behoort om die reden tot de risicosfeer van eiseres en dient voor haar rekening te blijven. Eiseres heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat zij tevergeefs alles in het werk heeft gesteld om hulp te verkrijgen bij het oplossen van de problemen ondervonden bij het indienen van de onderhavige elektronische aangifte. In de gegeven omstandigheden kan niet worden gezegd dat eiseres alle in redelijkheid van haar te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat tijdig aangifte zou worden gedaan.
4.3. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank in het onderhavige geval geen sprake van avas.
5. De rechtbank acht de opgelegde verzuimboete zoals verminderd in de uitspraak op bezwaar (€ 1.800) gelet op de aard en de ernst van het verzuim niet te hoog. Anders dan verweerder betoogt, is in deze zaak geen sprake van recidive als strafverzwarende grond nu het aangiftegedrag van eiseres in eerdere jaren niet tot het opleggen van een boete heeft geleid. De opmerking van verweerder dat hij het aangiftegedrag van eiseres over eerdere jaren bij het opleggen van de boete niet als strafverzwarende omstandigheid in aanmerking heeft genomen, laat de rechtbank dan ook verder buiten beschouwing. Dat verweerder de aanslag ambtshalve heeft verminderd tot het door eiseres in de schermprints opgevoerde bedrag en eiseres – naar zij stelt – reeds op 26 februari 2009 aan haar financiële verplichtingen ter zake heeft voldaan, is volgens de rechtbank geen reden de boete te matigen.
6. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank vindt geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A. Fase, rechter, in tegenwoordigheid van mr. H.H. Ruis, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 november 2011.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.