Home

Rechtbank Midden-Nederland, 03-09-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4150, NL18.3908

Rechtbank Midden-Nederland, 03-09-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4150, NL18.3908

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
3 september 2019
Datum publicatie
18 september 2019
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2019:4150
Zaaknummer
NL18.3908

Inhoudsindicatie

Luxemburgs recht - fondsbeheerder en ‘Client Communication Agent’ niet gehouden tot nakoming van overeenkomst tussen belegger en beleggingsfonds.

Belegger heeft belegd via een Luxemburgs fonds. De belegger heeft zijn participaties in dit fonds opgezegd. Het fonds moet de waarde daarvan aan hem uitbetalen. Dat is tot een bedrag van ruim € 70.000 niet gebeurd.

De belegger eist nu betaling door de door het fonds aangestelde fondsbeheerder en/of ‘Client Communication Agent’. De rechtbank wijst alle eisen af omdat de belegger nakoming vordert van de overeenkomst die hij met het fonds heeft.

Het fonds is daarom de wederpartij van de belegger, en niet de fondsbeheer en degene die de communicatie verzorgt.

Uitspraak

vonnis

_________________________________________________________________ _

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

Zittingsplaats Lelystad

zaaknummer: NL18.3908

Vonnis van 3 september 2019

in de zaak van

[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,eiser, hierna te noemen: [eiser] ,advocaat J. Pijtak,

tegen

1 de vennootschap naar buitenlands rechtBAUM MANAGEMENT S.À.R.L.,gevestigd te Hilversum,verweerder,2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidÖKO-LIFE B.V.,gevestigd te Hilversum,verweerder,advocaat P. Koorn te Rotterdam,

Partijen worden hierna genoemd: [eiser] , Baum en Öko.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het incidenteel vonnis van 26 juni 2018

-

het verweerschrift 5 september 2018

-

de conclusie van [eiser] 24 oktober 2018

-

de conclusie van Öko van 21 november 2018

-

het proces-verbaal van mondelinge behandeling op 16 april 2019

-

de pleitaantekeningen van de advocaat van Öko

-

de opmerkingen over het proces-verbaal van de advocaat van Öko.

1.2.

Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zou komen.

2 De beoordeling

Waarover gaat het en wat is het oordeel van de rechtbank?

2.1.

[eiser] heeft belegd in teakhout op een plantage in Costa Rica. Hij deed dit via een Luxemburgs fonds, het Central America Timber Fund (verder: CATF). [eiser] heeft zijn participaties in dit fonds opgezegd. Het fonds moet de waarde daarvan aan hem uitbetalen. Dat is tot een bedrag van € 73.230,03 (inclusief rente tot 8 mei 2018) niet gebeurd. [eiser] eist nu betaling door Baum, de door CATF aangestelde fondsbeheerder, en/of door Öko, de door CATF aangestelde ‘Client Communication Agent’.

De rechtbank wijst alle eisen af, wat zij hierna uitlegt.

Wat is er gebeurd?

2.2.

[eiser] belegde in teakhout. Hij deed dit door overeenkomsten met dat doel te sluiten met de Stichting Terra Vitalis (verder: Terra Vitalis). In totaal heeft hij dit zeven keer zo gedaan in een periode van 2002 tot en met 2007.

2.3.

In oktober 2010 is aan [eiser] meegedeeld dat Terra Vitalis op zoek ging naar een andere structuur, met als gevolg dat [eiser] werd aangeboden voortaan met certificaten deel te nemen in CATF. Anders dan bij Terra Vitalis had [eiser] niet langer recht op de opbrengst van teakbomen op een concreet aangewezen stuk grond, maar verkreeg hij units die recht gaven op een deel van de gehele opbrengst binnen CATF, naar rato van zijn deelneming.

2.4.

De units werden uitgegeven door CATF. De uitgifte van de units gebeurde op basis van een prospectus (‘Information Memorandum’), waarin het Luxemburgs recht van toepassing is verklaard. Hetzelfde geldt voor de aan dit prospectus gekoppelde ‘Management Regulations’. In het Information Memorandum wordt Baum genoemd als fondsbeheerder (‘Management Company’) en Baum als rechtspersoon aan wie de communicatie met de deelnemers is uitbesteed (‘Client Communication Agent’).

2.5.

[eiser] heeft eerst in 2013 en daarna in 2015 laten weten zijn deelneming te willen beëindigen. De eerste keer is dat verzoek niet gehonoreerd, de tweede keer wel. CATF heeft ruim 28% van het met de deelneming gemoeide bedrag aan [eiser] uitbetaald. De rest eist [eiser] in deze rechtszaak op bij Baum en bij Öko.

Welk recht is van toepassing?

2.6.

Het Luxemburgs recht is van toepassing. Dat volgt uit het prospectus van het fonds (CATF) waarin [eiser] is gaan deelnemen. De stelling van [eiser] dat hij dit prospectus niet ontving, passeert de rechtbank. [eiser] tekende voor ontvangst en kennisneming toen hij ging deelnemen. De stelling dat [eiser] nergens heeft getekend voor toepasselijkheid van het prospectus, is onjuist. Zijn ondertekening van zijn verzoek tot deelneming in het fonds, betekent instemming met de toepasselijkheid en inhoud van het prospectus. Dat geldt dus ook voor de rechtskeuze in dat prospectus. Een afzonderlijk document in de vorm van een door CATF en door [eiser] te ondertekenen overeenkomst, is daarvoor niet nodig. De conclusie is dat Luxemburgs recht van toepassing is.

Wie is de schuldenaar van [eiser] ?

2.7.

[eiser] baseert zijn eis op nakoming. Hij maakt Baum en Öko niet een verwijt dat zij fout handelden als beheerder van het fonds of als ‘communicator’. Er is dus geen sprake van een toerekenbare tekortkoming of een onrechtmatige daad van deze twee in hun hoedanigheden van beheerder en ‘communicator’.

2.8.

Volgens [eiser] is onduidelijk wie nou precies zijn wederpartij is. De rechtbank vindt dit juist heel duidelijk: dat is CATF. Dit volgt alleen al uit het feit dat CATF het fonds is dat de certificaten heeft uitgegeven aan [eiser] . Hij neemt deel in dit fonds en kan dit fonds houden aan wat staat in het Information Memorandum. Onder meer heeft [eiser] recht op betaling van zijn participaties door CATF als hij zijn deelneming beëindigt.

CATF heeft

-

de wens van [eiser] tot beëindiging van de deelneming gehonoreerd

-

haar betalingsplicht daarna erkend voor een bedrag tot twee cijfers achter de komma

-

een vooraf aangekondigd percentage daarvan met vertraging uitbetaald

-

aangekondigd dat zij meer zal betalen als zij in de toekomst plantages of geoogste bomen verkoopt.

Aan dit alles is helemaal niets onduidelijk. De berichten aan [eiser] houden ook zeker niet in dat Baum en/of Öko zich opwerpen als zelfstandig schuldenaar van [eiser] .

Dat Baum beheerder is van het fonds en dat Öko de communicatie verzorgt, maakt niet dat zij volgens het Luxemburgse recht in plaats van CATF de schuldenaar worden van [eiser] .

De eindconclusie

2.9.

Omdat [eiser] alleen CATF kan aanspreken om de restantbetaling te verrichten, wordt zijn eis afgewezen dat Baum en/of Öko deze betaling doen. Omdat de eis tot betaling van deze hoofdsom wordt afgewezen, worden ook de bijkomende eisen (rente, buitengerechtelijke kosten en juridische kosten) afgewezen.

2.10.

[eiser] verliest deze rechtszaak. Dat betekent dat hij zijn eigen proceskosten moet dragen en die van Öko en Baum moet vergoeden. De kosten aan de zijde van Öko worden begroot op € 1.950,- aan griffierecht en op € 3.222,- (3,0 punten × tarief € 1.074,-) aan salaris voor de advocaat. Samen is dat € 5.172,-. De kosten aan de zijde van Baum worden begroot op nul.

3 De beslissing