Home

Rechtbank Leeuwarden, 01-06-2007, BG3919, AWB 06/1827

Rechtbank Leeuwarden, 01-06-2007, BG3919, AWB 06/1827

Gegevens

Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Datum uitspraak
1 juni 2007
Datum publicatie
11 november 2008
ECLI
ECLI:NL:RBLEE:2007:BG3919
Formele relaties
Zaaknummer
AWB 06/1827

Inhoudsindicatie

Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of aan de onderliggende arbeidsovereenkomst tussen eiser en [Y] B.V., voldoende zelfstandige betekenis toekomt om [Y] B.V. als buitenlandse werkgever aan te merken, ten gevolge waarvan eiser zijn arbeid niet uitsluitend heeft verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een in Nederland gevestigde werkgever.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht, belastingkamer

Procedurenummer: AWB 06/1827

Uitspraakdatum: 1 juni 2007

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Groningen, verweerder.

Procesverloop

1.1 Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2003 een aanslag (aanslagnummer [nummer].H36) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.496,--.

1.2 Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 4 juli 2006 de aanslag gehandhaafd.

1.3 Eiser heeft daartegen op 1 augustus 2006 beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij brief van 13 september 2006, ingekomen bij de rechtbank op 15 september 2006, heeft eiser zijn beroep aangevuld.

1.4 Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.5 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 mei 2007 te Leeuwarden.

De gemachtigde van eiser heeft bij brief van 19 april 2007 meegedeeld niet bij de zitting aanwezig te kunnen zijn. Namens verweerder is verschenen [gemachtigde].

Motivering

Feiten

2.1 Op 1 januari 2002 heeft eiser met [X] B.V. een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten, welke arbeidsovereenkomst hierna wordt aangemerkt als "bovenliggende arbeidsovereenkomst". Zijn loon over 2003 bedroeg € 52.252,--.

2.2 In verband met werkzaamheden welke zijn uitgevoerd in [buitenland], heeft eiser naast de onder 2.1 vermelde bovenliggende arbeidsovereenkomst met [Y] B.V. (hierna: [Y] B.V.) een arbeids-overeenkomst gesloten, welke hierna wordt aangemerkt als "onderliggende arbeidsovereenkomst".

2.3 In de met [X] B.V. afgesloten arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zijn onder andere de volgende passages opgenomen:

"[X] sluit voor de uitvoering van de werkzaamheden arbeidscontracten met individuele medewerkers, waarbij het mogelijk is dat de betrokken medewerkers contractueel worden ondergebracht bij dochterondernemingen, aanverwante bedrijven en eventueel buitenlandse vennootschappen (bijvoorbeeld [Y] B.V.). In de verhouding tussen betrokken medewerkers en [X] prevaleert immer de bepalingen uit de individuele arbeidsovereenkomst tussen [X] en de medewerker boven de arbeidsovereenkomst tussen betrokken medewerker en de betreffende vennootschap."

"Beide partijen kunnen nimmer rechten ontlenen aan onderliggende overeenkomst."

"Artikel 1"

"lid 2 Medewerker sluit een arbeidsovereenkomst met "[Y] B.V.", welke arbeidsovereenkomst wordt aangemerkt als onderliggende overeenkomst."

"lid 3 Medewerker is op de hoogte van het feit dat de in lid 2 genoemde overeenkomst slechts wordt gesloten vanwege administratief technische redenen en locale juridische regelgeving te [buitenland]."

"Lid 4 Wanneer bepalingen uit de onderliggende overeenkomst strijdig zijn met de bovenliggende overeenkomst zijn te alle tijden de bepalingen uit bovenliggende overeenkomst van kracht."

"lid 5 Bij beëindiging van de bovenliggende overeenkomst, om welke grond dan ook, eindigt tevens van rechtswege de onderliggende overeenkomst, welke uit dien hoofde tussen partijen altijd is aan te merken als een overeenkomst voor bepaalde tijd, te weten de tijd die de bovenliggende overeenkomst duurt."

"Artikel 13"

"Lid 1 Bij geschillen omtrent de [buitenlandse] vertalingen van dit contract en het supplement prevaleert het contract in de Nederlandse taal, dit geldt eveneens voor de onderliggende overeenkomst."

"Lid 2 Bij geschillen tussen partijen wordt Nederlands recht van toepassing verklaard en is de Rechtbank te Groningen bevoegd kennis te nemen van het geschil. Dit geldt eveneens voor de onderliggende arbeidsovereenkomst."

2.4 Eiser heeft zijn salaris genoten van [X] B.V. Deze vennootschap heeft dit salaris doorbelast aan [Y] B.V.

Geschil

3.1 Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag of aan de onderliggende arbeidsovereenkomst tussen eiser en [Y] B.V., voldoende zelfstandige betekenis toekomt om [Y] B.V. als buitenlandse werkgever aan te merken, ten gevolge waarvan eiser zijn arbeid niet uitsluitend heeft verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een in Nederland gevestigde werkgever. Niet in geschil is dat artikel 12 van het Besluit uitbreiding en beperking verzekerden volksverzekeringen 1999 in het onderhavige geval van toepassing is.

3.2 Eiser stelt zich op het standpunt dat hij in aanmerking komt voor vrijstelling van premies volksverzekeringen over de periode dat hij in [buitenland] werkzaam was omdat hij (mede) een arbeidsovereenkomst is aangegaan met een buitenlandse werkgever, [Y] B.V.

3.3 Verweerder is van opvatting dat eiser uitsluitend in dienstbetrekking stond tot een Nederlandse werkgever, [X] B.V., en derhalve niet is uitgesloten van verzekering voor de volksverzekeringen.

3.4 Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

Beoordeling van het geschil

4.1 Artikel 12 van het Besluit uitbreiding en beperking verzekerden volksverzekeringen 1999 (BUB) luidt:

"1. Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die in Nederland woont en die gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie maanden uitsluitend buiten Nederland arbeid verricht, tenzij die arbeid uitsluitend wordt verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever.

2. Voor de vaststelling van de periode van drie maanden, bedoeld in het eerste lid, worden perioden gedurende welke de arbeid buiten Nederland tijdelijk wordt onderbroken:

a. wegens ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling of werkloosheid; of

b. wegens verlof, staking of uitsluiting; beschouwd als perioden waarin uitsluitend buiten Nederland arbeid wordt verricht, tenzij tijdens deze perioden arbeid in Nederland wordt verricht.

3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder het verrichten van arbeid buiten Nederland niet verstaan arbeid verricht op het buiten de territoriale zee onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk der Nederlanden daar op grond van het internationale recht ten behoeve van de exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen soevereine rechten mag uitoefenen, mits deze arbeid plaatsvindt op installaties en andere inrichtingen die in, op of boven dat gebied aanwezig zijn ten behoeve van de exploratie en de exploitatie van natuurlijke rijkdommen van dat gebied."

4.2 Naar het oordeel van de rechtbank komt aan de onderliggende arbeidsovereenkomst met [Y] B.V. voor de toepassing van artikel 12 BUB geen zelfstandige betekenis toe, nu uit de - hiervoor onder 2.3 aangehaalde - bepalingen van de bovenliggende arbeidsovereenkomst met [X] B.V. onder meer blijkt dat de onderliggende arbeidsovereenkomst slechts is gesloten vanwege administratief-technische redenen en locale juridische regelgeving te [buitenland], de werknemer aan deze onderliggende overeenkomst op grond van artikel 13, tweede lid, van de bovenliggende arbeidsovereenkomst, geen rechten kan ontlenen, en deze bovenliggende arbeidsovereenkomst steeds prevaleert. Daaraan doet naar het oordeel van de rechtbank niet af dat de onderliggende arbeidsovereenkomst in [buitenland] juridisch afdwingbaar zou zijn, nog daargelaten de omstandigheid dat op grond van artikel 13 van de bovenliggende arbeidsovereenkomst het Nederlandse recht rechtstreeks van toepassing is verklaard.

4.3 Op grond van het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat de onderhavige aanslag terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd.

4.4. De rechtbank is niet gebleken dat er overigens gronden bestaan om de onderhavige aanslag niet in stand te laten.

4.5 De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren.

Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 1 juni 2007 door mr. B.A.E.G. Geel-Cieraad, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. K. van der Leij, griffier.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:

- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden (belastingkamer), Postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.