Rechtbank Haarlem, 15-03-2012, BV9550, 11/2028
Rechtbank Haarlem, 15-03-2012, BV9550, 11/2028
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 15 maart 2012
- Datum publicatie
- 21 maart 2012
- ECLI
- ECLI:NL:RBHAA:2012:BV9550
- Zaaknummer
- 11/2028
Inhoudsindicatie
ANBI-Status. Stichting die zich in feite bezig houdt met huur en verhuur van onroerende zaken en het bieden van faciliteiten aan kunstenaars. Dergelijke activiteiten vormen geen werkzaamheid die op zichzelf rechtstreeks een algemeen belang raakt
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Zaaknummer: AWB 11/2028
Uitspraakdatum: 15 maart 2012
Uitspraak in het geding tussen
Stichting [X], gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: mr. J.L. Veeger,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[P], verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Eiseres is op haar verzoek per 1 januari 2008 aangemerkt als algemeen nut beogende instelling (ANBI) als bedoeld in artikel 6.33 Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Verweerder heeft bij beschikking van 8 oktober 2010 deze aanmerking als ANBI ingetrokken.
1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 21 maart 2011 de intrekking gehandhaafd.
1.3. Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.4. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 november 2011. Namens eiseres is daar verschenen haar gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen M.H.J. van Orsouw en R.C.A. Kaam.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. [X] is een voormalig dorp in de omgeving [PLAATSNAAM]. In het bestemmingsplan is het gebied aangewezen voor culturele doeleinden en natuurontwikkeling. De voormalige kerk wordt gebruikt als publieksruimte voor uitvoeringen en exposities en de vroegere woonhuizen worden gebruikt als ateliers.
2.2. De Gemeente [PLAATSNAAM] (Het [NAAM]) is eigenaar van het gebied [X]. Het [NAAM] verhuurt de onroerende zaken in [X] voor een symbolisch bedrag van € 1 per jaar aan eiseres. Eiseres verhuurt de onroerende zaken door aan verschillende kunstenaars en incidenteel voor een symbolisch laag bedrag aan de Stichting [BEDRIJF B].
2.3. Eiseres is op 5 juli 2001 opgericht. De statuten van eiseres luiden – voor zover hier van belang – als volgt:
“Artikel 2
1. De stichting heeft ten doel:
- het vormen van een trefpunt van informele en gevestigde cultuur met een nationaal en internationaal karakter, ter plaatse van [X];
- het inspireren, initiëren, realiseren en continueren van [X] als groene, culturele enclave in zo levendig mogelijke wisselwerking met de haven en met omringende industriegebied, een en ander in goede relatie tot culturele voorzieningen in de regio,
en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
- het verschaffen van ruimtelijke, technische en organisatorische faciliteiten voor kunstzinnige activiteiten;
- het daartoe in huur, erfpacht of anderszins verwerven, beheren, onderhouden en exploiteren van gronden, opstallen en overige voorzieningen ter plaatse van het zogenaamde ‘plangebied [X]’, zoals nader omschreven in de met de gemeente [PLAATSNAAM] te sluiten (huur)overeenkomst;
- het aangaan van samenwerking op contractuele basis met één of meer rechtspersonen voor enerzijds de organisatie en uitvoering van de culturele activiteiten, anderzijds voor beheerstaken als onderhoud van gronden en opstallen.”
Op 12 november 2008 zijn de statuten gewijzigd. Volgens de oude statuten dient het bestuur van eiseres één lid te bevatten uit uit de kringen van Stichting [BEDRIJF B] (zie hierboven). Dit staat niet meer in de nieuwe statuten van 12 november 2008.
2.4. Overleg wordt gevoerd met het [NAAM] voor een subsidie van € 1.000.000, om extra ateliers te realiseren en bestaande gebouwen te renoveren.
2.5. Volgens het rapport van [A] van 26 juni 2009, genaamd [X] 2010, wordt in 2010 gestart met het opknappen van panden. De doelstelling voor 2010 is om in 2010 circa 35 kunstenaars te werven voor nieuwe ateliers. De nieuwbouw wordt casco opgeleverd en de huurders kunnen in overleg met eiseres het casco afbouwen. Het realisatieproces wordt professioneel georganiseerd onder leiding van het [NAAM]. Het [NAAM] zal optreden als opdrachtgever van de plaatsing van ateliers. Eiseres is huurder van het [NAAM]. Eiseres zorgt ervoor dat de ateliers worden verhuurd aan de kunstenaars en zal erop toezien dat de terugkerende huurders hun betaalachterstanden hebben vereffend. In het nieuwe huurcontract wordt bovendien een passage opgenomen waarin eiseres de huur kan opzeggen als de huurder van het atelier naast zijn reguliere kunstzinnige activiteiten niet of onvoldoende toegevoegde waarde levert aan de algemene culturele ontwikkeling van [X] en de vernieuwingsoperatie die met dit plan beoogd wordt. Na verbouwing wordt de huurprijs aangepast. Het voorstel is de huurprijs te verhogen van € 100 naar € 150 per maand.
Het rapport vermeldt voorts dat het [NAAM] € 1.000.000 investeert in [X]. Ter zake van die financiering wordt eiseres een rentevergoeding verschuldigd aan het [NAAM] van 4 tot 5%, wat neerkomt op een jaarlijkse last van circa € 42.500. Deze rentelast wordt opgebracht door een aanpassing van de huurprijzen van de bestaande ateliers en opbrengsten van nieuw te bouwen ateliers. Uitgegaan wordt van een extra huuropbrengst van € 64.500 per jaar (verwachte opbrengsten € 88.500 – huidige opbrengsten € 24.000).
2.6. Volgens de jaarrekeningen 2005-2008 bestaan de baten (exclusief subsidies) en lasten van eiseres uit de volgende bedragen:
2005: gebruikersvergoedingen € 23.089,00
doorberekende afvalverwijdering -
totaal baten € 23.089,00
totaal lasten: € 33.312,34
2006: gebruikersvergoedingen € 23.089,00
doorberekende afvalverwijdering € 3.125,00
totaal baten € 26.743,00
totaal lasten € 22.156,33
2007: gebruikersvergoedingen € 25.337,70
vergoeding kerk € 4.843,20
doorberekende afvalverwijdering € 2.580,00
totaal baten € 32.760,90
totaal lasten € 59.316,44
2008: gebruikersvergoedingen € 26.197,49
vergoeding kerk € 4.925,52
doorberekende afvalverwijdering € 2.580,00
totaal baten € 33.703,01
totaal lasten € 51.233,05
Eind 2003 is door [BEDRIJF D] een subsidie van € 30.000 toegekend voor de renovatie van het oude kerkgebouw.
In 2007 is een broedplaatssubsidie toegekend van € 30.000.
2.7. Stichting [BEDRIJF B] is per 1 januari 2008 aangemerkt als ANBI. Stichting [BEDRIJF B] is de stichting die op [X] de culturele activiteiten organiseert, zoals een driedaags festival met daarbij “theaterexplosies”, poëzienachten, muzikale hoogstandjes, experimentele kunst, spirituele workshops en kinderprogramma’s.
3. Geschil en standpunten van partijen
3.1. In geschil is of eiseres vanaf 1 januari 2010 kan worden aangemerkt als een ANBI in de zin van artikel 6.33 eerste lid, letter b Wet IB 2001 juncto artikel 41a Uitvoeringsregeling Inkomstenbelasting 2001 (hierna UR IB 2001).
3.2. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en dat zij alsnog wordt aangemerkt als ANBI.
3.3. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4. Beoordeling van het geschil
4.1. Ingevolge artikel 6.33 Wet IB 2001 is voor kwalificatie als ANBI vereist dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut wordt beoogd. Op grond van artikel 41a, aanhef en onderdeel b URIB geldt daarbij als eis - voor zover hier van belang - dat uit de regelgeving van de instelling en de feitelijke werkzaamheid blijkt dat de instelling (uitsluitend of nagenoeg uitsluitend) het algemeen belang dient.
4.2. Algemeen nut beogende instellingen zijn volgens vaste rechtspraak instellingen wier doelstelling een werkzaamheid betreft die op zichzelf rechtstreeks een algemeen belang raakt (o.a. HR 12 mei 2006, 40.684, BNB 2006/267, LJN AT8202). Daarbij is niet slechts de statutaire doelstelling van belang maar ook hetgeen die instelling werkelijk nastreeft.
4.3. Tot het statutaire doel van eiseres behoort het vormen van een trefpunt van informele en gevestigde cultuur met een nationaal en internationaal karakter, ter plaatse van [X] en het inspireren, initiëren, realiseren en continueren van [X] als groene, culturele enclave. Op basis van de vaststaande feiten stelt de rechtbank vast dat eiseres zich in feite bezighoudt met huur en verhuur van onroerende zaken en het bieden van faciliteiten aan kunstenaars. Organisatie van culturele activiteiten op [X] (festivals, tentoonstellingen) ligt bij een andere instelling, namelijk Stichting [BEDRIJF B].
4.4. Naar het oordeel van de rechtbank vormen genoemde activiteiten van eiseres niet een werkzaamheid die op zichzelf rechtstreeks een algemeen belang raakt. Dat daarmee mogelijk wordt gemaakt dat een andere instelling die als een ANBI (Stichting [BEDRIJF B]) wordt aangemerkt, haar taken kan uitvoeren om genoemde doelstellingen te bereiken en de omstandigheid dat kunstenaars door het beheer van de ateliers door eiseres worden gefaciliteerd, maakt dat niet anders. De werkzaamheden van eiseres moeten vanuit haar eigen perspectief worden bezien.
4.5. Tijdens de parlementaire behandeling van de Successiewet 1956 (Kamerstukken II, 31 930, nr. 13, p. 51) is over de verhuur van onroerend goed het volgende opgemerkt:
“De leden van de SGP-fractie reageren op de stelling van de regering in de nota naar aanleiding van het verslag dat commerciële activiteiten geen doel op zich mogen zijn. Zij vragen de regering om toe te lichten of verhuur van onroerend goed aan andere ANBI’s zonder winstoogmerk (dus tegen kostendekkende of minder dan kostendekkende tarieven) op zichzelf beschouwd algemeen nuttig is.
Commerciële activiteiten, waaronder wordt verstaan het handelen op zakelijke grondslag, zijn geen algemeen nut beogende activiteiten. Een zakelijke grondslag impliceert immers een winstoogmerk voor de handelaar, hetgeen zich niet verdraagt met het beogen van algemeen nut. Ook verhuur van onroerend goed is een commerciële activiteit, die normaal gesproken niet als algemeen nuttig kwalificeert. De omstandigheid dat het onroerend goed wordt verhuurd aan instellingen die wel het algemeen nut beogen, maakt dat niet anders. Dit wetsvoorstel brengt hierin geen verandering.
Er zijn echter gevallen denkbaar waarin een instelling zich door middel van de terbeschikkingstelling van onroerend goed louter richt op het bevoordelen van ANBI’s en waarin zonder giften van derden geen exploitatie mogelijk zou zijn. Te denken valt aan de situatie dat een instelling onroerend goed om niet (of tegen een zeer geringe vergoeding die ver onder de kostprijs ligt) ter beschikking stelt aan een ANBI en waarin dit de enige of nagenoeg de enige activiteit (90% of meer) van de betreffende instelling is. Ik kan me voorstellen dat de bedoelde instelling dan wel als ANBI kan kwalificeren. De praktijk is niet zwart-wit, zodat de Belastingdienst van geval tot geval zal moeten beoordelen of aan de voorwaarden voor kwalificatie als ANBI is voldaan, daaronder begrepen het 90%-criterium. Als bijvoorbeeld verhuur van onroerend goed aan ANBI’s tegen weliswaar lage, maar toch commercieel nog aantrekkelijke tarieven plaatsvindt, is de verhuur naar mijn oordeel niet aan te merken als algemeen nuttig. Bij zulke activiteiten hangt het dan ook zeer van de doelstelling en de concrete feiten en omstandigheden af hoe de instelling wordt gekwalificeerd. De beoordeling daarvan is aan de Belastingdienst.”
4.6. Eiseres meent dat op basis van de weergegeven parlementaire geschiedenis haar de ANBI-status niet kan worden onthouden. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Zoals uit de weergegeven passage blijkt, is verhuur van onroerend goed een commerciële activiteit die normaal gesproken niet als algemeen nuttig kan worden gekwalificeerd. Volgens de wetgever zijn evenwel uitzonderingen mogelijk, namelijk in gevallen waarin een instelling zich door middel van de terbeschikkingstelling van onroerend goed louter richt op het bevoordelen van ANBI’s en waarin zonder giften van derden geen exploitatie mogelijk zou zijn. Als voorbeeld wordt genoemd de situatie dat een instelling onroerend goed om niet (of tegen een zeer geringe vergoeding die ver onder de kostprijs ligt) ter beschikking stelt aan een ANBI en waarin dit de enige of nagenoeg de enige activiteit (90% of meer) van de betreffende instelling is.
4.7. Van de door de wetgever genoemde uitzonderingen is in het onderhavige geval geen sprake. Niet aannemelijk is geworden dat eiseres zich door middel van terbeschikkingstelling van onroerend goed louter richt op het bevoordelen van ANBI’s. Eiseres heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat in casu uitsluitend of nagenoeg uitsluitend sprake is van verhuur aan Stichting [BEDRIJF B]. Uit de vaststaande feiten komt naar voren dat de activiteiten van eiseres voornamelijk liggen op het terrein van verhuur van ateliers aan kunstenaars en dat verhuur aan de ANBI Stichting [BEDRIJF B] van ondergeschikt belang is. Eiseres heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat de voor de verhuur van de ateliers aan de kunstenaars in rekening gebrachte vergoedingen, zeer gering zijn en ver beneden de kostprijs liggen. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking de hoogte van de baten in verhouding tot de lasten zoals opgenomen in de jaarrekeningen 2005-2008 (onderdeel 2.6). Hierbij neemt de rechtbank voorts in aanmerking dat gelet op het in 2.5 weergegeven rapport vanaf 2010 mogelijk exploitatieoverschotten ontstaan als gevolg van verwachte extra huuropbrengsten. De door eiseres ontvangen subsidies en de omstandigheid dat eiseres de onroerende zaak huurt van de gemeente voor een symbolisch bedrag van € 1, brengen de rechtbank niet tot een ander oordeel. Gelet op het voorgaande faalt het beroep van eiseres op de vermelde parlementaire geschiedenis.
4.8. Gelet op het vorenstaande kan naar het oordeel van de rechtbank eiseres niet worden aangemerkt als een ANBI en dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
5. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
6. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A. Fase, voorzitter, mr. M. Koole en mr. J.M. van Kempen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. drs B.J.E. Lodder, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2012.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.