Rechtbank Noord-Holland, 20-09-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:8527, HAA 13/792
Rechtbank Noord-Holland, 20-09-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:8527, HAA 13/792
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 20 september 2013
- Datum publicatie
- 23 september 2013
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2013:8527
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHAMS:2015:2913, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- HAA 13/792
- Relevante informatie
- Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027]
Inhoudsindicatie
Goederen voor tweeërlei gebruik. Vergunning vereist voor uitvoer manuscripten. Het belang van non-proliferatie staat voorop. Uitzonderingen op de vergunningplicht moeten beperkt worden uitgelegd. Geen sprake van fundamenteel onderzoek. Tevens geen sprake van informatie die voor iedereen beschikbaar is.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 13/792
Uitspraakdatum: 20 september 2013
Uitspraak van de meervoudige kamer in het geding tussen
[X] , gevestigd te [Z], eiser,
gemachtigde: mr. G.A. van der Veen,
en
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, verweerder.
1 Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft bij besluit van 27 april 2012 aan eiser een vergunning verleend voor de uitvoer van twee manuscripten naar [LAND 1].
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 21 december 2012 de bezwaren ongegrond verklaard.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift aan verweerder verstrekt.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2013.
Gemachtigde van eiser is daar verschenen, bijgestaan door[A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen S.R. Stein, K.J. Steenhoek en F. Burger.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
Op 24 april 2012 heeft eiser een aanvraag voor een vergunning uitvoer of doorvoer strategische goederen of sanctiegoederen bij verweerder ingediend. De aanvraag betreft twee manuscripten en supplementeel materiaal over [TECHNOLOGIE], te weten: “[MANUSCRIPT 1]” en het daarbij gevoegde materiaal (manuscript 1) en “[MANUSCRIPT 2]” en het daarbij gevoegde materiaal (manuscript 2). Eiser heeft deze aanvraag onder protest van gehoudenheid gedaan.
3. Geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of een vergunning voor de uitvoer van deze
manuscripten benodigd is. Eiser is van mening dat dit niet het geval is.
Het geschil betreft met name het antwoord op de vraag of de manuscripten vallen onder de uitzondering “fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en “voor iedereen beschikbaar”. Daarnaast meent eiser dat de verplichting om een vergunning aan te vragen leidt tot internationale rechtsongelijkheid en dat de toegankelijkheid van het wetenschappelijk onderzoek wordt belemmerd. Eiser meent voorts dat het besluit gebrekkig is gemotiveerd.
4 Wettelijk kader
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009, tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik, Pb EU 29 mei 2009, nr. L 134 (hierna: de Verordening), bepaalt dat voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die voorkomen op de lijst in bijlage I bij die verordening een vergunning is vereist.
In bijlage I staat onder nr. 1C352:
a. virussen, natuurlijk en versterkt of gemodificeerd, in de vorm van “geïsoleerde levende culturen” of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet,
als hieronder:
(…)
2. Aviaire-influenzavirus, hetzij:
a. niet-gekarakteriseerd, hetzij
b. zoals omschreven in bijlage I(2) bij Richtlijn 2005/94/EG (PB L 10 van 14. 1.2006, blz. 16) met een hoge pathogeniteitsindex, als hieronder:
1. type A-virussen met een IVPI (intraveneuze pathogeniteitsindex) bij zes weken oude kuikens van meer dan 1, 2 of
2. type A-virussen van het subtype H5 of H7, met een genoomsequentie die codeert voor meerdere basische aminozuren aan de breukzijde van de hemaglutinemolecule en die overeenkomt met de sequentie die ook bij andere HPAI-virussen is vastgesteld, waaruit kan worden afgeleid dat de hemaglutininemolecule kan worden gesplitst door een algemene protease van de gastheer;
(…).
Onder punt 1E001 van Bijlage I staat vermeld “Technologie” overeenkomstig de
algemene technologienoot voor de “ontwikkeling” of “productie” van apparatuur of
materialen, bedoeld in 1A001.b, 1A001.c, 1A002 tot en met 1A005, 1A006.b,
1A007, 1B en 1C.
In de algemene technologienoot bij de lijst is bepaald dat de uitvoer van “technologie” die “noodzakelijk” is voor de “ontwikkeling” of “productie” of het “gebruik” van de in de categorieën 1 tot en met 9 bedoelde goederen is onderworpen aan de op de categorieën 1 tot en met 9 van toepassing zijnde bepalingen.
In de definities van de bijlage is “Technologie” gedefinieerd als: specifieke informatie die nodig is voor de “ontwikkeling”, de “productie” of het “gebruik” van een product. De informatie is in de vorm van “technische gegevens” of “technische bijstand”. NB2 geeft aan dat technische gegevens onder meer kunnen bestaan uit blauwdrukken, tekeningen, schema’s, modellen, formules, tabellen, technische ontwerpen en specificaties, handboeken of instructies, in geschreven vorm of vastgelegd op andere media of apparaten zoals schijf, magneetband of leesgeheugens (ROMs).
In de algemene technologienoot staat verder, dat de vergunningregelingen voor overdracht van “technologie” niet van toepassing zijn op informatie die “voor iedereen beschikbaar” is, op “fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
In de definities van de bijlage is “voor iedereen beschikbaar” omschreven als “technologie” of “programmatuur” die zonder beperkingen aan de verdere verspreiding daarvan beschikbaar zijn gesteld. “Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” is gedefinieerd als: “experimenteel of theoretisch werk dat hoofdzakelijk wordt gedaan om nieuwe kennis te verkrijgen over de fundamentele beginselen van verschijnselen of waarneembare feiten en dat in eerste instantie niet is gericht op een bepaald praktisch doel of oogmerk”.