Home

Rechtbank Leeuwarden, 11-12-2007, BC0476, AWB 07/1418

Rechtbank Leeuwarden, 11-12-2007, BC0476, AWB 07/1418

Gegevens

Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Datum uitspraak
11 december 2007
Datum publicatie
19 december 2007
ECLI
ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0476
Zaaknummer
AWB 07/1418

Inhoudsindicatie

Afschrift van het bestreden besluit ontbreekt bij het beroepschrift. Beroep niet-onvankelijk verklaard. Met de verwijzing naar het aanslagnummer en het overleggen van een afschrift van de gecombineerde WOZ-beschikking/aanslag gemeentelijke belastingen heeft opposant echter het bestreden besluit voldoende geïdentificeerd om een verdere behandeling door de rechtbank en het bestuursorgaan mogelijk te maken. Verzet gegrond.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht, belastingkamer

Procedurenummer: AWB 07/1418

Uitspraak van 11 december 2007 van de enkelvoudige kamer op grond van artikel 8:55 Algemene wet bestuursrecht (Awb)

inzake het verzet gedaan door

[eiser], wonende te Ommen, opposant,

tegen de met toepassing van artikel 8:54 Awb gedane uitspraak van de rechtbank van

27 augustus 2007 in het beroep van opposant tegen

de heffingsambtenaar van de gemeente Dongeradeel,

geopposeerde.

Behandeling van het verzet

Bij voormelde uitspraak van deze rechtbank is het beroep van opposant (met bovengenoemd procedurenummer) met toepassing van artikel 8:54 Awb niet-ontvankelijk verklaard, omdat opposant geen kopie van het bestreden besluit bij zijn beroepschrift overgelegd heeft.

Bij brief, ontvangen door de rechtbank op 13 september 2007, heeft opposant verzet gedaan tegen deze uitspraak. Opposant heeft niet gevraagd om over het verzet gehoord te worden, terwijl de rechtbank geen aanleiding heeft gevonden hem uit eigen beweging te horen.

Feiten en de gronden van het verzet

Ingevolge artikel 6:5 lid 2 Awb wordt bij het beroepschrift zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft overgelegd. In artikel 6:6 Awb is bepaald dat, indien niet is voldaan aan artikel 6:5, het beroepschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Opposant heeft bij zijn beroepschrift niet een kopie van het bestreden besluit overgelegd. De rechtbank heeft opposant bij brief van 20 juni 2007 gevraagd alsnog een kopie van de beslissing waartegen zijn beroep zich richt over te leggen. Daarbij is vermeld dat, indien de kopie niet binnen de gestelde termijn is overgelegd, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Opposant heeft daarna een kopie van de primaire beslissing, te weten de aanslag gemeentelijke belastingen, overgelegd. Bij brief van 27 juni 2007 heeft de rechtbank opposant meegedeeld dat niet de primaire beslissing overgelegd dient te worden, maar de uitspraak op het bezwaarschrift van opposant. Tevens heeft de rechtbank opposant een termijn van vier weken gegund waarbinnen hij een kopie van de uitspraak op bezwaar diende over te leggen. Opposant heeft daarna niet de gevraagde kopie overgelegd. Bij de in verzet bestreden uitspraak van de rechtbank is het beroep van opposant niet-ontvankelijk verklaard.

Opposant stelt in zijn verzetschrift dat hij op de dag van de ontvangst van de brief van de rechtbank van 27 juni 2007 een kopie van de uitspraak op bezwaar gemaakt heeft en naar de rechtbank gezonden heeft. Voorts stelt opposant dat de verzending niet aangetekend heeft plaats gevonden en dat hij geen geleidebrief en geen aantekening van verzending heeft gemaakt. Opposant verzoekt de rechtbank de zaak alsnog in behandeling te nemen. Bij zijn verzetschrift heeft opposant een kopie van de uitspraak op bezwaar gevoegd.

Beoordeling van het verzet

De rechtbank overweegt dat het voorschrift van artikel 6:5 Awb ertoe strekt de rechtbank en het bestuursorgaan zodanige gegevens te verschaffen, dat zij in de gelegenheid zijn een beroepschrift in behandeling te nemen. Gelet hierop overweegt de rechtbank dat in geval, zoals hier, ook na een geboden herstelmogelijkheid, een afschrift van het bestreden besluit ontbreekt, desondanks het beroep niet op die grond niet-ontvankelijk dient te worden verklaard indien het beroepschrift en de eventuele bijgevoegde stukken zodanige aanknopingspunten bevatten die het bestuursorgaan in staat stellen het bestreden besluit te identificeren. In dat geval staat het ontbreken van een afschrift van het bestreden besluit immers niet aan een adequate behandeling van het beroep door de rechtbank en het bestuursorgaan in de weg, aangezien het bestuursorgaan dan in staat is de op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder begrepen een afschrift van het in beroep bestreden besluit, te selecteren en daarop verweer te voeren, terwijl de rechtbank na ontvangst van die stukken in staat is om te beoordelen of voortzetting van het onderzoek nodig is.

Met de verwijzing naar het aanslagnummer en het overleggen van een afschrift van de gecombineerde WOZ-beschikking/aanslag gemeentelijke belastingen heeft opposant naar het oordeel van de rechtbank het bestreden besluit voldoende geïdentificeerd om een verdere behandeling door de rechtbank en het bestuursorgaan mogelijk te maken. Derhalve is het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een afschrift van de uitspraak op bezwaar. De rechtbank zal het verzet daarom gegrond verklaren en het vooronderzoek hervatten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet gegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 11 december 2007 door mr. J.W. Keuning, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.T.M. van der Lelie, griffier.

Afschrift aangetekend verzonden aan opposant en de wederpartij in het bodemgeschil op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen opposant en de wederpartij in het bodemgeschil binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag

Bij het instellen van beroep in cassatie dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is ingesteld;

d. de gronden van het beroep in cassatie.