Rechtbank Midden-Nederland, 30-10-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:4930, 19/3573
Rechtbank Midden-Nederland, 30-10-2020, ECLI:NL:RBMNE:2020:4930, 19/3573
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 30 oktober 2020
- Datum publicatie
- 24 maart 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2020:4930
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2022:1084, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 19/3573
Inhoudsindicatie
WOZ. Het beroep is gegrond.
Uitspraak
Bestuursrecht
enkelvoudige kamer
nummer UTR 19/3573
in het geding tussen:
gemachtigde: D.A.N. Bartels
en
de verweerder van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht, verweerder,
vertegenwoordigd door [naam] , tot bijstand vergezeld door [naam]
inzake de onder 1.1. vermelde beschikking en aanslag.
Procesverloop
Verweerder heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2018 (de waardepeildatum) van de onroerende zaak [adres 1] te [woonplaats] (de woning) voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 371.000 (de beschikking). Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan eiser voor het jaar 2019 opgelegde aanslag in de van eigenaren geheven onroerende zaakbelasting van de gemeente [gemeente] (de aanslag).
Verweerder heeft het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op de onlinezitting van 23 september 2020.
Feiten
Eiser is eigenaar van de woning. De woning is een in 1990 gebouwde drive-inwoning, gelegen in de [buurt] . De woning staat op een kavel van 93 m2 en heeft een woonoppervlak van 159 m2. Tot de woning behoren een garage van 21 m2 en twee dakterrassen van 8m2 en 18 m2.
Verweerder heeft ter onderbouwing van de vastgestelde waarde van de woning als bijlage bij het verweerschrift een overzicht overgelegd dat bestaat bestaande uit vijf losse opsommingen van gegevens, waarvan één betrekking heeft op de woning en de andere vier betrekking hebben op woningen die naar de opvatting van de verweerder met de woning vergelijkbaar zijn (de vergelijkingsobjecten). De bedragen en aantallen m2 waarmee verweerder heeft gerekend bij de herleiding van de waarde van de woning uit de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten, zijn hierna opgenomen in een matrix (de matrix). Onder de matrix is de aanvullende informatie opgenomen die verweerder in het door hem overgelegde overzicht naast de bedragen en aantallen m2 heeft opgenomen, alsook enkele door de rechtbank toegevoegde toelichtende opmerkingen.
Matrix
woning |
[adres 2] |
[adres 3] |
[adres 4] |
[adres 5] |
|
WOZ-waarde (€) |
371.000 |
-- |
-- |
-- |
-- |
Koopsom (€) |
-- |
379.000 |
320.000 |
365.000 |
380.000 |
Gecorrigeerde koop- som (€) |
-- |
379.000 |
343.000 |
349.000 |
399.000 |
Deelwaarde dakterras 8 m2 (€) |
1.600 |
-- |
1.600 |
1.600 |
1.600 |
Deelwaarde dakterras 18 m2 (€) |
3.600 |
-- |
3.600 |
3.600 |
3.600 |
Deelwaarde garage 21 m2 (€) |
21.000 |
-- |
21.000 |
21.000 |
-- |
Deelwaarde garage 18 m2 |
-- |
-- |
-- |
-- |
18.000 |
Deelwaarde berging (€) |
-- |
3.000 |
-- |
-- |
-- |
Kavelgrootte (m2) |
93 |
180 |
93 |
93 |
168 |
Rekenprijs per m2 kaveloppervlak (€) |
1.200 259 |
€ 1.200 € 259 |
€ 1.200 € 259 |
€ 1.200 € 259 |
€ 1.200 € 259 |
Deelwaarde grond (€) |
66.432 |
88.965 |
66.432 |
66.432 |
85.857 |
Deelwaarde woning ‘sec’ (€) |
278.368 |
287.035 |
250.368 |
256.368 |
289.943 |
Woonoppervlak van de woning ‘sec’ (m2) |
159 |
135 |
159 |
159 |
148 |
Rekenprijs per m2 woonoppervlak van de woning ‘sec’ (€) |
1.751 |
2.126 |
1.575 |
1.612 |
1.959 |
Aanvullende informatie
woning |
[adres 2] |
[adres 3] |
[adres 4] |
[adres 5] |
|
Soort object |
Tussen drive-in woning |
Hoekwoning |
Tussen drive-in woning |
Tussen drive-in woning |
Tussen drive-in woning |
locatie |
[locatie] |
[locatie] |
[locatie] |
[locatie] |
[locatie] |
ligging |
Aan de rand van [woonplaats] met vrij uitzicht |
Rustige straat in woonwijk |
Aan de rand van [woonplaats] met vrij uitzicht |
Aan de rand van [woonplaats] met vrij uitzicht |
Aan de rand van [woonplaats] met vrij uitzicht |
uitstraling/type |
normaal |
normaal |
normaal |
normaal |
Normaal |
bouwjaar |
1990 |
1991 |
1990 |
1990 |
1990 |
bouwkundige kwaliteit |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
staat van onderhoud |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voldoende |
voorzieningenniveau |
voldoende |
voldoende |
matig/ voldoende |
voldoende |
voldoende |
Toelichtende opmerkingen
De “woning sec” is de woning zonder dakterrassen, garage, berging en grond.
Verweerder hanteert per m2 kaveloppervlak als rekenprijs € 1.200 voor de eerste 45 m2 kaveloppervlak en € 259 per m2 kaveloppervlak voor de volgende 155 m2 kaveloppervlak.
Bij brief van 2 juni 2020 heeft verweerder aan de rechtbank meegedeeld dat de vastgestelde waarde van de woning is verlaagd tot € 349.000. In de bij de brief gevoegde e-mail staat onder meer dat verweerder met deze nader vastgestelde waarde van de woning heeft willen aansluiten bij de gecorrigeerde koopsom van het vergelijkingsobject [adres 4] . Na de verlaging van de vastgestelde waarde van de woning bedraagt de rekenprijs per m2 oppervlak van de woning ‘sec’, net als die van het vergelijkingsobject [adres 4] , € 1.612.
Geschil en standpunten van partijen
In geschil is of de door verweerder nader vastgestelde waarde van € 349.000 te hoog is. Voorts is in geschil het bedrag van de veroordeling van verweerder in de kosten die eiser in bezwaar en beroep heeft gemaakt.
Eiser stelt zich op het standpunt dat de nader vastgestelde waarde van € 349.000 verder dient te worden verlaagd tot € 340.000. Wat betreft het bedrag van de veroordeling van verweerder in de kosten die eiser in bezwaar en beroep heeft gemaakt, stelt eiser zich op het standpunt dat dit bedrag dient te worden berekend zonder toepassing van de regeling over samenhangende zaken in artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) en onderdeel C2 van de bijlage bij het Bpb.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de nader vastgestelde waarde van
€ 349.000 niet te hoog is. Voor de onderbouwing van dit standpunt verwijst de rechtbank naar de stukken van het geding. Wat betreft het bedrag van de veroordeling van verweerder in de kosten die eiser in bezwaar en beroep heeft gemaakt, stelt verweerder dat dit bedrag dient te worden berekend met toepassing van de regeling over samenhangende zaken in artikel 3 van het Bpb en onderdeel C2 van de bijlage bij het Bpb.