Rechtbank Noord-Holland, 12-11-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10578, HAA 13/1605
Rechtbank Noord-Holland, 12-11-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10578, HAA 13/1605
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 12 november 2013
- Datum publicatie
- 13 november 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2013:10810
- Zaaknummer
- HAA 13/1605
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-06-2023 tot 01-07-2023]
Inhoudsindicatie
Een aula op een begraafplaats is een afzonderlijk WOZ-object. Een gebouwd eigendom als een aula is niet aan te merken als een begraafplaats en valt daarom niet onder de vrijstelling van begraafplaatsen met betrekking tot de heffing van onroerende-zaakbelastingen.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 13/1605
Uitspraakdatum: 12 november 2013
Uitspraak van de enkelvoudige kamer in het geding tussen
[X] , gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: C. Hubert,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet WOZ met dagtekening 29 februari 2012 de waarde van de onroerende zaak, aangeduid als[adres], gemeente Haarlemmermeer (hierna: de aula), voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 219.000. In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerende-zaakbelastingen 2012 bekend gemaakt.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 februari 2013 de waarde verminderd tot € 193.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.
Eiseres heeft tegen de uitspraak met betrekking tot de aanslag beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2013.
Namens eiseres is verschenen ing. J. van Gelder, tot bijstand vergezeld van de gemachtigde. Namens verweerder is verschenen A.G. Hendriks.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
Eiseres is eigenaar van de [A] met daarop de aula. Eiseres heeft de aula met ingang van 1 augustus 2010 verhuurd voor een (aanvangs)huur van € 6.000 per jaar aan [B] B.V. Artikel 1.2 van de huurovereenkomst luidt als volgt:
“1.2 Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als uitvaartcentrum en uitvalsbasis voor overige dienstverlening ten behoeve van de aanliggende begraafplaats en al hetgeen hiermee direct of indirect verwant is.”
Het perceel van de begraafplaats is 8.725 m² groot. De aula heeft een gebouwde oppervlakte van 300 m².
3 Geschil
In geschil is of de aanslag terecht is opgelegd. De vastgestelde waarde is niet in geschil.
Eiseres heeft aangevoerd dat de aula valt onder de vrijstelling genoemd in artikel 4, eerste lid, onder m, van de Verordening op de onroerende-zaakbelastingen 2012 van de gemeente Haarlemmermeer (hierna: de Verordening). In deze bepalingen worden begraafplaatsen vrijgesteld, met uitzondering van gebouwen die dienen als woning. Op de begraafplaats staat een bergplaats/schuur alsmede een aula voor het opbaren van overledenen, het houden van afscheidsdiensten en condoleances. Dit gebruik past bij het karakter van een begraafplaats.
Daarnaast geeft eiser aan dat de uitspraak op bezwaar onvoldoende is gemotiveerd.
Verweerder heeft gesteld dat de aula niet onder de vrijstelling voor begraafplaatsen valt, aangezien de aula afzonderlijk wordt verhuurd.