Home

Rechtbank Leeuwarden, 18-04-2007, BA3396, AWB06/527

Rechtbank Leeuwarden, 18-04-2007, BA3396, AWB06/527

Gegevens

Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Datum uitspraak
18 april 2007
Datum publicatie
19 april 2007
ECLI
ECLI:NL:RBLEE:2007:BA3396
Zaaknummer
AWB06/527

Inhoudsindicatie

OB. Lease (medische) apparatuur aan ziekenhuis. Geen schijnhandeling. Geen fiscale herkwalificatie. Geen misbruik van recht. Recht op aftrek van voorbelasting. Eiseres treedt op binnen het kader van haar normale handelsactiviteiten zodat reeds daarom geen plaats is voor het leerstuk van misbruik van recht.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht, belastingkamer

Procedurenummer: AWB06/527

Uitspraakdatum: 18 april 2007

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats], eiseres,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Assen, verweerder.

Procesverloop

1.1 Verweerder heeft bij beschikkingen (genummerd [nummers]) van 14 mei 2005 afwijzend beslist op de door eiseres ingediende verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting over de tijdvakken maart 2003, april 2003, juni 2003, oktober 2003, december 2003, april 2004 en juli 2004.

1.2 Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 13 januari 2006 de ingediende bezwaren afgewezen.

1.3 Eiseres heeft daartegen bij fax van 24 februari 2006, ontvangen bij de rechtbank op 24 februari 2006, beroep ingesteld.

1.4 Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.5 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 januari 2007 te Leeuwarden.

Eiseres is daar verschenen bij haar gemachtigde prof. dr. R.N.G. van der Paardt, bijgestaan door mevrouw mr. J.L. Krusel. Namens verweerder is verschenen mr. H.D. Bebingh.

Motivering

Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1 Eiseres is op 31 december 2002 ontstaan door een statutaire naamswijziging van de op 22 december 2000 opgerichte [A] BV. De activiteiten van eiseres bestaan uit de verhuur van medische apparatuur tegen vergoeding aan de [ziekenhuis] ([het ziekenhuis]). De apparatuur wordt gebruikt voor radiotherapie en wordt geleverd door Elekta BV te Best (Elekta).

2.2 Eiseres heeft 13 december 2002 een schriftelijke machtiging verleend aan de heren [X], voorzitter van de Raad van Bestuur van [het ziekenhuis], en [Y], Hoofd afdeling inkoop en goederenbeheer van [het ziekenhuis], om namens haar op te treden.

2.3 Op 18 december 2002 is een raamovereenkomst gesloten betreffende een tot en met het jaar 2009 durende samenwerking tussen [het ziekenhuis], eiseres en Elekta. Deze overeenkomst is mede ondertekend door de heer [Y], voornoemd, als gemachtigde van eiseres. In deze overeenkomst is vastgelegd dat eiseres de daarin omschreven medische apparatuur koopt van Elekta. Op deze overeenkomst zijn de inkoopvoorwaarden gezondheidszorg van toepassing. De betreffende apparatuur zal met bijgehorende software rechtstreeks door Elekta in het ziekenhuis van [het ziekenhuis] worden geïnstalleerd. De betreffende medische apparatuur voor radiotherapie wordt nagelvast verbonden in het ziekenhuis van [het ziekenhuis]. Bij deze raamovereenkomst is als bijlage een serviceovereenkomst gevoegd die [het ziekenhuis] als opdrachtgever is aangegaan met Elekta.

2.4 Op 18 december 2002 heeft eiseres een financieringsovereenkomst gesloten met [het ziekenhuis]. In deze overeenkomst verplicht [het ziekenhuis] zich, op verzoek, aan eiseres een bedrag van in totaal € 5.269.461 aan eiseres uit te lenen, welke lening alleen mag worden aangewend voor de financiering van de koopsom voor eiseres van de in de raamovereenkomst van 18 december 2002 omschreven goederen en diensten.

2.5 Eiseres en [het ziekenhuis] zijn op 7 januari 2003 een overeenkomst van huur en verhuur aangegaan. De contractanten zijn overeengekomen dat eiseres aan [het ziekenhuis] voor een periode van 10 jaar tegen vergoeding goederen en diensten ter beschikking stelt betreffende de door Elekta te leveren radiotherapie apparatuur. De apparatuur zal namens eiseres worden geïnstalleerd in het ziekenhuis van [het ziekenhuis]. In deze overeenkomst verklaart [het ziekenhuis] dat het object door hemzelf is uitgezocht. Verder zijn de contractanten overeengekomen dat eiseres niet aansprakelijk is voor gebreken aan de verhuurde apparatuur. Voorts zal [het ziekenhuis] eiseres vrijwaren tegen schade veroorzaakt door het gebruik van of tekortkomingen aan de gehuurde apparatuur. [het ziekenhuis] is verplicht het gehuurde te verzekeren en te onderhouden.

2.6 Op 7 januari 2003 heeft eiseres een financieringsovereenkomst gesloten met [het ziekenhuis]. In deze overeenkomst verplicht [het ziekenhuis] zich, op verzoek, aan eiseres voor de duur van 10 jaren een bedrag van in totaal € 20.250.000 aan eiseres uit te lenen, welke lening alleen mag worden aangewend voor de financiering van de koopsom voor eiseres van de in de raamovereenkomst van 18 december 2002 omschreven goederen en diensten.

2.7 Contractanten hebben de omvang en de verschuldigdheid van de huursommen en de aflossings- en rentebetalingen in schema's vastgelegd. De door [het ziekenhuis] verschuldigde huurtermijnen zijn gelijk aan de van eiseres te vorderen aflossings- en rentetermijnen. Over en weer vindt hiervoor verrekening plaats. Eiseres heeft voor de huurtermijnen nimmer een factuur uitgereikt.

2.8 Elekta heeft op een factuur, gedateerd 19 december 2002, een vergoeding van € 4.683.965,40 vermeerderd met € 889.953,43 aan omzetbelasting, aan eiseres in rekening gebracht met als omschrijving: "Vooruitbetaling 60% betrekking hebbend op fase 1 uit het contract ondertekend d.d. 18 december 2002 - 60% van € 7.806.609". Deze factuur is betaald door [het ziekenhuis]. Bij brief van 22 januari 2003 bevestigt [het ziekenhuis] aan eiseres dat zij in het kader van de op 18 december 2002 afgesloten financieringsovereenkomst op 20 januari 2003 een bedrag van € 5.573.918,83 heeft overgemaakt aan Elekta. In deze brief verzoekt [het ziekenhuis] aan eiseres het verschil tussen het factuurbedrag en het geleende bedrag op de kortst mogelijke termijn aan [het ziekenhuis] over te maken. Op 11 februari 2003 stelt [het ziekenhuis] hiervoor een afzonderlijke afrekening op.

2.9 Blijkens een rapport van 19 april 2004 heeft KPMG op verzoek van [het ziekenhuis] de opzet en werking van btw-constructies onderzocht. Naast de contracten waarbij eiseres is betrokken (in het rapport aangeduid als "Priesterconstructie") heeft [het ziekenhuis] ten behoeve van enkele MRI's gelijksoortige contracten gesloten met een lease-BV van de KBC Bank.

2.10 Eiseres heeft de navolgende verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting afgewezen:

- maart 2003: € 2.207;

- april 2003: € 17.608;

- juni 2003: € 73.562;

- oktober 2003: € 85.007;

- december 2003: € 89.053;

- april 2004: € 388.311;

- juli 2004 € 1.330.

Verweerder heeft de in de aangifte omzetbelasting over augustus 2003 gevraagde teruggaaf van € 87.350 verleend. De naheffing van deze teruggaaf is het voorwerp van het beroep bij de rechtbank geregistreerd onder Awb-nummer 06/526.

Geschil

3.1 In geschil is het antwoord op de vraag of eiseres kan worden gekwalificeerd als ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB) en aldus recht heeft op aftrek van voorbelasting, hetgeen eiseres bevestigt en verweerder ontkent.

3.2 Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en toewijzing van de in geding zijnde verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting.

3.3 Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

3.4 De hoogte van de teruggaafverzoeken is als zodanig tussen partijen niet in geschil.

Beoordeling van het geschil

4.1 In zijn arrest van 21 februari 2006, C-255/02, Halifax, gepubliceerd in onder andere VN 2006/13.20, heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) in rechtsoverweging 55 geoordeeld dat het begrip economische activiteiten een ruime werkingssfeer heeft, alsook dat het een objectief karakter heeft, in die zin dat de activiteit op zichzelf wordt beschouwd, onafhankelijk van het oogmerk of het resultaat van de activiteit. Voorts heeft het HvJ EG in rechtsoverweging 59 overwogen dat de vraag of de betrokken handeling is verricht met het uitsluitende doel een belastingvoordeel te verkrijgen, irrelevant is voor de vaststelling of die handeling een levering van goederen of een dienstverrichting en een economische activiteit vormt.

4.2 Gelet op de door het HvJ EG gegeven uitleg van het begrip economische activiteit volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de vastgestelde feiten dat eiseres een economische activiteit verricht door medische apparatuur te verhuren aan [het ziekenhuis], zodat eiseres bijgevolg als ondernemer in de zin van artikel 7 Wet OB moet worden aangemerkt. Nu partijen eenparig van mening zijn dat de verhuur van de medische apparatuur belast is en de rechtbank geen termen aanwezig acht anders te oordelen, heeft eiseres, behoudens bijzondere omstandigheden welke de rechtbank zal beoordelen onder 4.5 en 4.6, aanspraak op aftrek van de aan haar ter zake van de levering van die apparatuur in rekening gebrachte omzetbelasting.

4.3 De rechtbank ziet geen grond voor het oordeel dat sprake is van een schijnhandeling, aangezien verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat tussen eiseres en [het ziekenhuis] in werkelijkheid een andere contractuele verhouding heeft te gelden dan die uit de overeenkomsten blijkt. De rechtbank overweegt dat de gedingstukken geen andere gevolgtrekking toelaten dan dat de wil van eiseres erop was gericht de terug te ontvangen omzetbelasting zodanig te laten renderen dat zij daardoor een positief resultaat kon realiseren. De verhuur van de medische apparatuur in samenhang met de financieringsovereenkomsten stelde haar in staat de betreffende voorbelasting beschikbaar te krijgen voor haar doelstelling. Derhalve moet de conclusie zijn dat de extern waarneembare contractuele verhoudingen het oogmerk van eiseres en [het ziekenhuis] weerspiegelen.

4.4 De stelling van verweerder dat de fiscale kwalificatie van de feiten ertoe leidt dat eiseres de medische apparatuur niet geleverd heeft gekregen van Elekta, maar dat Elekta heeft geleverd aan [het ziekenhuis], mist naar het oordeel van de rechtbank feitelijke grondslag. Zoals blijkt uit de aangehaalde rechtsoverweging 55 uit het Halifaxarrest moet een activiteit op zichzelf worden beschouwd. Eiseres heeft zich contractueel verplicht medische apparatuur van Elekta te kopen en Elektra heeft zich verbonden die apparatuur te leveren. Dat de feitelijke bezitsverschaffing niet aan eiseres plaatsvindt, maar aan haar huurder, is in

huur-/leasesituaties niet ongebruikelijk en doet daarom niet af aan de overdracht om als eigenaar over de apparatuur te beschikken. Dat is evenmin het geval met de nauwe betrokkenheid van [het ziekenhuis] bij het selecteren van de apparatuur, omdat het hoog specialistische medische apparatuur betreft die moet voldoen aan de wensen van [het ziekenhuis]. Ook in dat opzicht verschilt de gang van zaken niet met die bij andere huur-/leaseovereenkomsten. Uit de overeenkomst van huur en verhuur van 7 januari 2003 blijkt voorts dat eiseres en [het ziekenhuis] de nodige contractuele voorzieningen hebben getroffen om de aansprakelijkheid van eiseres uit hoofde van haar eigendom voor gebreken aan de medische apparatuur uit te sluiten. Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat eiseres de macht om als eigenaar over de medische apparatuur te beschikken overgedragen heeft gekregen van Elekta, zodat eiseres die apparatuur heeft kunnen verhuren aan [het ziekenhuis].

4.5 In het aangehaalde Halifaxarrest heeft het HvJ EG in rechtsoverweging 70 geoordeeld dat het beginsel van het verbod van misbruik ook geldt op het gebied van de btw. In de voorafgaande overweging bepaalt het HvJ EG dat van misbruik sprake kan zijn wanneer transacties niet zijn verricht in het kader van normale handelstransacties, maar uitsluitend met het doel om de door het gemeenschapsrecht toegekende voordelen onverschuldigd te verkrijgen. Voorts wijst het HvJ EG er in rechtsoverweging 80 op dat het in strijd zou zijn met het beginsel van de fiscale neutraliteit en bijgevolg met het doel van de Zesde richtlijn of van de nationale wettelijke regeling tot omzetting daarvan, wanneer het belastingplichtigen werd toegestaan de voorbelasting volledig af te trekken, hoewel zij in het kader van hun normale handelstransacties deze btw niet - ook niet gedeeltelijk - zouden hebben kunnen aftrekken.

4.6 Gelet op het hierboven weergegeven communautaire kader kan naar het oordeel van de rechtbank het recht op aftrek van voorbelasting aan eiseres reeds niet worden onthouden, aangezien de verhuur van medische apparatuur voor eiseres een normale handelstransactie is en zij in het kader van die normale handelstransacties aanspraak heeft op (volledige) aftrek van voorbelasting. Het beginsel van het verbod van misbruik mist derhalve toepassing bij een ondernemer/belastingplichtige als eiseres.

4.7 Gelet op het vorenoverwogene heeft verweerder de in het geding zijnde teruggaaf verzoeken ten onrechte afgewezen. Het beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard.

Proceskosten

De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 644 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 322,- en een wegingsfactor 1). Vanwege de samenhang met de zaken geregistreerd onder de Awb-nummers 06/526 en 06/494 zal de rechtbank de kosten gelijkelijk over de zaken verdelen. De rechtbank zal de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) aanwijzen deze kosten aan eiseres te voldoen.

Griffierecht

Vanwege de samenhang met de zaak geregistreerd onder Awb-nummer 06/526 heeft de rechtbank voor het in behandeling nemen van het onderhavige beroep geen griffierecht geheven.

Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vernietigt de bij bezwaar bestreden beschikkingen;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres over maart 2003 een teruggaaf omzetbelasting verleent van € 2.207;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres over april 2003 een teruggaaf omzetbelasting verleent van € 17.608;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres over juni 2003 een teruggaaf omzetbelasting verleent van € 73.562;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres over oktober 2003 een teruggaaf omzetbelasting verleent van € 85.007;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres over december 2003 een teruggaaf omzetbelasting verleent van € 89.053;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres over april 2004 een teruggaaf omzetbelasting verleent van € 388.311;

- bepaalt dat verweerder aan eiseres over juli 2004 een teruggaaf omzetbelasting verleent van € 1.330.

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 214,67 en wijst de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën) aan dit bedrag aan eiseres te voldoen.

Deze uitspraak is gedaan op 18 april 2007 door mr. J.W. Keuning, voorzitter, mr. E.M. Visser en mr. dr. P. van der Wal, rechters, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M. Hiemstra, griffier.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:

- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.