Home

Rechtbank Midden-Nederland, 22-12-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5904, 22/2182 en 22/2192

Rechtbank Midden-Nederland, 22-12-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:5904, 22/2182 en 22/2192

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
22 december 2022
Datum publicatie
3 maart 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2022:5904
Zaaknummer
22/2182 en 22/2192

Inhoudsindicatie

Kwalificatie verzoek eiser om een afzonderlijke woz-beschikking te nemen voor het mandelig aandeel in het openbare gebied rondom zijn appartementencomplex. Beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] (de heffingsambtenaar)

(gemachtigden: M.C.M. van Roon en M.H. Bouwmeester Berends).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eiser tegen de bestreden uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van 1 maart 2022 (de bestreden uitspraken op bezwaar).

Eiser heeft voor het jaar 2020 en het jaar 2021 een aanslag voor de OZB ontvangen voor zijn appartement aan de [adres] in [woonplaats] . De heffingsambtenaar heeft de waarde van deze woning op 1 januari 2019 vastgesteld op € 410.000,- en op 1 januari 2020 op
€ 437.000,-. Dit staat in de WOZ-beschikkingen van 31 januari 2020 en 30 januari 2021.

Met de bestreden uitspraken op bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser tegen de WOZ- beschikkingen van 31 januari 2020 en 30 januari 2021 ongegrond verklaard. Eiser is hiertegen in beroep gegaan.

De heffingsambtenaar heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

De rechtbank heeft de beroepen op 21 december 2022 op een hybride zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigden van de heffingsambtenaar. Eiser was aanwezig in de zittingzaal en de gemachtigden van de heffingsambtenaar hebben de zitting bijgewoond via Teams.

Beoordeling door de rechtbank

Beslissing

Informatie over hoger beroep