Home

Rechtbank Noord-Holland, 31-10-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10072, AWB-13_1313

Rechtbank Noord-Holland, 31-10-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10072, AWB-13_1313

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
31 oktober 2013
Datum publicatie
29 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2013:10072
Zaaknummer
AWB-13_1313
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024]

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Verleggingsregeling.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/1313

Uitspraakdatum: 31 oktober 2013

Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,

gemachtigde: mr. A.S.J.M. Tax,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Holland-Noord, kantoor Hoorn, verweerder.

1 Ontstaan en loop van het geding

Verweerder heeft aan eiseres op 28 december 2011 over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 50.292. Tevens is bij beschikking € 6.506 heffingsrente in rekening gebracht.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 25 januari 2013 de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2013. Namens eiseres is verschenen haar gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen mr. B.F. Kroezen en J.P.M. de Wit.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Uit het handelsregister volgt dat eiseres onder andere als activiteiten heeft “vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan”. Enig aandeelhouder is [A]. In de periode waarop de naheffingsaanslag betrekking heeft, had eiseres geen werknemers in dienst.

2.2.

Eiseres heeft in opdracht van [A BEDRIJF] [B] de bouw van een bedrijfshal te Roosendaal aangenomen voor een bedrag van € 730.000 exclusief omzetbelasting.

2.3.

Eiseres heeft voor de realisatie van de bedrijfshal gebruik gemaakt van de onderaannemers [B BEDRIJF]B.V. (hierna [B BEDRIJF]), [C BEDRIJF] B.V. (hierna: [C BEDRIJF]) en [D BEDRIJF] B.V. (hierna: [D BEDRIJF]). De directeur van deze onderaannemers was de heer [C]. Het gedeelte van de aanneemsom voor de diensten die door de voornoemde onderaannemers werden verzorgd bedraagt € 447.700. Deze onderaannemers zijn inmiddels failliet.

2.4.1.

Bij eiseres is een boekenonderzoek ingesteld naar onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010. Uit het met dagtekening 25 oktober 2011 hieromtrent uitgebrachte rapport volgt, voor zover hier van belang, dat in de administratie van eiseres facturen werden aangetroffen van [B BEDRIJF], [C BEDRIJF] en [D BEDRIJF] die gericht waren aan eiseres.

2.4.2.

Tot de stukken van het geding behoort een factuur van 11 december 2007, nummer 0002418, van [B BEDRIJF] aan eiseres. Op deze factuur is - voor zover van belang - het volgende vermeld:

“(…)

Betreft: aangenomen werk [adres] zijnde een bedrijfshal incl. 3 units conform tekening

Aanneemsom € 447.700

1 1e Termijn levering staalconstructie 1 117700.00

(…)”

2.4.3.

Tot de stukken van het geding behoort voorts een factuur van 11 december 2007, nummer 3813906, van [C BEDRIJF] aan eiseres. Op deze factuur is - voor zover van belang - het volgende vermeld:

“(…)

Hiermee belasten wij u voor het aangenomen werk betreffende de [adres] volgens de aanneemovereenkomst:

- voorbereiding

- betonwerk

- grondwerk

- plaatsen staalconstructie

(…)”

De aanneemsom bedraagt € 102.300 exclusief omzetbelasting.

2.4.4.

De omzetbelasting ten bedrage van € 43.263 die [D BEDRIJF] heeft vermeld op de factuur aan eiseres, heeft [D BEDRIJF] aangegeven en voldaan.

2.5.

Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft verweerder de naheffingsaanslag opgelegd.

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil of de verleggingsregeling van artikel 12, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) juncto artikel 24b van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (hierna: het Uitvoeringsbesluit) van toepassing is op de onderhavige, aan eiseres gefactureerde werkzaamheden voor de bouw van de bedrijfshal te Roosendaal. Meer in het bijzonder is in geschil of er sprake is van één aannemingsovereenkomst tussen eiseres en [B BEDRIJF], zoals verweerder voorstaat dan wel drie afzonderlijke overeenkomsten (een tussen eiseres en [B BEDRIJF], een tussen eiseres en [C BEDRIJF] en een tussen eiseres en [D BEDRIJF]) waarop artikel 24b, zevende lid, ten eerste, van het Uitvoeringsbesluit van toepassing is, hetgeen eiseres verdedigt. In geschil is een bedrag van € 41.800, zijnde de omzetbelasting over de aanneemsom minus de reeds door [D BEDRIJF] voldane omzetbelasting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing