Rechtbank Midden-Nederland, 09-10-2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:4723, C-07-192953 - HL ZA 11-1056
Rechtbank Midden-Nederland, 09-10-2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:4723, C-07-192953 - HL ZA 11-1056
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 9 oktober 2013
- Datum publicatie
- 15 oktober 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2013:4723
- Zaaknummer
- C-07-192953 - HL ZA 11-1056
Inhoudsindicatie
1. Vordering van de Staat namens de Belastingdienst tot vergoeding van extra verrichte werkzaamheden. Werkzaamheden vallen onder de primaire taak van de Belastingdienst tot het vaststellen van de materiële belastingschuld. Onaanvaardbare doorkruizing van de publiekrechtelijke regeling.
2. Vordering van de Ontvanger tot vergoeding van extra werkzaamheden. Ontvanger heeft alleen de bevoegdheid in rechte op te treden voor zover het om de invordering van rijksbelastingen gaat. In casu niet het geval. Ontvanger niet ontvankelijk.
3. Vordering van de Ontvanger tot vergoeding van oninbare (navorderings)aanslagen. Vordering strekt niet tot directe invordering van belastingschulden van derden, maar tot vergoeding van schade doordat die invordering als gevolg van onrechtmatig handelen van de fraudeur noodzakelijk is geworden en nu niet mogelijk blijkt. Ontvanger ontvankelijk in zijn vordering. Volgt verwijzing naar schadestaat.
Uitspraak
vonnis
Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/07/192953 / HL ZA 11-1056
Vonnis van 9 oktober 2013
in de zaak van
1 DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/RANDMEREN,
kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
2. DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelende te 's-Gravenhage,
eisers,
advocaat mr. E.E. Schipper te Amsterdam,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. P.A. Caljé te Hoofddorp.
Partijen zullen hierna de Ontvanger, de Staat en [gedaagde] genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
het tussenvonnis van 4 april 2012
- -
-
de akte van [gedaagde] van 16 oktober 2012
- -
-
de akte overlegging producties ter gelegenheid van de comparitie na antwoord van de Ontvanger en de Staat van 16 oktober 2012
- -
-
het proces-verbaal van comparitie van 16 oktober 2012
- -
-
de conclusie van repliek
- -
-
de conclusie van dupliek.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Op 26 juli 2011 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad vonnis gewezen in de strafzaak tegen [gedaagde]. In het vonnis staat dat [gedaagde] bij de politie heeft verklaard:
“Ik wist dat ik verkeerde aangiften deed en ik heb dat ook bewust gedaan. Ik wilde mensen extra geld toeschuiven. Ik heb de aangiften verkeerd gedaan door veel te hoge ziektekosten in de aangiften te vermelden terwijl deze kosten niet waren gemaakt.”
En verder:
“Ik heb aangiften gedaan waarbij veel meer is teruggevraagd dan ik eerder verklaarde.”
De rechtbank heeft vervolgens bewezen verklaard:
“1.
hij op tijdstippen, in de periode van 22 februari 2008 tot en met 29 augustus 2010,
te Almere en/of elders in Nederland,
een groot aantal (electronische) aangiften/aangiftebiljetten voor de inkomstenbelasting/ premievolksverzekeringen, ten name van
een groot aantal personen, waaronder
- [A]
(…); en
- [B]
(…); en
-[C]
(…); en
- [D]
(…); en
- -
-
[E]
- -
-
(…); en
- -
-
[G] (…)
- -
-
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst,
immers heeft verdachte (telkens) valselijk – in strijd met de waarheid – op die geschriften
- -
-
(een) te ho(o)ge en/of gefingeerd(e) bedrag(en) aan lo(o)n(en) en/of loonheffing(en) en
- -
-
(een) te ho(o)g(e) en/of gefingeerd(e) bedrag(en) aan aftrekposten (waaronder ziektekosten of andere buitengewone uitgaven en/of giften),
opgegeven,
zulks (telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
2.
(…)
3.
hij op tijdstippen, in de periode van 22 februari 2008 tot en met 29 augustus 2010,
te Almere en/of elders in Nederland,
(telkens) met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door één of meer listige kunstgrepen,
de belastingdienst,
heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen,
hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –
een groot aantal opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid opgemaakte (elektronische) aangiften voor de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen, te name van
een groot aantal personen, waaronder
- [H]
(…); en
- [I]
(…); en
- [J]
(…); en
- [K]
(…); en
- [L]
(…); en
- [M]
(…)
heeft ingezonden naar (de) Inspecteur(s) der belastingen,
waardoor de belastingdienst werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
4.
hij op tijdstippen, in de periode van 22 februari 2008 tot en met 29 augustus 2010,
te Almere en/of elders in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf,
(telkens) met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door listige kunstgrepen,
de belastingdienst,
heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen,
hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –
een groot aantal opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid opgemaakte (elektronische) aangiften voor de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen, te name van
een groot aantal personen, waaronder
- [N]
(…); en
- [O]
(…); en
- [P]
(…); en
- [Q]
(…); en
- [R]
(…)
heeft ingezonden naar (de) Inspecteur(s) der belastingen,
waardoor de belastingdienst werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.”
Het strafvonnis is in kracht van gewijsde gegaan.