Rechtbank Noord-Holland, 09-10-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:11634, AWB-12_4183
Rechtbank Noord-Holland, 09-10-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:11634, AWB-12_4183
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 9 oktober 2013
- Datum publicatie
- 5 december 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2013:11634
- Zaaknummer
- AWB-12_4183
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-08-2024]
Inhoudsindicatie
Eiseres niet in rechtspositie geschaad door tijdsverloop indiening aangifte en uitspraak op bezwaar. Geen afwaardering vordering.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/4183
Uitspraakdatum: 9 oktober 2013
Uitspraak in het geding tussen
[X] , gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: R.A. van Eck,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Amersfoort, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2006 met dagtekening 30 oktober 2010 een aanslag vennootschapsbelasting (vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 501.490. Gelijktijdig is bij beschikking heffingsrente berekend ten bedrage van € 26.269.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 25 oktober 2012 de aanslag, de daarin besloten liggende beslissing om bij beschikking het verlies van het onderhavige jaar op nihil vast te stellen en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft bij ambtshalve vermindering van 13 april 2013 de aanslag en de beschikking heffingsrente verminderd tot nihil.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 september 2013. Namens eiseres is daar de gemachtigde verschenen. Namens verweerder zijn verschenen A. Daams en M. Veldstra.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
De aandelen in eiseres zijn alle in handen van [A]. Eiseres bezit op haar beurt alle aandelen in [A BEDRIJF]B.V. (hierna: [A BEDRIJF]). De ondernemingsactiviteiten van eiseres bestaan uit de exploitatie van en de handel in onroerende zaken.
Ultimo 2006 heeft eiseres een (rekening-courant)vordering op [A BEDRIJF]. In de jaarrekening 2006 was de vordering onder de naam ‘Aanbetaling onroerend goed [plaats]’ opgenomen naar een stand van € 1.265.601. Met het van eiseres geleende geld heeft [A BEDRIJF] onder meer de aankoop (in 2001) van onroerende zaken in [plaats] gefinancierd en het onderhoud daarvan. De onroerende zaken zijn op 1 oktober 2008 (met boekverlies) verkocht.
[A BEDRIJF] is geliquideerd per 31 december 2012.
Eiseres heeft op 7 juni 1999 meerdere onroerende zaken gelegen aan de [adres] gekocht voor een koopsom van in totaal € 680.670.
Eiseres en [B] (hierna: [B]) zijn bij akte van 12 september 2002 het volgende overeengekomen:
“OVERWEGENDE:
Aan [eiseres] behoort in eigendom toe het navolgende registergoed:
De winkels met bovenwoningen (…), staande en gelegen aan de[adres].
Dat zij zijn overeengekomen om tot gezamenlijke exploitatie te komen van voormeld registergoed, waaraan in onderling overleg een waarde is toegekend van (…), ofwel (…) (€ 794.115,38);
VERKLAREN OVEREEN TE KOMEN ALS VOLGT:
1. Vanaf de datum één januari tweeduizend twee (1-1-2002), hierna ook te noemen: de aanvangstdatum, wordt het registergoed in gezamenlijke exploitatie genomen, waarbij voormeld registergoed door [eiseres] in de gezamenlijke exploitatie wordt gebracht, voor voormelde waarde (…).
[B] leent ter voldoening van zijn aandeel in de gezamenlijke exploitatie van [eiseres] een bedrag groot (…) (€ 397.057,69), waarbij dezelfde condities zullen gelden als gelden voorde huidige lening van [eiseres] welke is gedekt door de thans op het onroerend goed rustende hypothecaire inschrijving ten behoeve van de [B BEDRIJF] Bank n.v.. De condities kunnen worden gewijzigd in onderling overleg.
2. Ter exploitatie van het registergoed zal dit in appartementsrechten worden gesplitst.
3. Bij verkoop van een appartementsrecht, zal de opbrengst door partijen in de gezamenlijke exploitatie worden ingebracht.
4. De winsten en verliezen van de gezamenlijke exploitatie komen ieder van partijen voor de helft toe.
(…)”
Eiseres heeft de jaarlijkse opbrengsten en kosten ter zake van de onroerende zaken aan de [adres] steeds volledig in haar administratie en in haar aangiften verantwoord. Eiseres heeft niet op de panden afgeschreven. De onroerende zaken zijn vervolgens – na splitsing – bij meerdere gelegenheden verkocht en wel op 18 mei 2004, 4 januari 2005, 15 december 2005 en 1 augustus 2006.
Eiseres heeft in de jaren 2002 – 2006 betalingen gedaan aan [B]. De laatste betalingen betroffen bedragen van € 25.000 (op 26 augustus 2006) en € 5.000 (op 14 december 2006). In haar jaarrekeningen heeft eiseres de betalingen opgenomen onder de post “Rekening-courant [B]”. Ultimo 2006 bedroeg deze post € 123.808. In de jaarrekening 2007 wordt deze vordering commercieel volledig afgeboekt.
[B] is overleden op 24 april 2008.
Eiseres heeft haar aangifte voor het jaar 2006 op 4 april 2008 ingediend naar een belastbaar bedrag van nihil. In de aangifte is uitgegaan van een negatief resultaat over 2006 van € 850.029.
In de bezwaarfase heeft eiseres aan verweerder bij brief van 23 november 2010 een aangepaste fiscale opstelling 2006 gezonden. Daarin is het belastbaar bedrag gesteld op negatief € 536.370. In de bijgevoegde berekening van het fiscale resultaat zijn onder meer opgenomen de posten “Afboeking [plaats] - [NUMMER]” en “Afboeking [B] - [NUMMER]”.
In de motivering van de uitspraak op bezwaar is onder meer vermeld dat er geen overeenstemming is bereikt over de afwaardering van de rekening-courant vordering op [A BEDRIJF] en over de waardevermindering van de vordering op [B]. Voorts is daarin meegedeeld dat het belastbaar bedrag nader dient te worden vastgesteld op nihil.
3 Geschil en standpunten van partijen
Allereerst is in geschil of het tijdsverloop tussen de indiening van de aangifte op 4 april 2008 en het doen van uitspraak op bezwaar (25 oktober 2012) reeds meebrengt dat het verlies over 2006 op € 536.370 moet worden gesteld. Indien het antwoord ontkennend moet worden beantwoord, is in geschil of eiseres de vorderingen op [A BEDRIJF] en op [B] mag afwaarderen.
Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de stukken van het geding.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, vermindering van de belastingaanslag tot nihil, vaststelling van het verlies op een bedrag van € 536.370 (primair), € 534.114 (subsidiair) of € 483.175 (meer subsidiair).
Verweerder concludeert tot gegrondverklaring van het beroep.